Aflevering 22

begrip landbouwbedrijf, keuzevermogen, onroerende zaak

schadevergoeding, staken onderneming

In antwoorden op kamervragen geeft de staatssecretaris aan dat hij het thans niet goed mogelijk acht de – nog in werking te treden – duurzame ondernemingsaftrek van toepassing te laten zijn op natuurvoedingswinkels.

verkoopopbrengst grond

berekening loonsom, gedifferentieerde WAO-premie, kalenderjaren, overgang van onderneming

In dit besluit, dat opnieuw wordt uitgebracht voor de toepassing van de Wet IB 2001 en de Invoeringswet Wet IB 2001, wordt nader ingegaan op de gebruikelijkloonregeling. Het besluit is gebaseerd op het Besluit van 14 april 1997, nr. DB97/747 en enkele standpunten die de toenmalige staatssecretaris aansluitend heeft ingenomen in brieven aan de Tweede Kamer.

premieplicht

De staatsscretaris van Financiën geeft in dit besluit aan hoe het zit met de aansprakelijkheid van de verzekeraars voor belasting en revisierente als sprake is van negatieve uitgaven van belastingplichtigen in verband met art. 3.133 (lijfrenten en periodieke uitkeringen), 3.135 (beroepspensioenregelingen) en 3.136 (emigratie) IB 2001. Het besluit is opnieuw uitgebracht voor de toepassing van de Wet IB 2001. Hiermee is geen inhoudelijke wijziging beoogd ten opzichte van de regelingen die golden voor de toepassing van de Wet IB 1964: het Besluit van 23 februari 1993, nr. CA/93, zoals laatstelijk gewijzigd bij Besluit van 15 april 1993, nr. CA93/73, onderdeel B 12 van de speciale uitgave van Infobulletin van mei 1994 inzake Vragen en antwoorden Brede Herwaardering en de onderdelen B 63 en B 64 van het Besluit van 30 maart 1998, nr. DB98/1230M, zoals laatstelijk gewijzigd bij het Besluit van 1 juli 1998, nr. DB98/2375M. Wel is er een nieuw element aan toegevoegd. Het gaat om de mogelijkheid tot aansprakelijkstelling van de verzekeraar van een verplicht beroepspensioen, de verzekeraar van een arbeidspensioen en de verzekeraar van een kapitaalverzekering eigen woning. Die wijzigingen vloeien voort uit de Wet IB 2001 en de naar aanleiding daarvan gewijzigde Invorderingswet 1990.

handelaarskenteken

vervreemding, waardering tegenprestatie

De staatssecretaris van Financiën geeft in een besluit aan op welke wijze de verkoop van een levensverzekering aan een binnenlandse particulier met een compensabel verlies moet worden behandeld.

bewijs, levensonderhoud

lijfrente-overeenkomst, premieaftrek

De staatssecretaris van Financiën beantwoordt een brief van de ChristenUnie over de inkomenspositie van predikanten en voorgangers. De brief is aan de staatssecretaris gezonden naar aanleiding van de brief van 8 december 2000 aan de vaste Commissie voor Financiën (WDB 2000-627U, opgenomen in NTFR 2000/1905). Bevestigd wordt dat predikanten en voorgangers geen gebruik kunnen maken van ondernemersfaciliteiten als zij als genieter van resultaat uit overige werkzaamheden worden aangemerkt.

beperking rente-aftrek, kapitaalstorting, schuldig gebleven

Maandag 11 juni 2001 zal mevrouw Van Rooy, de voorzitter van de studiegroep Vennootschapsbelasting in internationaal perspectief, het eindrapport met de titel 'Verbreding en verlichting' presenteren aan staatssecretaris Bos van Financiën. In het rapport adviseert en analyseert de studiegroep onder meer over de financiering van een eventuele verlaging van de vennootschapsbelasting, het internationale vestigingsklimaat en de internationale concurrentiepositie van Nederland. Daarnaast wordt specifiek aandacht besteed aan onder andere de deelnemingsvrijstelling, dividendstripping, hybride leningen, voorzieningen en afschrijvingen.

Staatssecretaris Bos heeft de nota naar aanleiding van het verslag en de bijbehorende nota van wijziging bij het wetsvoorstel herziening regime fiscale eenheid aan de Tweede Kamer gezonden. Uitgangspunt van het bestaande regime was dat de dochtermaatschappij opgaat in de moedermaatschappij. Dit leidt tot onduidelijkheid over de vraag of een dochtermaatschappij binnen de fiscale eenheid zelfstandig belastingplichtig is. Om die reden was het uitgangspunt van 'opgaan in' in het wetsvoorstel vervangen door dat van consolidatie. Op deze wijziging is in de literatuur en vanuit de praktijk veel kritiek gekomen. Dit is volgens de staatssecretaris aanleiding geweest te bezien of het mogelijk is om de voordelen van de 'opgaan in'-benadering te behouden, terwijl de subjectieve belastingplicht van de gevoegde dochtermaatschappijen buiten twijfel wordt gesteld. In de nota van wijziging is het wetsvoorstel op dit punt aangepast. Daarnaast is nog een aantal andere wijzigingen aangebracht. Er zijn enkele versoepelingen aangebracht in de regels die gelden bij verbreking van een fiscale eenheid. Tevens zijn enkele aanpassingen aangebracht om onbedoeld gebruik tegen te gaan. Binnenkort zal NTFR nader aandacht aan dit wetsvoorstel besteden.

In dit besluit wordt weergegeven dat een voor de loonbelasting erkende pensioenregeling (die in overeenstemming is met de Wet fiscale behandeling pensioenen die per 1 juni 1999 in werking is getreden en waarbij het strikte verband tussen salaris/diensttijd en pensioen is losgelaten) voor de inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting tot een onzakelijke last kan leiden, ook al is overigens sprake van een normale arbeidsbeloning (exclusief de pensioenregeling). Of in een concreet geval sprake is van een onzakelijke last of een uitdeling moet volgens vaste jurisprudentie worden getoetst aan de totale arbeidsbeloning.Ter toelichting worden een aantal situaties beschreven.

De staatssecretaris heeft aangegeven hoe de behandeling van werknemersopties kan plaatsvinden na de arresten van de Hoge Raad van 21 februari 2001. Het betreft de gevolgen voor de heffing van de vennootschapsbelasting (inclusief de heffing wegens excessieve winstuitdelingen: surtax), de dividendbelasting en de kapitaalsbelasting. In het besluit wordt aangeven welke algemene regels uit de arresten blijken. Vervolgens wordt aangegeven tot welke conclusies dit voor de verschillende belastingmiddelen leidt. Daarbij wordt aandacht besteed aan tegemoetkomingen in verband met in het verleden bij belastingplichtigen mogelijk gewekt vertrouwen zulks mede ter voorkoming van verstoringen in lopende werknemersoptieplannen. Tenslotte wordt aandacht besteed aan de toekenning van koopopties in concernverband en aan een beloningsinstrument dat aan optieregelingen verwant is. De staatssecretaris beraadt zich nog op een wettelijke oplossing voor de toekomst om de gevolgen van de arresten voor de dividend- en de kapitaalsbelasting zoveel mogelijk te beperken. Hij verwacht daartoe nog in de zomer van dit jaar met voorstellen te komen. Dit besluit beoogt slechts duidelijkheid te geven voor de overgangsperiode. Een en ander moet worden gezien als een samenhangend geheel. Belastingplichtigen kunnen zich uitsluitend op deze goedkeuringen beroepen indien zij voor alle middelen de uitleg en de goedkeuringen van dit besluit uitdrukkelijk aanvaarden.

boekenonderzoek, navordering, nieuw feit

belasting motorrijtuigen, gezamenlijk bezwaar, splitsing

niet voldoen of afdragen

tijdigheid aangifte

aangifteplicht, doen van vereiste aangifte

aanvang termijn beroep, bekendmaking

In zijn eerste besluit betreffende dit onderwerp heeft de staatssecretaris bepaald dat verzoeken om kostenvergoeding vergezeld moeten gaan van een gespecificeerde nota van de adviseur die de rechtsbijstand heeft verleend (Besluit van 6 maart 2001, nr. RTB2001/1005M – NTFR 2001/443). In zijn tweede besluit over dit onderwerp (Besluit van 4 april 2001, nr. RTB2001/1433M – NTFR 2001/607) is onderscheid aangebracht tussen verzoeken om kostenvergoeding tot een bedrag van f. 500,- en verzoeken om een hogere vergoeding. Verzoeken tot f 500 mochten vanaf dat moment door de eenheid, die ten aanzien van de heffing van IB/PH competent is voor de betreffende belastingplichtige, worden afgedaan en verzoeken om een hogere vergoeding moesten worden voorgelegd aan het Ministerie van Financiën.

Op 27 februari 2001 hebben het Netherlands Trade and Investment Office te Taipei en het Taipei Representative Office in the Netherlands een overeenkomst gesloten ter voorkoming van dubbele belasting in de relatie Nederland en Taiwan. Deze overeenkomst is op 16 mei 2001 in werking getreden. Ter uitvoering van deze overeenkomst is het Besluit voorkoming dubbele belasting Nederland en Taiwan genomen (zie NTFR 2001/753). Bij Koninklijk Besluit is geregeld dat dit Besluit per 16 mei 2001 in werking treedt. Het koninklijk besluit verschijnt op 7 juni 2001 in het Staatsblad (Stb. 256).

Hieronder nemen wij een persbericht op naar aanleiding van een akkoord tussen Nederland en de Nederlandse Antillen over een vernieuwde Belastingregeling voor het Koninkrijk.

aftrek van voorbelasting

Intracommunautaire levering

overschotheffing, steunmaatregel, uitvoeringshandeling

afvalstoffenbelasting, steunmaatregel, uitvoeringshandeling

afschaffen, invoeren, wijzigen

parkeerbelasting

bouwleges