Aflevering 33

Op 13 maart 2000 is het rapport van de werkgroep Moltmaker verschenen onder de titel 'De warme, de koude en de dode hand' (NTFR 2001/870). Deze werkgroep had in opdracht van staatssecretaris Vermeend een voorstel tot aanpassing van de Successiewet gedaan. Op de dag dat het rapport werd gepresenteerd, trad Peper af als minister van Binnenlandse Zaken. Hierdoor kwam deze ministerspost vacant en werd er met mensen geschoven. Als gevolg hiervan werd Vermeend minister van Sociale Zaken en Bos staatssecretaris van Financiën. Deze laatste moest zich inwerken en had daarnaast zijn handen vol aan de Wet IB 2001 inclusief de Wet Ondernemerspakket 2001 en de Veegwet IB 2001. Het rapport van de werkgroep Moltmaker is hierdoor enigszins in de verdrukking geraakt. Onlangs is echter een uitgebreid kabinetsstandpunt gepubliceerd. De inhoud is teleurstellend. Vele ideeën van de werkgroep spreken aan, maar worden door het kabinet niet uitgevoerd. Andere voorstellen verdienen nadere studie en slechts enkele voorstellen worden door het kabinet overgenomen. Eén van de overgenomen voorstellen betreft de algehele partnervrijstelling. Deze was binnen de werkgroep overigens niet onomstreden. In verband met deze vrijstelling wordt ook voorgesteld om het partnerbegrip aan te passen. Op deze onderdelen ga ik nader in.

Op 16 augustus 2001 heeft de staatssecretaris van Financiën het wetsvoorstel 'Wijziging van enkele belastingwetten in verband met de vervanging van de gulden door de euro (Fiscale aanpassingswet euro)' verzonden aan de Tweede Kamer. In dit wetsvoorstel wordt de fiscale wetgeving, waar dit nog niet het geval is, aangepast in verband met de introductie van de euro per 1 januari 2002. Belangrijke delen van de fiscale wetgeving zijn reeds aan de invoering van de euro aangepast. Zo is in het kader van de Belastingherziening 2001 bij de totstandkoming van de Wet inkomstenbelasting 2001 reeds rekening gehouden met de vervanging van de guldensbedragen in die wet door eurobedragen per genoemde datum. Ook in de Wet op de loonbelasting 1964 zijn bij die gelegenheid naast de guldensbedragen de corresponderende eurobedragen al in de wet opgenomen. De resterende aanpassingen zitten in dit wetsvoorstel.

onafhankelijkheid, onderneming

stakingsfaciliteiten, vertrouwensbeginsel

faillissement, vrijvalwinst, winstneming

activering, stichting, tijdstip winstneming

geruisloze doorschuiving, willekeurige afschrijving

na vaststellen winst, toekennen arbeidsbeloning

desinvesteringsbijtelling, navordering, schrijf- of tikfout, ter beschikking stellen

drafsport, onderneming

Door middel van een koninklijk besluit is de overgangsregeling film 2001 met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2001 in werking getreden.

De Uitvoeringsregeling willekeurige afschrijving 2001 is aangevuld met een paragraaf. Hierin is een regeling opgenomen voor willekeurige afschrijving op nieuwe gebouwen. Het moet gaan om investeringen vanaf 2001 die (gedeeltelijk) zijn gelegen in een op de regionale staatssteunkaart 2000-2006 aangewezen gemeente.

arbeid, bestemmingswijziging, onbelast

onbereikbaar, openbaar vervoer, reiskosten

reiskostenforfait, sollicitatiekosten

De staatssecretaris van Financiën keurt in een besluit goed dat vrijwillig betaalde premie voor aanvullende pensioenrechten in een aantal gevallen als negatief loon kan worden gezien.

De staatssecretaris van Financiën heeft op 20 augustus 2001 vragen beantwoord van de Kamerleden De Haan en Van der Vlies over de fiscale behandeling van de woning van predikanten en pastoors.

De staatssecretaris van Financiën heeft het Besluit van 17 mei 2001 (zie NTFR 2001/783*) over de belastingheffing van artiesten, op 13 augustus 2001 aangevuld en onder intrekking van dat besluit opnieuw vastgesteld.

De staatssecretaris van Financiën heeft op 9 augustus een besluit uitgebracht over dienstjaren die bij een nabestaanden- en wezenpensioen op risicobasis in aanmerking kunnen komen. Bij verandering van dienstbetrekking kan een werknemer soms niet alle dienstjaren meenemen die tellen voor de toekenning van het nabestaanden- en wezenpensioen. Het gaat hierbij om gevallen waarin art. 10a Uitvoeringsbesluit LB geen mogelijkheid biedt. Door het tekort aan dienstjaren bij de nieuwe werkgever zouden nabestaanden onvoldoende verzorgd kunnen achterblijven. De staatssecretaris maakt nu een einde aan deze ongewenste situatie. Het besluit gaat in op situaties dat rechten op nabestaanden- en wezenpensioen op risicobasis zijn verzekerd. De staatssecretaris keurt goed dat alle dienstjaren die een werknemer in Nederland heeft doorgebracht, meetellen bij de bepaling van de hoogte van het pensioen. Het besluit geeft vijf voorwaarden waaraan moet worden voldaan om voor de goedkeuring in aanmerking te komen.

onzakelijk, uitdeling

lijfrenten, overgangsregeling

levensonderhoud, Rusland, verwanten

arts, homeopathie

scheepshypotheek

beloning, gift

fraus legis

onderneming, verliesverrekening, vertrouwensbeginsel

De staatssecretaris van Financiën biedt nieuwe parlementaire stukken aan de voozitter van deTweede Kamer aan bij het wetsvoorstel herziening regime fiscale eenheid. Het betreft zowel een nieuwe, tweede nota van wijziging als een reactie op commentaar van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs van 22 juni 2001. Ten opzichte van de eerste nota van wijziging van 1 juni 2001 zijn de aanpassingen beperkt. Voor de praktijk is met name van belang dat in de nieuwe stukken wordt voorgesteld de nieuwe wettekst van toepassing te laten zijn op boekjaren die aanvangen op of na 1 januari volgend op de datum van inwerkingtreding. De staatssecretaris verwacht dat dit 1 januari 2003 zal worden.

fictieve verkrijging

onderhandse akte, schuldigerkenningen

bewijslastverdeling, boekhouding, omkering, verdeling, verwerping

vertrouwensbeginsel

eigen tijd, proceskosten

De staatssecretaris heeft een korte reactie gegeven op de uitspraak van Hof Leeuwarden van 22 juni 2001, nr. 00/447.

afkoopsom, arbeid, dienstbetrekking, toewijzing

boete, formele bezwaren

keuze, leaseauto, ondernemer

Aan de staatssecretaris is de volgende vraag voorgelegd: Zijn de werkzaamheden door een (gediplomeerd) verpleegkundige, bestaande in het geven van een cursus Samen Bevallen aan groepen aanstaande ouders ter voorbereiding op de bevalling, te begrijpen onder de vrijstelling van art. 11, lid 1, onderdeel g, Wet OB 1968?

Volgens art. 11, lid 1, onderdeel h geldt een vrijstelling voor de diensten door lijkbezorgers. Aan de staatssecretaris is de vraag voorgelegd of de vrijstelling ook van toepassing is voor stervensbegeleiding en hulp bij rouwverwerking verricht door de lijkbezorger. De staatssecretaris heeft dit op basis van de volgende overwegingen afgewezen.

In het Besluit van 24 november 2000 is reeds een mededeling gedaan over eenmalige en doorlopende prestaties van advocaten. In dit verband is de volgende vraag gesteld: indien gerechtelijke procedures gericht op een eindresultaat wordt gevoerd, of deze prestatie als eenmalige of doorlopende prestatie gezien dient te worden.

De staatssecretaris is van mening dat ter zake van het geitenkappen door een agrarisch loonbedrijf het algemene tarief van toepassing is. Post 13, van tabel I, onderdeel b, is niet van toepassing, omdat deze werkzaamheden niet eigen zijn aan en kenmerkend voor het agrarisch loonbedrijf. Deze activiteiten worden gewoonlijk verricht door veepedicures of door veeartsen, in welk geval sinds 1 januari 1992 het algemene omzetbelastingtarief van toepassing.

Volgens staatssecretaris Bos van Financiën ondervindt het Nederlandse bedrijfsleven ernstige problemen bij de indiening en de verwerking van BTW-teruggaafverzoeken in een aantal lidstaten van de Europese Unie. Bos antwoordt dit op vragen van het Tweede-Kamerlid Bibi de Vries van de VVD. Bos vindt het moeilijk om te accepteren dat het Nederlandse bedrijfsleven in bepaalde gevallen zo lang moet wachten op teruggaaf en de administratieve last dermate groot is, dat soms zelfs wordt afgezien van een verzoek om teruggaaf, omdat de baten niet opwegen tegen de lasten. Tijdens EU-vergaderingen is deze problematiek herhaaldelijk aan de orde geweest, waarbij ook Nederland richting Europese Commissie heeft aangegeven dat een dergelijke situatie niet acceptabel is. Hoewel een oplossing die zich beperkt tot minder lange wachttijden al een stap voorwaarts zou zijn, neemt Nederland het standpunt in dat gestreefd moet worden naar een meer fundamentele oplossing. De inzet is dus primair gericht op een ingrijpende wijziging van de bestaande communautaire regeling, waarmee tevens bereikt wordt dat gecompliceerde procedures tegen lidstaten die zich niet houden aan de teruggaaftermijnen, niet nodig zijn.

burgemeester en wethouders, incidenteel beroep in cassatie, ontvankelijkheid

woonboten

hotelsuite, werkelijk gebruik

bijgekochte grond, waarde

incidenteel te laag, vergelijkingsobject