Aflevering 10

Gepubliceerd op 7 maart 2002

NTFR 2002/329 - De fbi in het ab: de wetgever ontspoort

Aflevering 10, gepubliceerd op 07-03-2002 geschreven door prof. dr. mr. E.J.W. Heithuis
In het kielzog van de ingrijpende wijziging van de inkomstenbelasting per 1 januari 2001 is met ingang van genoemde datum tevens de bijzondere regeling van de fiscale beleggingsinstelling (fbi) gewijzigd. Deze wijziging hield in dat sedert 1 januari 2001 een fiscale beleggingsinstelling geen aanmerkelijkbelanghouders (ab–houders) meer als aandeelhouder kan hebben. Is dit het geval, dan kan de bijzondere status van fiscale beleggingsinstelling niet worden verkregen dan wel vervalt deze.Op grond van het Besluit van 4 april 2001, nr. CPP2001/765M, V–N 2001/22.10 (vraag C.6) worden incidentele overschrijdingen van de voor een ab–positie vereiste 5%–grens onder voorwaarden gesauveerd. Op deze algemene regel maakt art. 28, lid 2, onderdeel g, Wet VPB 1969 een uitzondering voor lichamen die officieel op de effectenbeurs van Amsterdam worden genoteerd of (sedert 1 januari 2002) lichamen die beschikken over een vergunning op grond van de Wet toezicht beleggingsinstellingen. Dit betekent dat voor een ab–houder slechts de mogelijkheid openstaat om of (1) vermogen in privé te beleggen in box 3 of (2) vermogen in een normaal met vennootschapsbelasting belaste BV te beleggen. Andere smaken zijn er niet. Naar mijn stellige overtuiging heeft hier door de snelheid van het wetgevingsproces een onjuiste beoordeling plaatsgevonden van de bijzondere regeling van de fiscale beleggingsinstelling in relatie tot de nieuwe Wet IB 2001 en de daarin opgenomen forfaitaire vermogensrendementsheffing van box 3. Hieronder zal ik dit nader adstrueren en aangeven wat de wetgever in mijn ogen wel had moeten doen. Ik hoop in elk geval dat het voor een wetswijziging op dit niet onbelangrijke punt nog niet te laat is.

NTFR 2002/336 - Aanpassing verlenging tijdelijke tegemoetkoming film

Aflevering 10, gepubliceerd op 07-03-2002
Het besluit waarin is goedgekeurd dat ook bij investeringen in film na 31 december 2001 de tijdelijke tegemoetkoming film nog wordt toegepast (NTFR 2002/16), is zodanig aangepast dat hij in ieder geval geldt tot 1 april 2002 en dat de filminvesteringsaftrek (NTFR 2002/1428) niet voor die datum in werking zal treden.

NTFR 2002/338 - Besluit naar aanleiding van arresten over piramidespelen

Aflevering 10, gepubliceerd op 07-03-2002
De staatssecretaris van Financiën heeft in een beleidsbesluit aangegeven welke gevolgen de Belastingdienst verbindt aan de recente arresten over piramidespelen (zie NTFR 2002/220, 2002/221 en 2002/222). De visie van de Hoge Raad leidt ertoe dat het resultaat uit een piramidespel – afgezien van de situatie dat het onderdeel van de winst vormt – voor de heffing van de inkomstenbelasting buiten aanmerking blijft indien belanghebbende niet actief bij de organisatie is betrokken. Als wel van een zodanige betrokkenheid sprake is luidt het fiscale oordeel anders. Deze betrokkenheid is volgens het besluit niet altijd aan de benaming te herkennen. De feiten en omstandigheden geven de doorslag bij het oordeel of sprake is van betrokkenheid. Indien van een dergelijke betrokkenheid sprake is, wordt het behaalde voordeel uit het piramidespel in de belastingheffing betrokken. Indien daarvan geen sprake is, kan het voordeel buiten aanmerking blijven. In het besluit wordt aan de inspecteurs verzocht om de lopende bezwaar- en beroepsprocedures stop te zetten. Belanghebbenden kunnen in aanmerking komen voor een bezwaar- en beroepskostenvergoeding. Verzoeken om vermindering van aanslagen die op 1 februari 2002 onherroepelijk vaststaan, worden afgewezen. Het besluit geldt ook onder de Wet IB 2001. De belaste opbrengsten uit een piramidespel worden dan aangemerkt als resultaat uit overige werkzaamheden.

NTFR 2002/339 - Bekendmaking percentage scholingsfondsen

Aflevering 10, gepubliceerd op 07-03-2002
De staatssecretaris van Financiën maakt in dit besluit voor een aantal fondsen bekend welk percentage van de uitgaven van het fonds in 1999, 2000 en 2001 betrekking heeft op scholingskosten. Aan de hand van dit percentage kan, respectievelijk, voor het kalenderjaar 2000, 2001 of 2002 worden vastgesteld welk deel van de aan een fonds verschuldigde bijdrage wordt beschouwd als scholingskosten van de in een onderneming werkzame personen. Voor dergelijke scholingskosten kan, respectievelijk, voor het jaar 1999, 2000 of 2001 op grond van art. 11c Wet IB 1964 en art. 3.48 Wet IB 2001 een aanvullend bedrag ten laste van de winst worden gebracht (scholingsaftrek). Voor inhoudingsplichtigen die niet aan de IB of VPB zijn onderworpen zijn de scholingskosten gefacilieerd via de in art. 15a van de WVA geregelde afdrachtsvermindering scholing.

NTFR 2002/344 - Aanpassing inkomensgrens verhoogde aanvullende kinderkorting

Aflevering 10, gepubliceerd op 07-03-2002
De staatssecretaris van Financiën heeft via een brief aan de Tweede Kamer bekend gemaakt dat de inkomensgrens om in aanmerking te komen voor de verhoogde aanvullende kinderkorting die per 1 juli aanstaande ingaat niet – zoals opgenomen in het Belastingplan 2002-I –€ 25.704 zal bedragen, maar € 26.484. Hierdoor komen meer belastingplichtigen voor deze extra heffingskorting in aanmerking. De aanpassing hangt samen met de maximale inkomensgrens voor de Huursubsidiewet per 1 juli 2002. Thans is definitief bekend geworden dat deze € 26.484 zal bedragen.

NTFR 2002/345 - Juridische fusie. Afdoening verzoeken door de inspecteur

Aflevering 10, gepubliceerd op 07-03-2002
De staatssecretaris heeft een herzien besluit uitgebracht over de algemene toestemming aan inspecteurs voor afdoening van verzoeken over juridische fusies. Het aantal gevallen waarin een verzoek om fiscale begeleiding van een juridische fusie door de inspecteur naar het Ministerie (Centrum voor proces- en productontwikkeling) moet worden gestuurd, wordt hierdoor verminderd.

NTFR 2002/356 - Verhuur schoolboeken door onderwijsinstellingen BTW-vrijgesteld

Aflevering 10, gepubliceerd op 07-03-2002
De staatssecretaris is van mening dat de verhuur van schoolboeken door onderwijsinstellingen aan hun leerlingen BTW-vrijgesteld is omdat de Zesde Richtlijn, anders dan de wet, expliciet vermeldt dat ook de diensten en goederenleveringen die nauw met dit onderwijs samenhangen, zijn vrijgesteld. Dit is het geval met de verhuur van schoolboeken.

NTFR 2002/357 - Vakinhoudelijke huiswerk- en studiebegeleiding altijd BTW-vrijgesteld

Aflevering 10, gepubliceerd op 07-03-2002
Ondernemers, niet-onderwijsinstellingen, die huiswerk- en/of studiebegeleiding verstrekken, kunnen niet afzien van de BTW-onderwijsvrijstelling ten aanzien van de vakinhoudelijke huiswerk- en/of studiebegeleiding. De keuze tot belastingheffing is alleen ten aanzien van de niet-vakinhoudelijke begeleiding mogelijk, die immers slechts bij wijze van goedkeuring is vrijgesteld in Mededeling 56.

NTFR 2002/358 - Verhuur van ziekenhuis-TV's en telefoons BTW-belast

Aflevering 10, gepubliceerd op 07-03-2002
Het door ziekenhuizen tegen betaling aan patiënten ter beschikking stellen van TV's en telefoons kan volgens de staatssecretaris niet delen in de BTW-vrijstelling voor ziekenhuisverzorging (art. 11, lid 1, onderdeel c, Wet OB 1968) of in de sociaal-culturele vrijstelling (art. 11, lid 1, onderdeel f, Wet OB 1968). Aan het ter beschikking stellen van TV's en telefoons ligt geen medische indicatie ten grondslag.

NTFR 2002/359 - Symposia 'Flexibele arbeidsvoorwaarden' en 'Mamma-care' BTW-vrijgesteld

Aflevering 10, gepubliceerd op 07-03-2002
Symposia 'Flexibele arbeidsvoorwaarden in de gezondheidszorg' en 'Mamma-care, verleden, heden en toekomst' zijn volgens de staatssecretaris aan te merken als BTW-vrijgestelde beroepsopleidingen. Op grond van Mededeling 8 en 14 (Besluiten van 24 juni 1993, nr. VB93/1755 en van 9 december 1993, nr. VB93/3598) kan met betrekking tot deze symposia worden geopteerd voor BTW-heffing. Sponsoractiviteiten door de organisator, ter financiering van dergelijke symposia en congressen zijn afzonderlijke aan BTW-heffing onderworpen diensten. Van absorptie door de symposia kan geen sprake zijn, omdat de sponsordiensten jegens andere afnemers (bedrijven) worden verricht dan de symposia (de cursisten).

NTFR 2002/360 - Private scholen mogen kantines buiten 3-1-h-afzienregeling houden

Aflevering 10, gepubliceerd op 07-03-2002
Privaatrechtelijke onderwijsinstellingen mogen afzien van de integratieheffing in geval van nieuwbouw voor het verstrekken van wettelijk geregeld onderwijs. Bij medegebruik voor andere activiteiten mag het afzien plaatsvinden naar rato van de mate waarin het gebouw wordt gebruikt voor het verstrekken van wettelijk geregeld onderwijs. De in het Besluit van 30 maart 1999, nr. VB/1999/0696, vermelde term 'andere activiteiten' behoeft niet restrictief te worden geïnterpreteerd. Onder deze term valt ook het door een onderwijsinstelling exploiteren van een kantine.

NTFR 2002/363 - OR-cursussen BTW-vrijgestelde beroepsopleidingen

Aflevering 10, gepubliceerd op 07-03-2002
Cursussen voor leden van een ondernemingsraad (OR), die ten doel hebben de deelnemers goed toe te rusten voor hun taak als OR-lid, worden aangemerkt als arbeid voor de onderneming. Dergelijke cursussen dienen derhalve te worden aangemerkt als een beroepsopleiding in de zin van art. 11, lid 1, onderdeel o, 2° Wet OB 1968 jo. art. 8.1, onderdeel a, Uitv.besluit OB 1968?