Ga verder naar content
SduNDFR

Aflevering 11

Gepubliceerd op 14 maart 2002

NTFR 2002/365 - Renteaftrek in de vennootschapsbelasting: een verdwijnend fenomeen?

Aflevering 11, gepubliceerd op 14-03-2002 geschreven door dr. J. Doornebal
In de afgelopen jaren is de renteaftrek in de vennootschapsbelasting in toenemende mate onder druk komen te staan. In deze opinie worden de hoofdlijnen van deze ontwikkeling geschetst en van commentaar voorzien. Tevens wordt ingegaan op de vraag of het aanbeveling verdient om de (resterende) renteaftrek in de vennootschapsbelasting af te schaffen en over te stappen op een systeem van 'assets–based profit accounting' (ABPA).

NTFR 2002/375 - Maatregelen in verband met de explosie in Enschede; eigen woning

Aflevering 11, gepubliceerd op 14-03-2002
De staatssecretaris heeft het besluit waarin maatregelen zijn getroffen in verband met de explosie in Enschede (Besluit van 18 mei 2000, nr. VB2000/580M, NTFR 2000/731M) uitgebreid met een paragraaf over toepassing van de eigenwoningregeling bij de getroffenen. Woningen die door de ramp niet meer bewoond zijn, kunnen vanaf de datum van de vuurwerkramp tot de oplevering na het herstel als eigen woning blijven gelden. De tijdens de herstelperiode betaalde (hypotheek)rente op de eigenwoningschuld blijft dus aftrekbaar. In gevallen waarin een rentevergoeding is ontvangen over in depot gestorte schadevergoedingen voor de eigen woning, moet saldering tussen de financieringsrente van de eigen woning en de depotrente plaatsvinden. Het eigenwoningforfait wordt vanaf de datum van de vuurwerkramp tot de oplevering van de herstelde eigen woning op nihil gesteld. Voor gevallen waarin een ernstig beschadigde woning nog enige tijd na de ramp bewoond is gebleven in afwachting van vervangende woonruimte, en voor gevallen waarin de bewoning gedurende de herstelperiode is voortgezet, kan met de inspecteur op individuele basis worden gezocht naar een passende fiscale behandeling.

NTFR 2002/376 - Splitsing van hypotheekrente

Aflevering 11, gepubliceerd op 14-03-2002 geschreven door drs. M.J.A.M. van Gijlswijk
De staatssecretaris maakt via dit beleidsbesluit bekend dat in bepaalde gevallen bedragen die worden betaald als rente van geldlening niet volledig als eigenwoningrente in aftrek kunnen worden gebracht. Het gaat om producten waarbij naast de gebruikelijke elementen sprake is van bijzondere bedingen en/of voorwaarden. Als voorbeeld wordt genoemd een product met naast de geldlening een spaarcontract (in box 3) waarbij de rentevergoeding over het spaarsaldo hoger is dan gebruikelijk. Voorts worden ook nog als voorbeeld genoemd producten waarbij een hogere rentevergoeding wordt berekend omdat de debiteur de schuld naar keuze kan aflossen in vreemde valuta. Als sprake is van afzonderlijke rechten en verplichtingen moeten deze producten worden gesplitst in een box 1- en een box 3-deel. Indien de omvang van de rechten of verplichtingen uit hoofde van de met de overeenkomst van geldlening samenhangende overeenkomst verwaarloosbaar is, keurt de staatssecretaris goed dat een splitsing achterwege blijft.

NTFR 2002/379 - Autokostenforfait bij medewerkers autodealers

Aflevering 11, gepubliceerd op 14-03-2002
De staatssecretaris van Financiën heeft een besluit gepubliceerd over het maken van praktische afspraken met de Belastingdienst inzake de toepassing van het autokostenforfait bij werknemers van autodealers. Deze werknemers maken volgens het besluit relatief vaak gebruik van demonstratieauto's waarvan de catalogusprijs onderling aanzienlijk verschilt. Voor de desbetreffende werknemers geldt een forfaitaire bijtelling wegens privé-gebruik van 25% van de catalogusprijs van de gebruikte auto's. Er wordt immers geen rittenadministratie bijgehouden. De bijtelling wegens privé-gebruik, die afgeleid zou moeten worden van de catalogusprijs van de auto's waarin naar tijdsgelang is gereden, is volgens de staatssecretaris niet zonder intensieve administratieve vastleggingen vast te stellen. In een bij het besluit opgenomen bijlage is een voorbeeld gegeven van hoe de catalogusprijs voor deze medewerkers op praktische wijze kan worden vastgesteld. Dergelijke collectieve afspraken met de Belastingdienst kunnen andere werkgevers onder vergelijkbare omstandigheden ook voor hun werknemers maken.

NTFR 2002/398 - Toepassing verdrag met Italië op nieuwe belasting

Aflevering 11, gepubliceerd op 14-03-2002
Per 1 januari 1998 zijn bepaalde Italiaanse heffingen, waaronder de lïmposta locale sui redditi (lokale inkomstenbelasting; ILOR), vervallen en vervangen door de Imposta regionale sulle attivita produttive (IRAP), een regionale belasting op productieve activiteiten. In art. 2 van het belastingverdrag met Italië wordt bij de belastingen waarop het verdrag van toepassing is onder meer de ILOR genoemd. Omdat het verdrag ingevolge art. 2, lid 4 ook van toepassing is op alle gelijke of in wezen gelijksoortige belastingen die na de datum van ondertekening van de Overeenkomst naast of in plaats van de bestaande belastingen worden geheven, en de ILOR in wezen gelijksoortig is aan de IRAP, is met de Italiaanse autoriteiten overeengekomen dat de IRAP is te beschouwen als een belasting waarop het verdrag van toepassing is.

NTFR 2002/399 - Ondertekening belastingverdrag Nederland en Mongolië

Aflevering 11, gepubliceerd op 14-03-2002
Nederland en Mongolië hebben op 8 maart 2002 te Ulaan Baatar een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting tussen Nederland en Mongolië getekend. Dit verdrag betreft belastingen naar het inkomen. Het verdrag past in het netwerk van vergelijkbare belastingverdragen die het Koninkrijk der Nederlanden met tal van andere landen ter wereld is aangegaan.