NTFR 2002/116 - Ambtshalve aanslag was juist vastgesteld
Aflevering 3, gepubliceerd op 17-01-2002 Y is in 1996 overleden. Y had geen testament. Haar naaste verwanten zijn neven en nichten waaronder belanghebbende. De gemeente heeft een kennisgeving van overlijden verzonden naar de inspecteur waarin het adres van belanghebbende als ervenadres werd vermeld. De inspecteur heeft een aangiftebiljet aan belanghebbende verzonden. Ter zake van het overlijden van Y is, na herhaaldelijk uitstel van de inspecteur, geen aangifte ingediend. Aan de erven Y is ambtshalve een aanslag opgelegd. Gelet op de door de gemeente aan de inspecteur gezonden kennisgeving van overlijden, en het feit dat de inspecteur geen gegevens had die in een andere richting wezen, had de inspecteur het aangiftebiljet terecht naar belanghebbende gezonden. Dat belanghebbende de erfenis nog niet had aanvaard doet daaraan niet af. Ingevolge art. 8 AWR dient een ieder die is uitgenodigd tot het doen van aangifte, aangifte te doen. Belanghebbende heeft de vereiste aangifte niet gedaan. Gelet op onder meer het feit dat belanghebbende tegen de aanslag bezwaar heeft gemaakt, beroep heeft ingediend namens de erven, hij in het bezwaar/beroepschrift niet heeft gesteld dat hij geen erfgenaam is, hij klaarblijkelijk inzicht had in de bezittingen en schulden van de nalatenschap, heeft belanghebbende het vermoeden van erfgenaam niet ontzenuwd. Belanghebbende heeft voorts de door hem opgevoerde kosten niet aannemelijk gemaakt. De inspecteur had de aanslag juist vastgesteld.