Aflevering 35

Het is niet moeilijk jezelf tegen te spreken. Dat overkomt menig mens regelmatig. Dergelijke inconsistenties vormen voer voor juristen. Gaat het om rechterlijke uitspraken, dan pluist men deze na op zogeheten 'innerlijke tegenstrijdigheden'. Is daarvan sprake, dan kan dat leiden tot de vernietiging daarvan. Is jezelf tegenspreken dus gemakkelijk, tot een wezenlijk ander inzicht komen lijkt moeilijker. Het is een natuurlijke neiging zich te stijven in het eigen standpunt, daar zonodig de argumenten bij te zoeken en vervolgens van geen wijken te weten. Het is niet zozeer, dat men zijn ongelijk niet wil bekennen, men heeft daarvoor eenvoudig geen oog meer. Ook hiervoor hebben juristen een passende oplossing gevonden. Zo is het in de rechtspraak onbestaanbaar, dat men in beroep komt bij dezelfde rechter, die de gewraakte beslissing heeft gegeven. Deze staat er immers niet meer onbevangen tegenover. Een echte herkansing wordt aan de justitiabele in dat geval niet geboden.

activeren van kosten, kostprijs

geruisloze overgang, inbreng onderneming, verkrijgingsprijs

aanslag, premie ziekenfonds

De staatssecretaris van Financiën brengt een vraag-en-antwoordbesluit uit over de toepassing van de eigenwoningregeling. Het besluit bevat vragen en antwoorden over de volgende onderwerpen:

inwoner, vervreemdingsmoment, wilsovereenstemming

echtscheiding, levensonderhoud, onderhoud in natura

orthomoleculair geneeskundige

Het Ministerie van Financiën maakt via een persbericht bekend dat de Belastingdienst in de week van 19 augustus bij bijna 650.000 belastingplichtigen die een voorlopige teruggaaf in verband met de algemene heffingskorting hebben aangevraagd, een bedrag van € 9 stort op bank- of girorekening. Dit is de verhoging van de algemene heffingskorting die eerder door de Tweede Kamer werd vastgesteld bij de behandeling van het Belastingplan 2003 (zie NTFR 2002/1725).

De staatssecretaris van Financiën beantwoordt in dit beleidsbesluit twee vragen over de heffing van successierecht bij instellingen van algemeen belang als bedoeld in art. 24, lid 4, Successiewet 1956.

De staatssecretaris van Financiën beantwoordt in dit besluit een vraag over vrijstelling van schenkingsrecht in verband met heffing van inkomstenbelasting als bedoeld in art. 33, lid 1, onderdeel 9, Successiewet 1956.

De staatssecretaris van Financien maakt bekend wanneer aan buitenlandse rechtspersonen kwijtschelding kan worden verleend van successie- en schenkingsrecht en recht van overgang dat is verschuldigd wegens verkrijgingen door buitenlandse publiekrechtelijke rechtspersonen en buitenlandse instellingen die het algemeen nut beogen.

De staatssecretaris van Financiën beantwoordt in dit besluit een vraag over samenloop van schenkingsrecht en overdrachtsbelasting. Het gaat om de volgende situatie.

assurantiebelasting, verzekeringsovereenkomst

De staatssecretaris van Financien heeft een besluit uit 1996 aangepast aan de Wet IB 2001. In het besluit wordt goedgekeurd dat het crediteringsmaximum bij ruisende omzettingen wordt gesteld op het bedrag waarvoor in de inkomstenbelasting een aftrek van lijfrente mogelijk is op grond van art. 3.127, 3.128 en 3.129 Wet IB 2001.

De staatssecretaris van Financiën maakt in dit beleidsbesluit bekend dat alle kantoren van de Belastingdienst op alle werkdagen vanaf 09.00 uur tot 15.00 uur zijn geopend voor het aanbieden van akten voor registratie. Dit betekent dat een akte die na 15.00 uur wordt aangeboden, als dagtekening van registratie de datum van de eerstvolgende werkdag krijgt. Deze regeling is gebaseerd op art. 13 Registratiewet 1970 en art. 7 Uitvoeringsbeschikking Registratiewet 1970.

hardheidsclausule, heffingsrente, uitsmeerregeling

hardheidsclausule, middeling

omkering bewijslast, strafdossier, strafzaak

administratieplicht, omkering bewijslast

connexiteit, voorlopige voorziening

medische redenen, postbezorging, termijnoverschrijding

De staatssecretaris van Financiën heeft mede namens de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit antwoord gegeven op kamervragen over het gebruik door de Belastingdienst van de naam F. Vogelpest. De vragen waren gesteld door de kamerleden De Wit, Van Vroonhoven-Kok en Verburg.

De staatssecretaris van Financiën heeft besloten om de tijdelijke en algemene compensatieregeling voor Nederlandse grensarbeiders aan te passen. Deze compensatieregeling is opgenomen in het nieuwe Verdrag met België. Het betreft een tweetal uitbreidingen van de tijdelijke regeling en een uitbreiding van de algemene regeling. De staatssecretaris kondigt aan dat hij een wetswijziging in voorbereiding heeft waardoor de tijdelijke compensatieregeling ook van toepassing wordt op zeelieden, piloten e.d. en op bepaalde overheidsfunctionarissen. Verder zal de algemene compensatieregeling worden uitgebreid met belastingplichtigen die werkzaam zijn voor de Belgische overheid.

bewijslastverdeling, factuur, melding omzetbelasting

deelname economische verkeer, ondernemerschap, onderneming

De staatssecretaris is van mening dat de transparantieregeling van toepassing is op de regionale brandweer. De aan een regionale brandweer in rekening gebrachte omzetbelasting die verband houdt met de uitvoering van de in art. 3, lid 2, Brandweerwet genoemde taken, komt bij de deelnemende gemeenten op de voet van Wet BCF voor compensatie in aanmerking, als ware die omzetbelasting rechtstreeks aan die deelnemende gemeenten in rekening gebracht. Uiteraard geldt voor zowel de regionale brandweer als de deelnemende gemeenten dat deze moet voldoen aan de voorwaarden die gelden voor de toepassing van de transparantieregeling.

Omdat per 1 april 2003 de AWBZ-thuiszorgregeling is gewijzigd, moet ook art. 11, lid 1, onderdeel g, Wet OB 1968 (de thuiszorgvrijstelling) die bij de oude regeling aansloot worden gewijzigd. De staatssecretaris geeft in dit besluit aan dat, in afwachting van een wetswijziging, de diensten op het gebied van de thuiszorg kunnen worden vrijgesteld overeenkomstig de situatie van vóór 1 april 2003, met dien verstande dat uit de administratie van de zorgverlener moet blijken dat er sprake is van geïndiceerde zorg én dat deze zorg ten huize van de zorgbehoevende wordt verleend.

Een ondernemer die normaliter belaste prestaties verricht, organiseert een kansspel als bedoeld in art. 2, lid 1, Wet op de kansspelbelasting, dat gewoonlijk zou vallen onder de BTW-vrijstelling van art. 11, lid 1, onderdeel l, Wet OB 1968. Het kansspel is niet toerekenbaar aan enige andere prestatie, zoals de verkoop van goederen. Voor deelname aan het kansspel wordt geen vergoeding in rekening gebracht. De vraag rijst of de BTW op de kosten van het kansspel aftrekbaar zijn, omdat immers gesteld kan worden dat er geen vrijgestelde prestatie is omdat een vergoeding ontbreekt en dus helemaal geen prestatie geconstateerd kan worden.

A schakelt B in bij een project voor herintreders op de arbeidsmarkt (agrarische vrouwen helpen bij het kiezen van een juiste baan buitenshuis). A verricht jegens B: 1. de werving en selectie van deelnemers; 2. de uitvoering van trainingsdagen (gericht op persoonlijk bewustwordingsproces bij de deelnemers; in hoge mate is de groep zelfsturend, trainer is procesbegeleider); 3. nazorg en afronding. De staatssecretaris is van mening dat het niet gaat om onderwijs (vrijgesteld van BTW), maar om het begeleiden van herintreders (BTW-belast).

De inkomsten die een amateursportvereniging verwerft door middel van het plaatsen van advertenties in het clubblad van deze vereniging, blijft op grond van punt 4 van het besluit van 5 november 2001, nr. CPP2001/2158M, geheel buiten de heffing van omzetbelasting. Dit houdt volgens de staatssecretaris tevens in dat zij niet meegenomen behoeven te worden bij de beoordeling of de grens voor de fondswervende activiteiten van art. 11, lid 1, onderdeel v, Wet OB 1968 is overschreden.

Op de vraag of er sprake is van een te belasten prestatie wanneer de toegang tot een museum gratis is en zonder enige verplichting een vrijwillige bijdrage wordt betaald, antwoordt de staatssecretaris dat dat niet het geval is. 'Een eventueel door de bezoeker betaalde vrijwillige bijdrage vormt niet een vergoeding in de zin van artikel 8 van de Wet. Ik baseer mij hierbij op de uitspraak van het Europese Hof van Justitie van 3 maart 1994, (Tolsma), nr. C-16/93, BNB 1994/271. Over de vrijwillig betaalde bijdragen is derhalve geen omzetbelasting verschuldigd.'

In de paragrafen 9.2, 9.3 en 9.4 van hoofdstuk 7 van het Voorschrift margeregeling (besluit van 20 december 2001, nr. CPP2001/2177M) is beoogd een vereenvoudigde regeling te treffen voor de heffing van omzetbelasting op telefoonkaarten bij grensoverschrijdende transacties. Mij is echter gebleken dat die regelingen tot misverstanden en daardoor tot een onjuiste heffing kunnen leiden.In verband daarmee heb ik besloten de genoemde paragrafen met ingang van heden in te trekken. Die intrekking geldt niet alleen voor nog uit te geven telefoonkaarten maar ook voor kaarten die hiervoor zijn uitgegeven en door handelaren/bemiddelaars nog worden 'doorverkocht'.

In mededeling 36, par. 7.2, is goedgekeurd dat het detacheren van overheidspersoneel bij een andere instantie, onder bepaalde omstandigheden niet leidt tot BTW-heffing. De staatssecretaris is van mening dat de goedkeuring alleen geldt voor een maximale periode van één jaar. In geval van een vooraf overeengekomen en een niet vooraf overeengekomen tweede daarop volgende periode geldt de goedkeuring niet. Betekent in de situatie van de vooraf overeengekomen periode dat achteraf blijkt dat er eigenlijk een detacheringsperiode van (bijvoorbeeld) 24 maanden in totaal is overeengekomen, dan is zelfs de gehele periode BTW-belast. Overigens verhindert een eventuele berekening van een overheadtoeslag door de gemeente reeds de toepassing van de goedkeuring; mededeling 36 stelt immers als voorwaarde dat de vergoeding voor de terbeschikkingstelling beperkt dient te blijven tot de brutoloonkosten. Ook als niet voldaan wordt aan het vereiste dat de CAO's van uitlener en inlener gelijk moeten zijn, geldt de goedkeuring niet.

bestemmingsplan, cultuurgrondvrijstelling

forensenbelasting, huurbemiddelingsovereenkomst

bouwleges, kostendekkingspercentage

bevrijdende betaling

Koopsomtelefoon, vergelijkingsobjecten

bestemmingsplan, windmolenpark, windturbinepark