Aflevering 21

Gepubliceerd op 21 mei 2004

NTFR 2004/721 - Wetswijziging VAR, problemen opgelost?

Aflevering 21, gepubliceerd op 21-05-2004 geschreven door mr. E. van Waaijen
De regelgeving rondom de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) kent een lange lijdensweg. Een uitspraak van de CRvB waarin zelfstandige belichtingsmedewerkers die via een derde voor de NOS werkten voor die opdracht in (fictieve) dienstbetrekking werden geacht, was het begin. CRvB 21 november 1990, Premie 1989/60 en 61. Sindsdien zijn er vele pogingen ondernomen met de uitvoeringsinstantie tot afspraken te komen om zelfstandigen in dergelijke situaties als zelfstandige te blijven aanmerken. Handreiking voor de inhouding van loonbelasting en premie volksverzekeringen in de automatiseringsbranche 1998. Er volgden convenantenOnder andere convenant tussen Lisv en de werkgevers– en werknemersorganisaties in audiovisuele branche 1997; convenant tussen de Bedrijfsvereniging voor Bank– en Verzekeringswezen, Groothandel en Vrije Beroepen en de RIM 1.1.1997; convenant inzake zelfstandigheidverklaring voor waarnemers tussen Lisv en belangenverenigingen (para) medische beroepen 1.1.2000., aanpassingen van de regelgevingBesluit van 19 augustus 1998, nr. SV/WV/98/2920., zelfstandigheidscriteria per brancheOnder andere Besluit voor de vaststelling van de zelfstandigheid van interimmanagers van 30 september 1998, Stcrt. 1998, nr. 193, laatstelijk gewijzigd op 10 maart 1999; Besluit verzekeringsplicht contactdocenten, Stcrt. 2000, nr. 169. en uiteindelijk greep de wetgever in. Art. 3.156 Wet IB 2001. De VAR werd geboren, eerst voor de belastingheffing en een jaar later ook voor de werknemersverzekeringen. De huidige VAR WUO geeft geen rechtszekerheid. NTFR 2003/700. Uitvoerders kunnen altijd achteraf nog een dienstbetrekking constateren. Ook beleidsregelsBesluit 25 november 2002, nr. DGB 2002/6536M, Stcrt. 234, NTFR 2002/1849. en aangepaste beleidsregelsWijziging beleidsregels beoordeling dienstbetrekking, 14 juli 2002, Stcrt. 2002, nr. 138. mochten niet baten. Uiteindelijk is de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gezwicht voor de druk van de Tweede Kamer met een echte oplossing te komen. Persbericht minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 29 april 2004, nr. 04/017, NTFR 2004/655

NTFR 2004/744 - Foutje in Bijstellingsregeling 2004 hersteld

Aflevering 21, gepubliceerd op 21-05-2004
In de Bijstellingsregeling 2004 is verzuimd het percentage van art. 3.112, lid 5, Wet IB 2001 aan te passen. Dit is het percentage eigenwoningforfait dat wordt gehanteerd voor eigen woningen gedurende tijdelijk verblijf elders (art. 3.111, lid 6). Voor 2003 bedroeg dit percentage 1,3. Het bedoelde percentage van art. 3.112, lid 5, wordt met ingang van 1 januari 2004 verhoogd naar 1,40.

NTFR 2004/745 - Vragen en antwoorden kapitaalverzekeringen

Aflevering 21, gepubliceerd op 21-05-2004
De staatssecretaris van Financiën beantwoordt in dit beleidsbesluit vijf vragen over de kapitaalverzekering eigen woning en over het overgangsrecht voor kapitaalverzekeringen in box 3. In het besluit is – vooruitlopend op een in te dienen voorstel tot wetswijziging – onder meer een goedkeurende regeleling opgenomen voor een fiscaal geruisloze voortzetting van een kapitaalverzekering eigen woning bij het aangaan en bij het beëindigen van een huwelijk of duurzaam gemeenschappelijke huishouding.

NTFR 2004/751 - Financiën opent website 'VPB 2007'

Aflevering 21, gepubliceerd op 21-05-2004
Staatssecretaris Wijn heeft ambitieuze plannen om de Wet VPB 1969 te moderniseren. Hij spreekt over een project 'VPB 2007'. De bedoeling is om 'een up-to-date bedrijfsbelasting in 2007' te bereiken. Wij besteden eerder aandacht aan dit voornemen in NTFR 2004/277. De staatssecretaris had toen voor het eerst zijn voornemen bekend gemaakt tijdens een gastcollege aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

NTFR 2004/752 - Voornemen van Wijn tot modernisering VPB: een (on)mogelijkheid?

Aflevering 21, gepubliceerd op 21-05-2004
Staatssecretaris Wijn van Financiën heeft aangekondigd de vennootschapsbelasting te willen moderniseren, mede in het licht van de Europese ontwikkelingen. Nederland moet volgens Wijn binnen Europa een fiscaal aantrekkelijk vestigingsklimaat hebben. Deze wetgevingsoperatie moet echter wel budgettair neutraal verlopen. Dat lijkt op voorhand bijna onmogelijk, meent prof.mr. Gerard Meussen, hoogleraar algemeen belastingrecht aan de KU Nijmegen: 'De taak van de rechtswetenschap is het om de politiek een handreiking te bieden over hoe de vennootschapsbelasting er in de nabije toekomst – in een Europese context – in Nederland uit zou kunnen zien'. In zijn oratie op vrijdag 14 mei jl. zette de nieuwe Nijmeegse hoogleraar belastingrecht zijn ideeën over harmonisatie, politieke onwil en de rol van het Hof van Justitie EG uiteen.

NTFR 2004/753 - Frankrijk erkent Nederlandse samenlevingsvormen niet

Aflevering 21, gepubliceerd op 21-05-2004 geschreven door mr. A.M. Vrenegoor
In antwoord op kamervragen geeft de staatssecretaris van Financiën aan dat bij de vervolgonderhandelingen met Frankrijk over een successieverdrag aan een tweetal zaken, die spelen voor Nederlanders met een tweede woning in Franktrijk, aandacht zal worden geschonken. Ten eerste zal aandacht worden besteed aan het feit dat Frankrijk noch een in Nederland gesloten notariële samenlevingsovereenkomst noch een in Nederland geregistreerd partnerschap of een in Nederland gesloten huwelijk tussen personen van hetzelfde geslacht erkent. Een tweede punt van aandacht vormt de Franse adoptievorm die Frankrijk – ter bereiking van een laag successierechttarief – verplicht heeft gesteld in geval van adoptie van kinderen ouder dan 15 jaar. Deze adoptievorm bestaat niet in Nederland en kan alleen worden uitgesproken als ten minste één van de adoptanten in Frankrijk woont.