Aflevering 46

Het in de aanloop van Prinsjesdag 2004 gepubliceerde wetsvoorstel tot aanpassing van de fiscale behandeling van VUT/prepensioen en tot introductie van de levensloopregeling heeft maatschappelijk nogal wat verzet opgeroepen en tot acties van de zijde van de vakbonden geleid. Gelukkig hebben kabinet en sociale partners elkaar op 5 november jl. gevonden in het Sociaal Akkoord 2004. Zie NTFR 2004/… In de samenvatting van het akkoord die op de website van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is gepubliceerd, heeft het er alle schijn van dat het akkoord die onderdelen van het wetsvoorstel die ik in mijn bijdrage aan deze rubriek bespreek, niet of nauwelijks zal beïnvloeden. Uiteraard zal dat pas zeker kunnen worden gezegd zodra de nota van wijziging die hierop betrekking heeft, is gepubliceerd. Voor mijn onderwerp is van belang dat ook in het nu gesloten akkoord de fiscale faciliteiten voor VUT– en prepensioenregelingen met ingang van 1 januari 2006 komen te vervallen voor mensen die op 31 december 2004 nog geen 55 jaar zijn. Om die reden waag ik het erop om in deze bijdrage in te gaan op de onderdelen van het wetsvoorstel die betrekking hebben op de voorgestelde wijzigingen van het lijfrenteregime. De vraag zal centraal staan hoe deze wijzigingen zich verhouden tot de aanpassingen op het terrein van de fiscale behandeling van aanspraken op prepensioen en overbruggingspensioen. Met name het overgangsrecht geeft verschillen tussen het pensioen– en lijfrenteregime te zien waarvan ik me afvraag of deze juist zijn.

Het kabinet heeft kort na middernacht op 6 november met werkgevers en werknemers een akkoord gesloten, dat afspraken bevat over levensloop, flexibele pensionering, de WAO, de WW, de loonontwikkeling en de kinderopvang. De organisaties van werkgevers en werknemers en het kabinet zijn overeengekomen dat de fiscale ondersteuning voor VUT– en prepensioenregelingen vervalt voor mensen die per 1 januari 2005 55 jaar of jonger zijn. Daartegenover staat dat de levensloopregeling wordt verruimd, zodat werknemers fiscaal voordelig kunnen sparen om verlof op te nemen of eerder te stoppen met werken. Verder worden de WAO–maatregelen versoepeld en vraagt het kabinet de Sociaal–Economische Raad (SER) advies uit te brengen over de toekomstbestendigheid van de WW. De bonden hebben toegezegd dat loonstijgingen het komende jaar uiterst terughoudend zullen zijn.

De staatssecretaris van Financiën heeft de nota naar aanleiding van het nader verslag betreffende het Belastingplan 2005 naar de Tweede Kamer gezonden. In deze nota naar aanleiding van het nader verslag gaat de staatssecretaris in op de vragen die de Tweede Kamer stelde over de tweede nota van wijziging (behoud grijs kenteken voor ondernemers). Tevens diende de staatssecretaris een derde nota van wijziging in. In deze derde nota van wijziging wordt onder meer een wijziging voorgesteld van de BPM–bepaling voor de autolease– en autoverhuurbedrijven. Hiermee kan de ondernemer onder voorwaarden ook teruggaaf van de BPM en een verlaagd MRB–tarief krijgen voor geleasde of gehuurde bestelauto‘s, die tenaamgesteld blijven op het lease– of verhuurbedrijf. Verder is de tekst van de vrijstelling van overdrachtsbelasting verduidelijkt en worden de percentages voor de terugkeerreserve afgestemd op het verlaagde vennootschapsbelastingtarief. Ten slotte worden enkele technische wijzigingen voorgesteld.

De staatssecretaris van Financiën heeft de nota naar aanleiding van het verslag betreffende de Fiscale onderhoudswet 2004 naar de Tweede Kamer gezonden. Tevens diende de staatssecretaris een nota van wijziging in. Voorgesteld wordt daarin ondermeer om de wijzigingen van art. 2.17 Wet IB 2001 (toerekening inkomensbestanddelen) en art. 5.4 Wet IB 2001 (toedeling rendementsgrondslag bij verkrijging krachtens erfrecht) in werking te laten treden per 1 januari 2005 in plaats van per de eerste dag van de derde kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst. Het wetsvoorstel bespraken wij in NTFR 2004/1002.

eindafrekening, herinvesteringsreserve, woonplaatsfictie

loon uit dienstbetrekking

De Belastingdienst heeft in het kader van zogenoemde CAO-adoptie de fiscale gevolgen van twaalf algemeen verbindend verklaarde CAO‘s in kaart gebracht. Deze zijn via dit beleidsbesluit gepubliceerd. Zie voor eerder beoordeelde CAO‘s onder meer NTFR 2004/1544. De beoordelingen van de CAO‘s zijn beschikbaar op de internetsite van het Ministerie van Financiën, www.minfin.nl. De tekst van de CAO‘s is in het algemeen op internet te vinden op www.cao.szw.nl. De door dit besluit gepubliceerde beoordelingen zijn reeds aan de CAO-partijen toegestuurd. Het kan derhalve gaan om inmiddels geëxpireerde CAO‘s.

De staatssecretaris van Financiën heeft een besluit uitgebracht over de toepassing van de afdrachtvermindering zeevaart.

De staatssecretaris van Financiën en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid hebben de Tweede Kamer een Nota naar aanleiding van het (nader) Verslag inzake het wetsvoorstel Aanpassing fiscale behandeling VUT/prepensioen en introductie levensloopregeling gestuurd. Het betreft – evenals het Verslag – een zeer lijvig stuk.

De staatssecretaris geeft in een besluit aan op welke wijze inkoop van pensioen in een eindloonregeling kan worden uitgevoerd. Het UWV heeft meegedeeld dat de inhoud van het besluit ook van toepassing is voor de premieheffing werknemersverzekeringen.

gelijkheidsbeginsel, loon in natura, maaltijden, vertrouwensbeginsel

kerstpakket, loon, voordeel uit dienstbetrekking

begrip eigen woning, verhuur kamers

bodemloze put, bodemlozeputlening, onttrekking, toekomstig dividend

Bosal-arrest, Deelnemingsvrijstelling, novum in cassatie

kostenvergoeding, winstuitdeling

aanslag schenkingsrecht, schenker, verkrijger

bedrijfsmatige exploitatie, grond, onmiddellijke doorverkoop, vrijstelling

bewijsaanbod, compensatie

bekendmaking, bezwaarschrift, herstel verzuim, telefonisch bezwaar, termijnoverschrijding

betaling helft, griffierecht, vennoot

mediation, onredelijk gebruik procesrecht, proceskosten, vaststellingsovereenkomst

rechtszekerheid, terugwerkende kracht, verordening

emigratie, lijfrente, pensioen

Het op 20 december 2001 tussen Nederland en Nieuw–Zeeland gesloten Verdrag inzake wederzijdse bijstand bij de invordering van belastingvorderingen is op 22 augustus 2004 in werking getreden. De bepalingen ervan zijn van toepassing met ingang van 22 augustus 2004. Zie voor dit verdrag verder NTFR 2002/432.

In het kader van het belastingverdrag met Zweden hebben Nederland en Zweden op 3 september 2004 een Memorandum van overeenstemming getekend inzake de stroomlijning en intensivering van wederzijdse bijstand op het gebied van directe belastingen. Het Memorandum berust tevens op Richtlijn 77/799/EEG inzake wederzijdse bijstand bij belastingzaken en het WABB–verdrag.

De Hoge Raad heeft op 7 mei 2004 enige arresten gewezen in vervolg op het HvJ EG-arrest De Groot. Naar aanleiding van deze arresten is de lijst van persoonlijke fiscale tegemoetkomingen uit het besluit van 28 februari 2003, nr. IFZ2003/189M die, onder voorwaarden, in mindering kunnen worden gebracht op het noemerinkomen van de voorkomingsbreuk, uitgebreid.

indeling GDT, melasse, post 1701, rietsuikerklontjes, toevoeging

aantrillen, afvalstoffenbelasting, persen, storten of verbranden

bezinningssamenkomsten, kerkenvrijstelling, voormalig schoolgebouw

gelijkheidsbeginsel, leges, verstrekken afschriften, vrijstelling