NTFR 2006/854 - Verwijzingsopdrachten: meer duidelijkheid geboden!
Aflevering 25, gepubliceerd op 22-06-2006 geschreven door mr. R. den OudenProcederen in belastingzaken vergt van de betrokken procespartijen enige ‘Ausdauer‘. Het duurt immers geruime tijd alvorens zij de – beslissende – visie van de Hoge Raad kunnen vernemen in hun zaak. De belastingkamers van de gerechtshoven hebben jarenlang met grote achterstanden gekampt. Hierdoor is de zogenoemde gemiddelde doorlooptijd van belastingzaken in de loop der tijd gestaag toegenomen. Thans is de belastingrechtspraak verrijkt met een tweede feitelijke instantie. Keerzijde hiervan is echter dat de totale procesduur in belastingzaken – sprongcassatie daargelaten – zal toenemen. In dat licht bezien verdient het de voorkeur dat de Hoge Raad aanstonds eindstation is. Bij vernietiging van de bestreden hofuitspraak is dat echter niet altijd het geval. Hoewel de cassatierechter zo nu en dan op de stoel van de feitenrechter plaatsneemt (we lezen dan in het arrest dat ‘de gedingstukken geen andere gevolgtrekking toelaten‘) en aldus een eindoordeel velt, kunnen sommige – gegronde – cassatieberoepen wegens de beperkte taak van de cassatierechter niet in de cassatiefase worden afgewikkeld. Zij – het gaat om ongeveer 13% van de cassatieberoepen – gaan door naar de volgende ronde: de verwijzingsprocedure.