Aflevering 48

Op 21 februari 2001 wees de Hoge Raad twee arresten over situaties waarin een vennootschap aan haar werknemers optierechten op haar aandelen heeft verstrekt. BNB 2001/160, NTFR 2001/360 en BNB 2001/161, NTFR 2001/361. De Hoge Raad oordeelde hierin dat een optiehouder evenals een aandeelhouder als kapitaalverstrekker kan worden aangemerkt. Bovendien besliste de Raad dat, indien een vennootschap eigen aandelen inkoopt om aan haar optieverplichting te voldoen, de ingekochte aandelen niet als tijdelijke beleggingen kwalificeren, maar als ingetrokken moeten worden beschouwd.

De staatssecretaris van Financiën heeft opnieuw een aantal beleidsbesluiten aangepast in veband met de vervanging van de gulden door de euro per 1 januari 2002. De besluiten bevatten geen inhoudelijke wijzigingen. Sommige besluiten zijn geactualiseerd. Hieronder geven wij een overzicht van de recentelijk vervangen beleidsbesluiten.

De heffings- en invorderingsrente zijn voor het eerste kwartaal van 2002 vastgesteld op 3,45%.Thans bedraagt deze rente 4,2%.

egalisatiereserve, pensioentoezegging, stellig voornemen

privévermogen, regresvordering, vermogensetikettering

erfpachtrecht, staking

kwekerij, onderneming, stakingsvrijstelling

afschrijving inventaris, autokosten, investeringsaftrek, k.o.r., kantoorruimte aan huis

De staatssecretaris van Financiën heeft op 26 november 2001 een besluit met vragen en antwoorden uitgebracht over extraterritoriale werknemers en de 30%-regeling.

ambtenaar, buitengewoon verlof, premieplicht

equality of arms, medische besluitenregeling, pemba

één onroerende zaak, motiveringsgebrek, objectafbakening, samenstel van rechtshandelingen

historisch verband

goodwillfactor, verkrijgingsprijs

fraus legis, herkapitalisatie

acquisitie-uren, urenspecificatie

lijfrenten, premievrijstelling

Het besluit inzake giftenaftrek aan buitenlandse instellingen is opnieuw uitgebracht voor de toepassing van de Wet IB 2001.

aftrekbare bedragen, werknemersopties

aftrek financieringsrente, Europese Economische Ruimte

De Tweede Kamer is op 15 november jongstleden akkoord gegaan met het wetsvoorstel 'Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969' (afschaffing vrijstelling enkele overheidsbedrijven en voorkoming incidentele voor- en nadelen). Aan dit wetsvoorstel besteedden wij eerder aandacht in NTFR 2001/869, 2001/1375 en 2001/1630.

In art. 34 Wet Vpb 1969 is een sanctie opgenomen voor situaties waarin aandelen worden ingekocht na een fiscaal gefacilieerde herkapitalisatie. De staatssecretaris meldt in dit besluit die sanctie niet toe te passen indien de ingekochte aandelen kort daarvoor krachtens erfrecht in het bezit zijn gekomen van degene die de aandelen verkoopt.

kwade trouw

omkering bewijslast

gepensioneerde ambtenaar, Oostenrijkse uitkering, premieplicht

emigratie als WAO-er, premieplicht, staken beroepswerkzaamheden

Op 26 november 2001 is te Den Haag een wijzigingsprotocol bij het Nederlands-Oostenrijkse belastingverdrag getekend alsmede een successieverdrag tussen Nederland en Oostenrijk. Zowel in Nederland als in Oostenrijk moeten het protocol en het successieverdrag nog worden onderworpen aan de vereiste goedkeuringsprocedure.

Het Ministerie van Financiën geeft via een persbericht een overzicht van landen waarmee onderhandelingen gaande zijn, of zijn voorzien over (aanpassing van) belastingverdragen. Het persbericht nemen wij hierna op.

fiscale eenheid, territoriale beperking, vestigingsvrijheid

levering, tarief, voorwerpen van verzameling

verhuisboedelvrijstelling, zeiljacht, zwerfregeling

Via het Belastingplan 2001 is in art. 11, lid 1, letter g ten tweede een BTW-vrijstelling opgenomen voor het verrichten van daadwerkelijke thuiszorg, ongeacht of daarmee winst wordt beoogd. In het Besluit van 21 juni 2001, nr. CPP2001/1515M heeft de staatssecretaris vragen beantwoord over de praktische toepassing van de vrijstelling. Het nu gepubliceerde besluit bevat de volgende wijzigingen. Vraag en antwoord 4, waarin een uitleg van de voorwaarde dat de thuiszorgprestatie moet worden verricht in de zin van art. 15 van het besluit zorgaanspraken, zijn vervallen. De antwoorden op de vragen 3, 5 (voorheen 6) en 9 t/m 12 (voorheen 10 t/m 13) zijn inhoudelijk gewijzigd. Voor vragen of problemen kan men – in tegenstelling tot voorheen – terecht bij alle eenheden van de Belastingdienst.

Aan bepaalde categorieën medische hulpmiddelen worden zogenoemde 'passingen' verricht, zoals bijvoorbeeld rolstoelen, driewielers, patiëntenliften, bad-, douche- en toilethulpmiddelen, trippel- en sta-opstoelen, loophulpmiddelen en aan het lichaam gedragen prothesen. 'Passing' is het aanpassen van een medisch hulpmiddel aan de individuele handicaps van de gebruiker van het desbetreffende hulpmiddel, om het hulpmiddel zo adequaat mogelijk te laten functioneren. Indien de paskosten onderdeel uitmaken van de vergoeding voor de levering van een medisch hulpmiddel, volgen deze kosten het BTW-tarief dat geldt voor het desbetreffende medische hulpmiddel. Het wordt goedgekeurd dat de afzonderlijk gefactureerde paskosten eveneens het BTW-tarief volgen dat geldt voor het medische hulpmiddel waaraan de passing wordt verricht.

heffingstijdvak, vernietiging aanslag