Aflevering 22

Alweer een kabinet-Balkenende is aangetreden, en vermoedelijk zullen de meeste lezers evenals schrijver dezes zich afvragen welke visie het nieuwe kabinet heeft op de belastingheffing. Teneinde daarover iets te vernemen heb ik het coalitieakkoord van 7 februari 2007 ter hand genomen (ten dele afgedrukt in NTFR 2007/225; zie tevens de bijdragen van M.P. van der Hoek en H.P.A.M. van Arendonk in MBB nr. 4 van april 2007). Het is een lijvig stuk: inhoudsopgave en bijlagen niet meegerekend omvat het 42 pagina’s waarin een zeer groot aantal beleidsvoornemens wordt gepresenteerd. Dat zoveel bladzijden nodig zijn en zoveel details moeten worden beschreven, kan erop wijzen dat de drie deelnemende partijen nog niet een grote mate van onderling vertrouwen hebben opgebouwd; de toekomst zal leren hoe dit zich verder ontwikkelt.

De staatssecretaris van Financiën heeft het percentage van de heffingsrente en de invorderingsrente gewijzigd. De heffingsrente en invorderingsrente bedraagt voor het tweede kwartaal 2007: 5% en voor het derde kwartaal 2007: 5,25%.

familie, landbouwvrijstelling, sfeerovergang, staking, waardedrukkende factor, wev, wevab, zelfbewoning

onzakelijke pensioenlast, voorperiode

genietingstijdstip, voorkennis

loonverdelingsverklaringen, overeenkomsten van korte duur

bovenmatige reiskostenvergoeding, dienstbetrekking, zwart loon

bewustheid, verkapte uitdeling

De staatssecretaris van Financiën beantwoordt de door het Tweede Kamerlid De Wit gestelde vragen over belastingheffing over een Duitse compensatie voor geroofde kunstschatten. In zijn antwoord stelt de staatssecretaris dat een vergoeding voor geroofde kunstschatten geen inkomen is. In dit geval gaat het echter om een periodieke uitkering via de organisatie Jewish Claims Conference aan vervolgingsslachtoffers die niet eerder een tegemoetkoming voor immateriële schade hebben ontvangen. Er is sprake van inkomensondersteuning en niet van een uitkering in verband met geroofde kunstschatten. De vergelijking die de vragensteller maakt met de vrijgestelde MAROR-gelden (zie NTFR 2007/347) gaat niet op, want bij de MAROR-gelden is sprake van een eenmalige uitkering.

C-513/03, discriminatie, proceskosten, woonplaatsfictie

tenaamstelling aanslag

Belanghebbende heeft in haar aangifte de verhoging van de gecombineerde heffingskorting geclaimd. In zijn uitspraak heeft Rechtbank Haarlem (NTFR 2006/1124)de inspecteur gevolgd in de weigering de verhoging toe te staan en het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard. In het door hem ingestelde hoger beroep heeft de inspecteur geconcludeerd dat de uitspraak van de rechtbank moet worden bevestigd, maar op grond van een andere feitenvaststelling, daar de door de rechtbank vastgestelde feiten niet de conclusie toelaten dat aan belanghebbende de verhoging van de gecombineerde heffingskorting niet toekomt.

ondeugdelijke administratie, verzwegen omzet

verzuimboete, verzuimenreeks

ambtelijk verzuim, zorgvuldigheid

administratieplicht, taxi

De staatssecretaris van Financiën heeft medegedeeld geen cassatie in te stellen tegen het oordeel van Hof Den Haag (NTFR 2007/778).

Uitspraak in hoger beroep (NTFR 2005/1722). Belanghebbende woont in Nederland en is als piloot in dienst bij een Duitse vliegtuigmaatschappij. Duitsland heft slechts over het loon voor zover het is genoten voor vluchten boven Duits grondgebied. In geschil is of Nederland volgens het verdrag het recht tot belastingheffing heeft voor zover deze inkomsten niet in Duitsland zijn belast.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft in een brief aan de Tweede Kamer een viertal vragen beantwoord over de grensarbeidersproblematiek naar aanleiding van het Algemeen Overleg van 6 december 2006 (zie ook NTFR 2007/71).

vestigingsplaats

conserverende aanslag, goede verdragstrouw

In dit besluit keurt de staatssecretaris van Financiën goed dat de tariefschorsing voor de Alaskakoolvis (Theragra chalcogramma) niet alleen wordt toegepast op vis die is bevroren, in de vorm van industriële blokken, maar ook op vis die individueel is ingevroren. Het uitgangspunt blijft dat de ingevoerde Alaskakoolvis wordt ingevoerd met het doel te dienen als grondstof voor de verwerkende visindustrie en wordt verwerkt volgens de bepalingen in Vo. (EG) nr. 104/2000.

In dit besluit actualiseert de staatssecretaris van Financiën het beleid voor de toepassing van de vrijstelling van de accijns voor overige alcoholhoudende producten die worden gebruikt voor de vervaardiging van geneesmiddelen. Het besluit voorziet ook in een vrijstelling van de accijns voor overige alcoholhoudende producten die als geneesmiddelen zijn geregistreerd. Het besluit vervangt het beleid zoals dat is vastgelegd in par. 13.4 Leidraad accijns 1997 (besluit van 14 augustus 1997, nr. VB 97/1542).

waardepeildatum

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.