Aflevering 4

Gepubliceerd op 25 januari 2007

NTFR 2007/138 - Antwoorden Kamervragen fiscale behandeling criminelen

Aflevering 4, gepubliceerd op 25-01-2007
De minister van Financiën beantwoordt, mede namens de minister van Justitie, Kamervragen over het opleggen van belastingaanslagen aan criminelen. De vragen werden gesteld door Kamerlid De Wit (SP). Uit de antwoorden blijkt onder meer dat de systemen van de Belastingdienst geen specifieke aanduiding voor 'criminelen' kennen. Wel houdt de Belastingdienst een register van belastingplichtigen die fiscale fraude hebben gepleegd. De ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel heeft tot doel een crimineel financieel in dezelfde positie te brengen als hij was voorafgaande aan het misdrijf. Ze maakt deel uit van het totaal van straffen en maatregelen waar de strafrechter bij de strafrechtspleging over beschikt. De belastingheffing heeft een van het strafrecht te onderscheiden eigen doelstelling. Voor een slagvaardige uitoefening van de strafrechtspleging en belastingheffing acht de minister het wenselijk hieraan vast te houden.

NTFR 2007/143 - Omvang grieven tegen boetenota's als correctienota's in rechte vaststaan

ECLI:NL:CRVB:2006:AZ1960, datum uitspraak 26-10-2006, publicatiedatum 10-11-2006
Aflevering 4, gepubliceerd op 25-01-2007
Aan betrokkene waren correctienota's opgelegd in verband met de verzekeringsplicht van twee bij haar werkzame directeuren. Tevens waren er boetenota's opgelegd. De rechtbank heeft het beroep tegen de correctienota's ongegrond verklaard. Betrokkene heeft het hoger beroep tegen de correctienota's niet doorgezet zodat de correctienota's daarmee vaststaan. Daardoor staat volgens de Raad ook vast dat betrokkene niet heeft voldaan aan haar verplichting in art. 10 CSV en moet het UWV een boete opleggen. De grieven tegen de boetenota's kunnen slechts zien op de hoogte van de boete, het boetepercentage of de verzuimrangorde. Een inhoudelijke beoordeling over de mogelijk veranderde omstandigheden met betrekking tot de verzekeringsplicht van de directeuren, kan dan ook niet meer aan de orde komen volgens de Raad.

NTFR 2007/147 - Tweede nota van wijziging op wetsvoorstel vrijgestelde beleggingsinstelling ingediend

Aflevering 4, gepubliceerd op 25-01-2007
De minister van Financiën heeft op 18 januari 2007 een tweede nota van wijziging aan de Tweede Kamer gezonden betreffende het wetsvoorstel waarmee onder meer een vrijgestelde beleggingsinstelling wordt geïntroduceerd (nr. 30 533). Er zijn twee wijzigingen voorgesteld. Er wordt een beperking aangebracht in de vermogensbestanddelen waarin een vrijgestelde beleggingsinstelling mag beleggen en er worden met ingang van 2007 ontstane onjuiste verwijzingen rechtgezet.

NTFR 2007/157 - Aftrek terecht geweigerd omdat vrijstelling voorrang heeft

Aflevering 4, gepubliceerd op 25-01-2007 met annotatie van mr. dr. J.Th. Sanders
Eurodental, gevestigd in Luxemburg, vervaardigt en repareert tandprothesen in opdracht van in Duitsland gevestigde cliënten. Luxemburg kent voor deze prestaties in het binnenland een vrijstelling. Voor transacties naar andere lidstaten geldt een nultarief. In Duitsland geldt een verlaagd tarief. Voor 1992 en 1993 wordt door de Luxemburgse belastingdienst aftrek geweigerd van voorbelasting ter zake van goederen die zijn aangewend voor de transacties van Eurodental met Duitse afnemers. Op de in de daaropvolgende procedure door de rechter gestelde prejudiciële vragen verklaart het Hof voor recht dat een handeling die binnen een lidstaat van btw is vrijgesteld krachtens art. 13a, lid 1, sub e, Zesde Richtlijn, ongeacht de in de lidstaat van bestemming toepasselijke regeling van btw, geen recht geeft op aftrek van voorbelasting krachtens art. 17, lid 3, sub b, van deze richtlijn, ook al gaat het om een intracommunautaire handeling.

NTFR 2007/158 - Levering tandprothesen door tussenpersoon die geen tandarts of tandtechnicus is niet vrijgesteld

Aflevering 4, gepubliceerd op 25-01-2007 met annotatie van mr. dr. J.Th. Sanders
Het in Nederland gevestigde VDP levert op bestelling van in Nederland, in andere lidstaten en in derde landen gevestigde tandartsen door meestal buiten de Gemeenschap gevestigde laboratoria vervaardigde tandtechnische werken. Na – indien nodig – invoer door VDP van deze geleverde prothesen worden deze tegen betaling aan de betrokken tandarts geleverd. VDP heeft geen tandtechnici of tandartsen in dienst. VDP heeft voor de leveringen aan in Nederland gevestigde tandartsen een vrijstelling toegepast en dienaangaande geen voorbelasting afgetrokken. Voor de leveringen aan buiten Nederland gevestigde tandartsen is wel voorbelasting in aftrek gebracht. Deze voorbelasting wordt gecorrigeerd door de Belastingdienst. Op daartoe door de Hoge Raad in de daarop volgende gerechtelijke procedure gestelde prejudiciële vragen verklaart het HvJ EG voor recht dat art. 13, A, lid 1, sub e, de Zesde Richtlijn aldus dient te worden uitgelegd dat het niet van toepassing is op leveringen van tandprothesen door een tussenpersoon die geen tandarts of tandtechnicus is, maar die deze prothesen van een tandtechnicus heeft betrokken.

NTFR 2007/160 - Evaluatierapport motorrijtuigenbelasting verzonden naar Kamer

Aflevering 4, gepubliceerd op 25-01-2007
In dit rapport wordt ingegaan op de effectiviteit en de doelmatigheid van de diverse vrijstellingen binnen de motorrijtuigenbelasting. Wegens de demissionaire status van het kabinet bevat het rapport geen kabinetsstandpunt. De algemene conclusie is dat de faciliteiten doelmatig zijn, maar dat er wel verbeterpunten mogelijk zijn. Een zevental van deze punten komt – kort – aan de orde. Zo kan worden overwogen om, vanwege doelmatigheidsredenen, een aantal nauwelijks gebruikte vrijstellingen te laten vervallen. Verder kan worden overwogen om een aantal administratieve bepalingen te schrappen die niet langer een toegevoegde waarde hebben.