Aflevering 15

Gepubliceerd op 10 april 2008

NTFR 2008/670 - Is de bestuurlijke lus ook iets voor het belastingrecht?

Aflevering 15, gepubliceerd op 10-04-2008 geschreven door dr. R.J. Koopman
Op 21 februari 2008 hebben de Tweede Kamerleden Vermeij, Koopmans en Neppérus een initiatief-wetsvoorstel ingediende betreffende invoering van de zogenoemde bestuurlijke lus. Hierna zal ik eerst kort uitleggen wat de bestuurlijke lus inhoudt, daarna volgt een meer gedetailleerde behandeling van het wetsvoorstel en ten slotte wordt de vraag behandeld of het belastingrecht iets heeft aan dit instituut.

NTFR 2008/672 - Staatssecretaris legt probleem winstaangifte uit

Aflevering 15, gepubliceerd op 10-04-2008
In een brief aan de Tweede Kamer heeft de staatssecretaris uitgelegd welke problemen er waren met downloadbare winstaangifte 2007 voor IB-ondernemers. Tot 20 maart 2008 werd het drempelbedrag voor de berekening van de aftrek buitengewone uitgaven en/of giften ten onrechte berekend voordat de MKB-vrijstelling werd toegepast. In ca. 7.000 winstaangiften is hierdoor een te lage aftrek buitengewone uitgaven of giften toegepast. De Belastingdienst zal bij de berekening van de voorlopige aanslag de aftrek automatisch corrigeren tot het juiste niveau. De betrokkenen hoeven niets te doen. Een klein aantal ondernemers heeft buitengewone uitgaven gehad die door het programma niet zijn meegenomen omdat zij onder het (te hoge) drempelbedrag bleven. De Belastingdienst heeft daarom op 25 maart 2008 aan alle MKB-ondernemers in deze categorie een e-mailalert gezonden. De betrokkenen hoeven niet opnieuw aangifte te doen, maar kunnen het bedrag van de aftrek buitengewone uitgaven en/of giften waarop zij menen recht te hebben op een eenvoudige manier doorgeven aan de Belasting Telefoon. De staatssecretaris acht het niet noodzakelijk de aangiftetermijn te verlengen. Hij brengt daarbij in herinnering dat de Belastingdienst dit jaar tot en met 3 april nog het reguliere proces kan verwerken.

NTFR 2008/678 - Aanpassing bijtelling autokostenforfait wegens lagere cataloguswaarde

ECLI:NL:GHARN:2008:BC8740, datum uitspraak 26-03-2008, publicatiedatum 07-04-2008
Aflevering 15, gepubliceerd op 10-04-2008
In de aan belanghebbende opgelegde aanslag IB 2001 is een bijtelling op grond van het autokostenforfait begrepen van € 18.965. Belanghebbende is het hier niet mee eens. Voorts claimt hij aftrek voor uitgaven voor kinderopvang. Rechtbank Arnhem heeft belanghebbende, zonder dat hij aanwezig was ter zitting, in het ongelijk gesteld. In appel klaagt belanghebbende erover dat zijn verzoek om uitstel van de zitting door de rechtbank niet is gehonoreerd. Het hof merkt op dat de rechtbank zich in haar uitspraak niet heeft verantwoord op dit punt. Volgens het hof blijkt uit de gedingstukken echter dat het desbetreffende verzoek te laat is ingediend. Wat het autokostenforfait betreft acht het hof aannemelijk dat de in aanmerking genomen cataloguswaarde veel te hoog is. In zoverre is het hoger beroep gegrond. Belanghebbende slaagt niet in de bewijslast inzake het – door hem gestelde niet-aanwezige – privégebruik van de auto en de uitgaven voor kinderopvang.

NTFR 2008/681 - Voorlopige teruggaaf heffingskorting zonder raadpleging partnergegevens niet behoorlijk

Aflevering 15, gepubliceerd op 10-04-2008
Verzoekers zijn in 2006 fiscale partners. Uit eigen beweging verleent de Belastingdienst in januari 2006 aan verzoekster een voorlopige teruggaaf (VT) inkomstenbelasting 2006, die uitsluitend de uitbetaling van de algemene heffingskorting tot een bedrag van € 1.990 behelst. Op 29 juli 2006 ontvangt verzoeker een VT die is gebaseerd op een te betalen bedrag aan belasting en premies volksverzekeringen van € 927. Verzoekers klagen erover dat de Belastingdienst de VT van verzoekster niet heeft aangepast op het moment dat het hem duidelijk was dat verzoeker over 2006 niet voldoende inkomstenbelasting en premie volksverzekering verschuldigd zou zijn om de uitbetaling van de (volledige) algemene heffingskorting aan verzoekster te rechtvaardigen.

NTFR 2008/683 - Geen cassatie tegen hofoordeel inzake Portugees heffingsrecht over Nederlands pensioeninkomen

Aflevering 15, gepubliceerd op 10-04-2008 met annotatie van mr. drs. A.C.M. Kuypers
De staatssecretaris van Financiën deelt mee geen cassatieberoep in te stellen tegen de uitspraak van Hof Arnhem 3 oktober 2007, nr. 05/00412, NTFR 2007/2150. Het hof oordeelde in die zaak dat Nederland op basis van het Verdrag Nederland-Portugal niet mag heffen over door een belastingplichtige ontvangen bedragen uit hoofde van een Nederlands pensioen, Nederlandse AOW en een bij een Nederlandse bv ondergebracht stamrecht.

NTFR 2008/686 - Verzekeringsvrijstelling ook voor agent die niet rechtstreeks betrekking met partijen onderhoudt

Aflevering 15, gepubliceerd op 10-04-2008 met annotatie van mr. dr. J.Th. Sanders
J.C.M. Beheer bv is agent van VDL bv, een assurantiemakelaar en verzekeringsagent, welke laatste bemiddelt bij het sluiten van verzekeringsovereenkomsten en optreedt als gevolmachtigd agent voor verzekeringsmaatschappijen. VDL bv sluit zelfstandig verzekeringsovereenkomsten op naam van deze verzekeringsmaatschappijen. J.C.M. Beheer bv handelt tegen provisie en op naam en voor rekening van VDL bv bij het sluiten van verzekeringsovereenkomsten, het behandelen van polismutaties, het afgeven van verzekeringspolissen, het verrekenen van provisies en verstrekken van informatie aan de verzekeringsmaatschappij en aan polishouders. Zij initieert zelfstandig aanvragen en acceptatie van nieuwe verzekeringen. Indien een verzekering vervalt, moet zij voor haar aandeel de terug te boeken retourprovisie voor haar rekening te nemen. Op de omtrent de toepassing van de verzekeringsvrijstelling en de aan J.C.M. Beheer bv dienaangaande opgelegde naheffingsaanslag in de gerechtelijke procedure door de Hoge Raad gestelde prejudiciële vraag verklaart Hof van Justitie EG voor recht, dat art. 13, B, sub a, Zesde Richtlijn zich niet verzet dat de door J.C.M Beheer bv verrichte diensten worden vrijgesteld in het geval dat deze met de partijen bij de verzekerings- of herverzekeringsovereenkomst tot de sluiting waarvan zij bijdraagt geen rechtstreekse betrekkingen onderhoudt, maar enkel indirecte betrekkingen, door bemiddeling van een andere belastingplichtige, die zelf rechtstreekse betrekkingen met één van die partijen onderhoudt en met wie die assurantiemakelaar of die verzekeringsagent contractueel is verbonden.

NTFR 2008/687 - HvJ EG verklaart 'levering van water' en 'waterdistributie'

Aflevering 15, gepubliceerd op 10-04-2008 met annotatie van mr. dr. J.Th. Sanders
De Zweckverband zorgt voor de levering van drinkwater en voor de afvoer van afvalwater voor rekening van verschillende steden en gemeenten in het administratieve gebied Torgau-Westelbien. Tot de activiteiten van deze intercommunale behoren dus met name de winning, de aanvoer, de behandeling en de distributie van drinkwater aan haar klanten, te weten de eigenaars van gebouwen die op het waterdistributienet zijn aangesloten. In dit verband zorgt deze intercommunale op verzoek van haar klanten voor de individuele aansluiting op de waterdistributienetten, waarvoor zij een eenmalige vergoeding krijgt die gelijk is aan de kostprijs van de aansluiting. De aansluitingsleidingen blijven eigendom van de Zweckverband. Van oordeel dat deze aansluiting een van de levering van water afzonderlijke dienst vormt, heeft het Finanzamt het in de nationale regeling voorziene normale btw-tarief toegepast. Op de in de daaropvolgende gerechtelijke procedure gestelde prejudiciële vraag verklaart het Hof van Justitie EG voor recht dat art. 4, lid 5, en bijlage D, punt 2, Zesde Richtlijn aldus moeten worden uitgelegd dat de aanleg van een individuele aansluiting die bestaat uit het leggen van een leiding waardoor de waterinstallatie van een gebouw wordt aangesloten op de vaste waterdistributienetten, onder het begrip ‘levering van water' in de zin van deze bijlage valt, zodat een publiekrechtelijk lichaam dat als overheid handelt, voor deze handeling belastingplichtig is. Voorts wordt voor recht verklaard dat art. 12, lid 3, sub a, en bijlage H, categorie 2, Zesde Richtlijn aldus moeten worden uitgelegd dat de aanleg van een individuele aansluiting die bestaat uit het leggen van een leiding waardoor de waterinstallatie van een gebouw wordt aangesloten op de vaste waterdistributienetten, onder het begrip ‘waterdistributie' valt. Bovendien kunnen de lidstaten een verlaagd tarief van de btw toepassen op concrete en specifieke aspecten van de waterdistributie, zoals de aanleg van een individuele aansluiting, op voorwaarde dat zij het aan het gemeenschappelijke stelsel van de btw inherente beginsel van fiscale neutraliteit eerbiedigen.

NTFR 2008/688 - Geen taxivrijstelling voor voertuig met kilometeronderbreker

ECLI:NL:GHARN:2008:BC8016, datum uitspraak 13-03-2008, publicatiedatum 28-03-2008
Aflevering 15, gepubliceerd op 10-04-2008
Belanghebbende is firmant in een taxibedrijf. Voor een voertuig heeft hij de taxivrijstelling in de BPM geclaimd. De inspecteur heeft vervolgens echter nageheven, omdat belanghebbende de taxi niet geheel of nagenoeg geheel voor taxivervoer zou hebben gebruikt. Rechtbank Arnhem heeft de naheffingsaanslag in stand gelaten. Ook in appel heeft belanghebbende geen succes. Het hof acht met de inspecteur aannemelijk dat in het voertuig een kilometeronderbreker is ingebouwd die is gebruikt om de daadwerkelijk gereden kilometers niet door de kilometerteller te laten registreren. Hierdoor is de kilometeradministratie van belanghebbende niet betrouwbaar. Nu belanghebbende niet slaagt in de op hem rustende bewijslast, heeft hij geen recht op de taxivrijstelling, aldus het hof.

NTFR 2008/689 - Regeling tot wijziging van de Uitvoeringsregeling belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992

Aflevering 15, gepubliceerd op 10-04-2008
Art. 9b Wet BPM voorziet per 1 april 2008 in een differentiatie van de BPM gebaseerd op de uitstoot van fijnstofdeeltjes per kilometer door een personenauto die wordt aangedreven door een motor met compressieontsteking (dieselauto). Voor de fijnstofdifferentiatie wordt uitgegaan van de omvang van de fijnstofuitstoot, tenzij de omvang van de emissie van deeltjes op andere wijze is aangetoond. De meest voorkomende wijze zal zijn dat de omvang van de emissie van deeltjes per kilometer blijkt uit een voor de auto verleende typegoedkeuring als bedoeld in art. 22 Wegenverkeerswet 1994 (in het kentekenregister wordt in de regel de omvang van de fijnstofemissie van personenauto's met een Europese typegoedkeuring vermeld).

NTFR 2008/690 - Aanslag fosfaatheffing vernietigd vanwege ontbreken handtekening op afleveringsbewijzen

ECLI:NL:GHAMS:2008:BC6724, datum uitspraak 10-03-2008, publicatiedatum 19-03-2008
Aflevering 15, gepubliceerd op 10-04-2008
Belanghebbende, uitgenodigd voor het doen van verfijnde aangifte MINAS, heeft zowel voor de fosfaatheffing als de stikstofheffing een nihilaangifte gedaan. Belanghebbende heeft een vijftal afleveringsbewijzen ontvangen waarop staat vermeld dat zij betrekking hebben op leveringen van dierlijke meststoffen op het adres van belanghebbende. De inspecteur heeft op basis van deze bewijzen naheffingsaanslagen fosfaatheffing opgelegd. Rechtbank Haarlem verklaarde het beroep ongegrond. Het hof komt tot een ander oordeel. Anders dan de rechtbank acht het hof wel van belang dat de afleveringsbewijzen niet door belanghebbende zijn ondertekend. Nu art. 7 Besluit administratieve verplichtingen Meststoffenwet bepaalt dat deze bewijzen door de leverancier moeten zijn ondertekend, heeft de inspecteur niet aannemelijk gemaakt dat op basis van de afleveringsbewijzen leveringen van mest tot de daarin genoemde hoeveelheden hebben plaatsgevonden. Het is niet aannemelijk geworden dat belanghebbende voor aanvoer van mest fosfaatheffing verschuldigd is geworden.