Aflevering 14

Gepubliceerd op 3 april 2008

NTFR 2008/647 - Van Dijk's Boekhuis – een achterhaalde of vergeten klassieker?

Aflevering 14, gepubliceerd op 03-04-2008 geschreven door mr. drs. W.A.P Nieuwenhuizen
Het onroerendgoedterrein is één van de belangrijkste onderwerpen op het gebied van de btw. Uitgerekend op dit terrein zijn de nodige ontwikkelingen gaande die ook weer consequenties hebben voor de overdrachtsbelasting. Het lijkt erop dat klassiekers in de Europese jurisprudentie worden genegeerd, dat door de Hoge Raad – al dan niet terecht – uitgezette lijnen worden vergeten, en dat regimes in elkaar overlopen waardoor onduidelijkheid en onzekerheid ontstaat.

NTFR 2008/648 - De Jager versoepelt boetebeleid

Aflevering 14, gepubliceerd op 03-04-2008 geschreven door mr. E. Thomas
De Jager kondigt bij persbericht een versoepeling van het boetebeleid als bedoeld in het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 1998 (hierna: BBBB 1998) aan. Dit BBBB 1998 vormt een beleidsmatige uitwerking van de mogelijkheid van de inspecteur om boetes op grond van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR) op te leggen.

NTFR 2008/650 - Kabinet kondigt één manier van loonaangifte aan

Aflevering 14, gepubliceerd op 03-04-2008
Via een persbericht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid maakt het kabinet bekend dat werkgevers op één manier loongegevens gaan doorgeven aan de Belastingdienst. Per 1 januari 2010 vervallen correctieberichten voor betalingen achteraf over maanden die al zijn verstreken. Zo wordt de polisadministratie overzichtelijker en makkelijker te gebruiken door verschillende afnemers. De loonaangifteketen wordt minder complex omdat er veel minder correcties hoeven te worden doorgevoerd. Voor de meeste werkgevers verandert weinig door deze maatregel. Zij verwerken het loon dat zij betalen al meteen in de loonaangifte van de huidige maand en gebruiken die aangifte ook voor nabetalingen van loon. Vooral overheidswerkgevers en grote bedrijven maken echter nog veelvuldig gebruik van correctieberichten om betalingen achteraf aan te geven in loonaangiften van maanden die al zijn verstreken. Deze mogelijkheid om correctieberichten in te sturen in het lopende jaar, vervalt dus per 1 januari 2010. Alle werkgevers dienen vanaf dat tijdstip nabetalingen van loon aan te geven in de loonaangifte van de huidige maand. Dit geldt ook voor fouten in eerdere loonaangiften binnen het jaar.

NTFR 2008/653 - Toepassing autokostenforfait voor taxi met kilometeronderbreker

ECLI:NL:GHARN:2008:BC8018, datum uitspraak 13-03-2008, publicatiedatum 28-03-2008
Aflevering 14, gepubliceerd op 03-04-2008
Belanghebbende is firmant in een taxibedrijf. Voor een hem ter beschikking staande taxi heeft hij geen 'bijtelling' ingevolge de autokostenfictieregeling toegepast. Volgens de inspecteur is dat niet terecht. Daarom is de onderhavige navorderingsaanslag opgelegd. Rechtbank Arnhem heeft de 'bijtelling' in stand gelaten. Ook in appel heeft belanghebbende geen succes. Het hof acht met de inspecteur aannemelijk dat in het voertuig een kilometeronderbreker is ingebouwd die is gebruikt om de daadwerkelijk gereden kilometers niet door de kilometerteller te laten registreren. Hierdoor is de kilometeradministratie van belanghebbende niet betrouwbaar. Nu belanghebbende niet slaagt in de op hem rustende bewijslast dat minder dan 1.000 km in privé is gereden, heeft de inspecteur terecht het autokostenforfait toegepast, aldus het hof.

NTFR 2008/654 - Inspecteur maakt (middellijke) uitdeling van winst niet aannemelijk

ECLI:NL:GHAMS:2007:BB9542, datum uitspraak 16-11-2007, publicatiedatum 13-12-2007
Aflevering 14, gepubliceerd op 03-04-2008 met annotatie van drs. P.A. Visser
Belanghebbende (natuurlijk persoon) bezit alle aandelen in G bv die op haar beurt 69% van de aandelen H bv houdt. De overige 31% in H bv houdt belanghebbende rechtstreeks. Belanghebbende houdt rechtstreeks alsmede via G bv en H bv aandelen in E bv. Deze structuur is ontstaan na het beëindigen van een samenwerking tussen E bv en een derde. De herstructurering vond plaats met tussenkomst van een participatiemaatschappij. In het kader van de herstructurering heeft H bv aan G bv betalingen gedaan. In geschil is of H bv een dividenduitkering heeft gedaan aan G bv en zo ja, of dit tevens heeft geleid tot een middellijke uitdeling aan belanghebbende. Het hof beslist dat dit niet het geval is. De door de inspecteur verdedigde zienswijze kan alleen dan tot een middellijke winstuitdeling leiden, indien bij belanghebbende de bedoeling zou hebben voorgezeten als aandeelhouder van H bv dividendrechten op te geven ten gunste van zijn mede-aandeelhoudster G bv met het oogmerk laatstgenoemde te verrijken ten laste van zichzelf, met andere woorden bij het afzien door belanghebbende van het hem toekomende aandeel in de winst en de reserves van H bv ten gunste van G bv. De inspecteur heeft het daarvoor benodigde bewijs niet bijgebracht. Voorts heeft belanghebbende geen winst uit aanmerkelijk belang (vervreemdingsvoordeel) genoten wegens het afstand doen van optierechten op aandelen in E bv.

NTFR 2008/656 - Antwoorden op vragen over notitie belastingplicht overheidsbedrijven

Aflevering 14, gepubliceerd op 03-04-2008
De staatssecretaris heeft een reactie gegeven op vragen en opmerkingen van de vaste commissie voor Financiën over de notitie belastingplicht overheidsbedrijven. Daarbij komen aan de orde het gegeven dat er weinig kwantitatieve gegevens voorhanden zijn, de staatssteunaspecten van vrijstelling van belastingplicht, de huidige benadering van belastingplicht voor onderwijsinstellingen, de invloed van komende wetgeving, de gevolgen voor de huidige vrijstellingen bij de verschillende notitievarianten, het btw-compensatiefonds en vrijstellingen van andere belastingen.

NTFR 2008/660 - Belanghebbende is in eerste aanleg niet correct opgeroepen; hof wijst de zaak terug

ECLI:NL:GHLEE:2008:BC7558, datum uitspraak 25-03-2008, publicatiedatum 26-03-2008
Aflevering 14, gepubliceerd op 03-04-2008
Belanghebbende voert in appel aan dat hij de uitnodiging voor de zitting van de rechtbank niet heeft ontvangen. Uit de overgelegde bescheiden maakt het hof op dat de rechtbank belanghebbende niet ten minste drie weken voor de zitting heeft uitgenodigd. Voorts blijkt dat de griffier van de rechtbank de uitnodiging retour heeft ontvangen. Een en ander betekent dat belanghebbende niet correct is opgeroepen. Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad staat de mondelinge behandeling van de zaak centraal en is deze essentieel in belastingzaken. Desondanks heeft de rechtbank zich er blijkens de uitspraak niet van vergewist of de uitnodiging voor de zitting belanghebbende tijdig heeft bereikt. Ter zitting in appel heeft belanghebbende aangegeven prijs te stellen op een nieuwe mondelinge behandeling van de zaak door de rechtbank. Het hof is van oordeel dat de rechtbank de zaak opnieuw dient te behandelen.

NTFR 2008/661 - Beroep van de inspecteur op 'Actieplan Vinkenslag' faalt

ECLI:NL:RBLEE:2008:BC7072, datum uitspraak 12-03-2008, publicatiedatum 19-03-2008
Aflevering 14, gepubliceerd op 03-04-2008
Belanghebbende is erfgename van haar overleden moeder. In de nalatenschap zitten enkele percelen land waarop gaslocaties van de NAM zijn ingericht. De NAM huurt deze percelen. In geschil is de waarde van deze percelen voor het bepalen van het successierecht. Belanghebbende stelt dat de waarde op 6,5 maal de jaarlijkse huurprijs kan worden gesteld. Hierover is in het verleden een afspraak gemaakt tussen de vereniging van eigenaren van aardgaslocaties, waarvan ook de erflaatsters lid was, en de Belastingdienst. De inspecteur hanteert voor de waardevaststelling factor 15 en stelt dat hij op grond van het zogenoemde 'Actieplan Vinkenslag, Werkinstructie van de Belastingdienst d.d. 24 december 2004' niet langer aan de gemaakte afspraak is gebonden. De rechtbank overweegt dat de Werkinstructie is gepubliceerd na het overlijden van de moeder van belanghebbende. Voorts overweegt de rechtbank dat de instructie ziet op afspraken die in strijd zijn met de wet, of de openbare orde of de goede zeden. Van dat alles is in casu geen sprake. De waardering dient dan ook te geschieden aan de hand van de in het verleden afgesproken factor.