Aflevering 27

Gepubliceerd op 4 juli 2002

NTFR 2002/897 - Invorderingsrecht in Europees perspectief

Aflevering 27, gepubliceerd op 04-07-2002 geschreven door prof. dr. P. Kavelaars
Niettegenstaande de toenemende integratie tussen de lidstaten van de Europese Unie blijft de fiscale wetgeving op dit terrein achter; er vindt weinig afstemming plaats tussen de fiscale regelgevingen van de lidstaten, eenvoudigweg omdat daar door diezelfde lidstaten ook geen prijs op wordt gesteld. Vergaande autonomie op het vlak van de directe belastingen staat hoog in het vaandel van de lidstaten. De Moeder–dochterrichtlijn en de Fusierichtlijn, die relatief gemakkelijk tot stand zijn gebracht, hebben niet geleid tot een versnelling van het proces. Integendeel, zo lijkt het wel: andere conceptrichtlijnen (zoals de Rente– en royaltyrichtlijn en de Richtlijn inzake verliesverrekening) boeken geen enkele voortgang of de voortgang gaat tergend langzaam, doordat (sommige) lidstaten zodanige eisen stellen dat voortgang welhaast onmogelijk wordt (Richtlijn inzake spaartegoeden). Ook de totstandkoming van een beter op elkaar afgestemd stelsel van heffingen ter zake van de winst van ondernemingen boekt geen vooruitgang. De in het verre verleden ontwikkelde gedachte van de invoering van een verrekeningsstelsel heeft het niet gehaald; het ligt ook niet erg voor de hand dat het meest recente voorstel op het terrein van de vennootschapsbelasting – het rapport van BolkesteinCompany Taxation in the Internal Market, Commission staff working paper, 23 oktober 2001, nr. COM(2001)582 final (rapport–Bolkestein). – binnen afzienbare tijd tot enig resultaat leidt. De toetreding van nieuwe lidstaten, zoals die voor de komende jaren op het programma staat, zal hierin geen verandering brengen. Integendeel, zo mag verwacht worden. Wat wel kan worden waargenomen, is dat uitwassen in het fiscale systeem het veld moeten ruimen doordat 'Brussel', teneinde concurrentieverstoringen te voorkomenZie de ontwikkelingen rondom het streven om te komen tot een harmful tax competition., in toenemende mate controle uitoefent. Daarnaast draagt het Europese Hof van Justitie er uiteraard uitdrukkelijk toe bij dat lidstaten steeds meer in de Europese pas (moeten gaan) lopen.

NTFR 2002/913 - Overgangsregeling koophuur

Aflevering 27, gepubliceerd op 04-07-2002
In art.1, onderdeel Akad, IW IB 2001, is de overgangsregeling koophuur opgenomen. De staatssecretaris publiceert een ministeriële regeling die is gebaseerd op genoemd onderdeel Akad, lid 2. In deze ministeriële regeling wordt bepaald op welke wijze de hoogte van het eigenwoningforfait bij koophuur moet worden toegepast.

NTFR 2002/915 - Bloot eigendom van onroerende zaak vormt geen bron van inkomen

ECLI:NL:HR:1998:AE4714, datum uitspraak 23-09-1998, publicatiedatum 28-06-2002
Aflevering 27, gepubliceerd op 04-07-2002 met annotatie van J.A.P.N. Antonis
Dit arrest van 29 april 1998 is voor publicatie vrijgegeven op 28 juni 2002. Belanghebbende heeft tezamen met zijn zoon de bloot eigendom verworven van een onroerende zaak. Het recht van vruchtgebruik rust bij de bv waarvan belanghebbende en zijn zoon de aandelen houden. Belanghebbende wenst bij de bepaling van zijn inkomen een bedrag in mindering te brengen ter zake van afschrijving op de onroerende zaak, voor zover het zijn aandeel daarin betreft. Hof Den Haag heeft geoordeeld dat uit het streven naar maximalisatie van de duur van het vruchtgebruik blijkt dat belanghebbende en zijn zoon niet het oogmerk hadden positieve zuivere inkomsten in de zin van art. 24 Wet IB 1964 uit de onroerende zaak te trekken. Voorts heeft het hof geoordeeld dat niet op voorhand valt aan te nemen dat, na ommekomst van de vruchtgebruiktermijn, belanghebbende, zijn zoon en de bv een andere afweging van hun belangen zullen maken. Van deze oordelen uitgaande heeft het hof geoordeeld dat het pand voor belanghebbende geen bron van inkomen vormt. De afschrijvingskosten kunnen mitsdien niet in mindering worden gebracht op het inkomen van belanghebbende.

NTFR 2002/948 - Leidraad Invordering wordt gewijzigd ivm wetsvoorstel aansprakelijkstelling

Aflevering 27, gepubliceerd op 04-07-2002 geschreven door mr. J.D. Schouten
De staatssecretaris van Financiën heeft in antwoord op kamervragen of de ontvanger op een bezwaarschrift tegen een aansprakelijkstelling eerder zou kunnen beslissen dan de wettelijke termijn van één jaar (art. 25 AWR) meegedeeld dat hij zo spoedig mogelijk na aanvaarding van het wetsvoorstel Herziening procesrecht inzake aansprakelijkstelling (kamerstuk 28 183, zie NTFR 2002/153 en 2002/609) de Leidraad Invordering1990 aan zal passen.