Aflevering 15

Gepubliceerd op 8 april 2004

NTFR 2004/488 - De bedrijfsfusiefaciliteit en het grootonderhoud aan de VPB

Aflevering 15, gepubliceerd op 08-04-2004 geschreven door prof. dr. J.N. Bouwman
Als het aan (een deel van) de Tweede KamerZie het Verslag van het wetgevingsoverleg van de Vaste commissie voor Financiën van 10 november 2003, TK 29 210, nr. 93, p. 16 (bijdragen Dezentjé Hamming–Bluemink en Giskes), p. 18 (bijdrage Van Vroonhoven–Kok) en p. 21 (bijdrage Rouvoet). In de Handelingen van 12 november 2003 meldt mevrouw Van Vroonhoven–Kok dat het CDA inzet op een opschoning van de Wet VPB 1969 in plaats van een radicale herziening (23ste vergadering van de TK, p. 23–1500). Zie voorts de door de Tweede Kamer aanvaarde motie TK 29 210, nr. 75 (herdruk), waarin de Tweede Kamer de regering verzoekt een onderzoek uit te voeren om de VPB op korte termijn te herzien en tevens een onderzoek uit te voeren naar de mogelijkheden van een boxensysteem, waarbij wordt onderscheiden tussen winst behaald op normale bedrijfsactiviteiten en winst behaald op financiële en research en developmentactiviteiten (TK p. 23–1505). en de staatssecretaris van FinanciënZie de Handelingen van 12 november 2003, TK, p. 23–1526 en het gastcollege van staatssecretaris Wijn op de Vrije Universiteit te Amsterdam van 19 februari 2004 (Internetsite Ministerie van Financiën). ligt, gaat de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (hierna: Wet VPB 1969) op de schop. Niet al te drastisch, want het kind mag niet met het badwater worden weggegooid, maar een gedegen onderhoudsbeurt is wel voorzien.Vergelijk het gastcollege van staatssecretaris Wijn op de Vrije Universiteit te Amsterdam van 19 februari 2004 (Internetsite Ministerie van Financiën) waarin hij onder meer verklaart dat een doelgerichte aanpak op enkele thema's de voorkeur heeft boven een integrale herziening van de VPB. Met andere woorden ,geen integrale herziening zoals bij de introductie van de Wet IB 2001. Voorwerp van onderhoud zullen in het bijzonder die onderdelen van de Wet VPB 1969 zijn die bepalend zijn voor het fiscale vestigingsklimaat en die waarvan niet zeker is of zij in het licht van de rechtspraak van het Europese Hof van Justitie staande kunnen blijven. In dit kader zal de aandacht – naar mag worden aangenomen – vooral uitgaan naar de diverse bepalingen in de VPB die de aftrek van rente op de één of andere manier beperkenAandacht voor de renteaftrekbeperkingen zal er naar ik vermoed zijn ondanks het feit dat de staatssecretaris niets ziet in een fundamentele discussie over de verschillende behandeling van eigen en vreemd vermogen. en de regels van de deelnemingsvrijstelling en de fiscale eenheid.

NTFR 2004/493 - Nota n.a.v. verslag inzake wetsvoorstel aftrekuitsluiting steekpenningen

Aflevering 15, gepubliceerd op 08-04-2004
De nota naar aanleiding van het verslag inzake het wetsvoorstel betreffende de uitsluiting van de aftrekbaarheid van steekpenningen is aan de Tweede Kamer gezonden. Het wetsvoorstel namen wij op in NTFR2003/895*. De staatssecretaris beantwoordt de vragen die vanuit de Tweede Kamer zijn gesteld. De vragen betreffen de reikwijdte van het wetsvoorstel en de OESO-aanbevelingen, de strafrechtelijke beoordeling en de bewijsvoering door de inspecteur, het aantal correcties voortvloeiend uit het wetsvoorstel, de informatie-uitwisseling met het Openbaar Ministerie en de inrichting van een nieuwe kennisgroep. De toezegging wordt gedaan dat ingeval in de strafprocedure gerede twijfel bestaat of sprake is van een van de feiten of delictsomschrijvingen waarnaar wordt verwezen in het Wetboek van Strafrecht, de inspecteur gebruik zal maken van zijn bevoegdheid een ambtshalve vermindering te verlenen. Door middel van een nota van wijziging wordt ten slotte de voorgestelde wettekst ook van toepassing op de vennootschapsbelasting.

NTFR 2004/494 - Wetsvoorstel goedkeuring schorsing willekeurige afschrijving arbo

Aflevering 15, gepubliceerd op 08-04-2004
De Eerste Kamer vond dat in de nota naar aanleiding van het verslag (NTFR 2004/260) bij het wetsvoorstel goedkeuring schorsing willekeurige afschrijving arbo één vraag niet was beantwoord. In een brief laat de staatssecretaris daarom alsnog weten dat hij niet bereid is een tegemoetkoming te geven aan non-profitinstellingen die wel belastingplichtig zijn maar geen belastbare winst behalen. Hij herhaalt dat geen gebruik kan worden gemaakt van de willekeurige afschrijving voor arbo-bedrijfsmiddelen als er geen winst wordt behaald. Dit acht hij een logisch gevolg van de keuze om arbo-investeringen via de fiscaliteit te stimuleren.

NTFR 2004/495 - Wetsvoorstel basisvoorziening kinderopvang

Aflevering 15, gepubliceerd op 08-04-2004
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft antwoorden gegeven op de vragen van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid in het verslag van een schriftelijk overleg (Kamerstuk 28 447, nr. 29) over het Wetsvoorstel basisvoorziening kinderopvang (Wbk; zie NTFR 2004/198 ).

NTFR 2004/496 - Walvis, Wfsv en loonaangifte 2006

Aflevering 15, gepubliceerd op 08-04-2004
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over de voortgang van de wetsvoorstellen Walvis en aansluitingswet Walvis. Hij had dit toegezegd tijdens een wetgevingsoverleg (zie NTFR 2004/229).

NTFR 2004/497 - Toch overgangsregeling pc-privé

Aflevering 15, gepubliceerd op 08-04-2004
In een algemeen overleg op 31 maart 2004 heeft staatssecretaris Wijn van Financiën toegezegd om toch een overgangsregeling te treffen voor de pc-privé-regeling. Eerder had hij in antwoord op kamervragen gemeld geen overgangsregeling te zullen treffen (zie NTFR 2004/336*).

NTFR 2004/498 - Wijziging Regeling loonbelasting- en premietabellen 1990

Aflevering 15, gepubliceerd op 08-04-2004
In het besluit van 24 maart 2004, nr. WDB2004/150M, Stcrt. 61, heeft de staatssecretaris van Financiën de Regeling loonbelasting- en premietabellen 1990 vastgesteld met ingang van 1 april 2004. Deze tabellen zijn door de Belastingdienst al eerder aan alle inhoudingsplichtigen verzonden. U kunt deze tabellen ook vinden via de internetsite van de Belastingdienst: http://www.belastingdienst.nl/ccs/inhoud/tabellen/tabellen.htm.

NTFR 2004/501 - Sociale verzekeringen per 1 april 2004

Aflevering 15, gepubliceerd op 08-04-2004
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een aantal bedragen en andere gegevens van de sociale verzekeringen per 1 april 2004 bekendgemaakt. Het betreft onder meer de fictieve pensioenbedragen AOW en Anw (van belang voor de berekening van pensioenaanspraken).

NTFR 2004/504 - Voornemen opheffing VPB-vrijstelling voor BNG en NWB

Aflevering 15, gepubliceerd op 08-04-2004
De minister van Financiën zal bij het kabinet het voorstel indienen om met ingang van 1 januari 2005 de vrijstelling voor de vennootschapsbelasting van de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) en de Nederlandse Waterschapsbank (NWB) op te heffen. Het kabinet heeft op 30 januari 2004 besloten het wetsvoorstel Markt & Overheid in te trekken en in plaats daarvan zal een voorstel tot aanpassing van de Mededingingswet worden ontwikkeld. Deze aanpassing betreft onder andere het voorkomen van oneerlijke concurrentie. Het opheffen van de VPB-vrijstelling voor deze deelnemingen past in dit beleid.

NTFR 2004/505 - In casu geen geruisloze terugkeer na ruisende inbreng onderneming

Aflevering 15, gepubliceerd op 08-04-2004
In een besluit heeft de staatssecretaris bepaald dat de geruisloze terugkeer in de volgende situatie niet van toepassing is. In een onroerende zaak-BV (zonder materiële onderneming) wordt een materiële onderneming ingebracht, waarna op hetzelfde overgangstijdstip alle activa en passiva weer voor rekening van de natuurlijke persoon worden gedreven. De staatssecretaris vindt dat de faciliteit van de geruisloze terugkeer niet bedoeld is om louter afrekening over de stille reserves in onroerende zaken van de BV te voorkomen. Dit standpunt is een nuancering van het standpunt dat in onderdeel B3 van het besluit van 19 december 2002, nr. CPP2002/2456M, NTFR 2003/87*, was opgenomen.

NTFR 2004/512 - Overzicht onderhandelingen belastingverdragen

Aflevering 15, gepubliceerd op 08-04-2004
Nederland voert momenteel met de navolgende landen onderhandelingen over een algemeen verdrag tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting of een wijzigingsprotocol daarvan, dan wel zijn in 2004 onderhandelingen daarover voorzien met: Albanië, Australië, Azerbeidzjan, Barbados, Canada, China, Cyprus, Cuba, Duitsland, Frankrijk, Hong Kong, Japan, Jordanië, Kyrgyzstan, Libanon, Oeganda, Saoedi-Arabië, Servië en Montenegro, Slovenië, Trinidad & Tobago, Turkmenistan, Turkije, Verenigde Arabische Emiraten, het Verenigd Koninkrijk en Zuid Afrika.

NTFR 2004/515 - Financieel beheer bewonersgelden door stichting ook BTW-vrijgesteld

Aflevering 15, gepubliceerd op 08-04-2004
Dit besluit komt inhoudelijk nagenoeg overeen met het besluit van 5 maart 1996, nr. VB96/90. Omdat het in de praktijk voorkomt dat het financiële beheer van bewonersgelden formeel wordt ondergebracht in een afzonderlijke stichting terwijl de feitelijke beheerswerkzaamheden ten behoeve van de bewoners onverminderd door de desbetreffende zorginstelling worden verricht, is onderhavige goedkeuring tot die situatie uitgebreid: 'Dit geldt ook als het hier bedoelde financiële beheer formeel is ondergebracht bij een afzonderlijke stichting, doch de betrokken zorginstelling de feitelijke beheerswerkzaamheden blijft verrichten, mits het gaat om het financiële beheer van personen die in de eigen zorginstelling opgenomen zijn (geweest).'

NTFR 2004/516 - Niet-medische zorg kloosterlingen valt onder verzorgingstehuisvrijstelling

Aflevering 15, gepubliceerd op 08-04-2004
Een kloosterorde met veel bejaarde kloosterlingen schakelt een verzorgingstehuis in voor diverse (niet-medische)zorg diensten, zoals materiële zorg (bijv. boodschappen doen, de was verzorgen, afspraken maken met derden (bijv. een ziekenhuis), het aanschaffen van bepaalde (o.a. medische) artikelen; sociale zorg (extra zorg en aandacht bij ziekte, waken bij overlijden e.d.); welzijnszorg (bijv. geregeld binnenlopen, zorgen voor een huiselijke sfeer, meegaan naar het ziekenhuis, de kapper e.d.); psycho-sociale zorg (persoonlijke aandacht en begeleiding, als gesprekspartner optreden bij zorgen en problemen e.d.); werkzaamheden die worden verricht na het overlijden van de kloosterling (bijv. het regelen van de begrafenis van de kloosterling, nazorg aan de familie e.d. van de kloosterling, het uitruimen van de kamer van de kloosterling enz.). De staatssecretaris is van mening dat deze niet-medische zorgdiensten onder de vrijstelling van art. 11,1,c Wet OB 1968 vallen. De tekst van art. 11, lid 1, onderdeel c, van de wet biedt de ruimte om naast medische zorg ook niet-medische zorg onder de vrijstelling te rangschikken. In dit verband is van belang dat art. 11, lid 1, onderdeel c, spreekt over 'het verzorgen en verplegen' en dat de term 'verzorgen' meer omvat dan louter medische zorg. Ook art. 13A, lid 1, letter b, Zesde BTW-Richtlijn, waarop art. 11, lid 1, onderdeel c, van de wet is gebaseerd, laat ruimte om niet-medische zorg onder de vrijstelling te rangschikken. In lijn met vorenbedoelde richtlijnbepaling kan alleen de niet-medische zorg die nauw samenhangt met de normaliter door verzorgingstehuizen geboden medische zorg worden gerangschikt onder de vrijstelling van art. 11, lid 1, onderdeel c, van de wet. Bij de hiervoor beschreven zorg die het verzorgingstehuis aanbiedt is vorenbedoeld verband aanwezig. In de praktijk omvat het normale takenpakket van verzorgingstehuizen naast medische handelingen als regel immers ook de hiervoor beschreven zorg.

NTFR 2004/517 - Alarmsysteem aanleunwoningen valt onder verpleeghuisvrijstelling

Aflevering 15, gepubliceerd op 08-04-2004
In een complex aanleunwoningen bij een verpleeg- annex verzorgingstehuis voor zorgbehoevenden (vooral ouderen, maar ook jongeren) zijn spreek/luisterinstallaties aangebracht, die met het verpleeg- annex verzorgingstehuis (hierna: het tehuis) zijn verbonden. De spreek/luisterinstallatie stelt de bewoners van het aanleuncomplex in staat om direct bij het tehuis alarm te slaan als zich bij of in de buurt van de bewoners een noodsituatie (ziekte, ongeval, andere calamiteit) voordoet. Na ontvangst van een alarmsignaal van een bewoner zorgt het tehuis ervoor dat de bewoner of een andere hulpbehoevende de noodzakelijke hulp krijgt. De staatssecretaris is van oordeel dat op deze dienstverlening de vrijstelling van toepassing is van art. 11,1,f Wet OB 1968, jo. art. 7 Uitvoeringsbesluit, jo. nummer b.23 van Bijlage B bij het Uitvoeringsbesluit, voorzover de diensten worden verleend aan bewoners van het aanleuncomplex die zijn aan te merken als ouderen. Zijn het geen ouderen, dan bestaat er geen bezwaar tegen ook deze vrijstelling toe te passen, onder voorwaarde dat het tehuis ter zake van deze diensten afziet van het recht op aftrek van voorbelasting.

NTFR 2004/518 - Besluit Vermogensetikettering op detailpunten uitgebreid

Aflevering 15, gepubliceerd op 08-04-2004
De inhoud van dit besluit komt in belangrijke mate overeen met het besluit van 27 november 2002, nr. CPP2002/2258M. Naar aanleiding van een aantal vragen heeft de staatssecretaris besloten op enkele punten het besluit te verduidelijken. Deze punten worden hierna nader belicht, aangezien de aanpassingen – in tegenstelling tot hetgeen is meegedeeld – niet zijn gemarkeerd in de tekst.

NTFR 2004/519 - Geen BTW-heffing over openbare parkeergarages met betaling vooraf

Aflevering 15, gepubliceerd op 08-04-2004
Indien een gemeente gelegenheid geeft tot parkeren in vrij toegankelijke parkeergarages en op vrij toegankelijke parkeerdekken (openbare weg), en door middel van een betaling vooraf een parkeerbon uit een automaat kan worden genomen die voor de voorruit van het voertuig zichtbaar wordt neergelegd, is er sprake van een overheidshandelen. De omstandigheid dat sommige parkeergarages en parkeerdekken alleen toegankelijk zijn gedurende de openingstijden van de omliggende winkels doet hieraan niet af. De bedoelde parkeergelegenheden zijn tijdens de openingsuren vrij toegankelijk voor het openbaar verkeer, zodat de gemeente op grond van art. 225, lid 2, Gem.w. gerechtigd is parkeerbelasting te heffen.