Aflevering 49

Gepubliceerd op 8 december 2005

NTFR 2005/1606 - Giften van lichamen ter stimulering van de wetenschap

Aflevering 49, gepubliceerd op 08-12-2005 geschreven door prof. dr. J.W. Zwemmer
Ingevolge art. 16 Wet VPB 1969 zijn giften aan kerkelijke, levensbeschouwelijke, charitatieve, culturele, wetenschappelijke of het algemeen nut beogende instellingen aftrekbaar voorzover zij tezamen € 227 te boven gaan. De aftrek bedraagt ten hoogste 6% van de winst. In het Belastingplan 2006 (Kamerstuk 30 306) wordt voorgesteld het percentage van 6 te verhogen tot 10. Achtergrond voor dit voorstel is het op 15 juni 2005 door het Innovatieplatform gepubliceerde rapport ‘Geven voor weten: de vierde route; particuliere middelen voor de wetenschap‘. In dit rapport worden aanbevelingen gedaan om meer filantropisch geld naar de wetenschap te laten vloeien. Een van de aanbevelingen is het laten vervallen van het maximum percentage van de giftenaftrek in de vennootschapsbelasting. Waarom deze aanbeveling in het Belastingplan 2006 niet wordt gevolgd, is niet duidelijk. Wel stelt de MvT dat op uitvoeringsgronden gekozen is voor een generieke verhoging van het percentage en niet voor een specifieke verhoging uitsluitend voor giften aan wetenschappelijke instellingen. Ook wordt gesteld dat het plafond met het nieuwe percentage op hetzelfde niveau is gesteld als in de inkomstenbelasting. Op een desbetreffende vraag van de fractie van de SP antwoordt de staatssecretaris dat de hoogte van het percentage geen principiële achtergrond heeft en dat gestreefd is naar een zo groot mogelijke uniformiteit.

NTFR 2005/1612 - Wijn vermindert irritaties werkgevers

Aflevering 49, gepubliceerd op 08-12-2005
De staatssecretaris van Financiën heeft het rapport ‘beleving telt‘ bekendgemaakt. Het rapport is het resultaat van een interdepartementale projectgroep. Deze projectgroep werd ingesteld door de bewindslieden van Financiën en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om na de recente loonheffingwetgeving (Walvis en SUB) met concrete voorstellen te komen voor verdere vereenvoudigingen en reductie van administratieve lasten in het loonbegrip en in de eisen die worden gesteld aan de loonadministratie. Het rapport bevat concrete voorstellen om irritaties van werkgevers in de loonsfeer te verminderen. Dit rapport zal mede de basis vormen voor een wetsvoorstel dat de staatssecretaris komend voorjaar bij de Tweede Kamer gaat indienen.

NTFR 2005/1630 - BTW-heffing ter zake van sinterklaas en hulpsinterklazen

Aflevering 49, gepubliceerd op 08-12-2005
Op vragen van het Tweede–Kamerlid Nawijn geeft de staatssecretaris zijn visie omtrent de BTW–positie voor hulpsinterklazen. De BTW–heffing geldt ook voor hulpsinterklazen, waarbij niet relevant is of deze op commerciële basis dan wel zonder winstoogmerk optreden. Vervolgens wijst de staatssecretaris wel dat hulpsinterklazen gebruik kunnen maken van de kleine–ondernemersregeling van art. 25 Wet OB 1968, waardoor velen een beroep kunnen doen op de ontheffing van administratieve verplichtingen en het factureren achterwege kunnen laten. Echte sinterklazen, die zonder vergoeding werken, blijven geheel buiten de BTW–heffing. De staatssecretaris is van mening dat er door de BTW–heffing geen vraag meer naar hulpsinterklazen zou zijn. Zo is het hem bekend dat er ook sinterklaasondernemers zijn die adverteren met prijzen mét BTW.