NTFR 2022/3369 - Steunregeling Gibraltar deels in strijd met staatssteunregels
Aflevering 39, gepubliceerd op 28-09-2022 met annotatie van mr. A.F. Gunn MATussen 1 januari 2011 en 31 december 2013 werden op grond van de Income Tax Act 2010 (ITA 2010) royalty-inkomsten niet opgenomen in de categorieën inkomsten die in Gibraltar belastbaar zijn. MJN Holdings (Gibraltar) Ltd. (MJN GibCo) was een vennootschap van de in Gibraltar gevestigde groep MeadJohnson met een belang van 99,99% in het kapitaal van de commanditaire vennootschap naar Nederlands recht Mead Johnson Three CV (MJT CV), die sublicenties toekende aan een ander bedrijf in de groep in ruil voor royalty's. In 2012 heeft de belastingdienst van Gibraltar MJN GibCo een fiscale ruling verleend waarin, op grond van de uit de ITA 2010 voortvloeiende vennootschapsbelastingregeling in Gibraltar, de niet-belastbaarheid wordt bevestigd van de door MJN GibCo en MJT CV door royalty's gegenereerde inkomsten. In oktober 2013 heeft de Europese Commissie een formele onderzoeksprocedure ingeleid, met name om de verenigbaarheid van de regeling voor de belasting van royalty-inkomsten, voorzien in de ITA 2010, met de staatssteunregels van de Europese Unie te verifiëren. In oktober 2014 besloot zij die procedures uit te breiden tot de praktijk van fiscale rulings in Gibraltar. Bij haar besluit van 19 december 2018 heeft de Commissie in de eerste plaats de niet-opneming van royalty-inkomsten in de belastbare grondslag tussen 1 januari 2011 en 31 december 2013 aangemerkt als een ‘impliciete vrijstelling’ en was van oordeel dat die maatregel een onrechtmatige steunregeling vormde die onverenigbaar was met de interne markt. Volgens de Commissie hebben de vrijstellingen geleid tot een verlaging van de belasting die de betrokken ondernemingen anders hadden moeten betalen, gelet op de doelstelling van de ITA 2010 om inkomsten die in of uit Gibraltar zijn gegenereerd, te belasten. Ten tweede was de Commissie van oordeel dat de fiscale behandeling die door de regering van Gibraltar voorafgaand aan fiscale rulings werd verleend aan vijf in Gibraltar gevestigde ondernemingen die aandelen houden in commanditaire vennootschappen naar Nederlands recht, waarvan sommige royalty-inkomsten ontvingen, onrechtmatige individuele staatssteun vormde die onverenigbaar was met de interne markt. Die besluiten, die de niet-belasting van de royalty-inkomsten van die ondernemingen bevestigden, bleven van toepassing na de wijziging van 2013 van de ITA 2010, op grond waarvan royalty's werden opgenomen in de categorieën van belastbaar inkomen. MJN GibCo was een van de vijf betrokken bedrijven. MJN GibCo betwistte het besluit van de Commissie. Het Gerecht heeft het beroep van MJN GibCo gedeeltelijk toegewezen. Het Gerecht verwerpt het beroep voor zover het strekte tot betwisting van het deel van de bestreden beschikking dat betrekking had op de steunregeling. In dat verband onderschrijft het hof de benadering van de Commissie volgens welke de ‘niet-belasting’ en de ‘vrijstelling’ hetzelfde effect hebben en het ontbreken van een expliciete regel die voorziet in de belastingheffing op royalty-inkomsten niet belet dat een maatregel een voordeel verleent. Het Gerecht vernietigt de bestreden beschikking voor zover deze betrekking heeft op de aan MJN GibCo verleende individuele steun. In dat verband verduidelijkt het de reikwijdte van het recht van belanghebbenden om te worden betrokken bij de formele onderzoeksprocedure inzake staatssteun en de gevolgen van een schending van dat recht voor de wettigheid van het definitieve besluit dat aan het einde van een dergelijke procedure wordt genomen. Het arrest is in de Engelse vertaling bijgevoegd.