Aflevering 29

De Nederlandse politiek houdt zich meer dan ooit bezig met pensioen. De houdbaarheid van fiscale pensioenwetgeving lijkt echter niet veel langer meer te zijn dan die van een pak melk. De politiek probeert in verkiezingsprogramma's betrokkenheid en betrouwbaarheid uit te stralen. Ik heb echter nog nimmer een maatregel op pensioengebied meegemaakt die zo'n kort leven beschoren lijkt als de basisruimte voor de lijfrentepremieaftrek in de Wet IB 2001. Het Witteveen–kader is korter dan één kabinetsperiode in stand gebleven. Pensioen is en blijft dus in beweging.

arm''s length, verrekenprijzen

De bepalingen betreffende de willekeurige afschrijving op films en de filminvesteringsaftrek (Belastingplan 2002-II, NTFR 2001/1428) zijn door de Europese Commisie goedgekeurd en treden in werking per 16 juli 2002.

De staatssecretaris heeft voor de toepassing van de scholingsaftrek beslist in hoeverre 'het vergroten en op peil houden van (lichamelijke) vaardigheden' en 'begeleiding' onder het begrip scholing vallen.

gelijkheidsbeginsel, naheffing loonbelasting, verhaal werkgever

arbeidskosten, negatief loon

De vaste commissie uit de Tweede Kamer voor Financiën, heeft op 5 juli 2002 een verslag uitgebracht over het wetsvoorstel Aansluitingswet Walvis. Zoals reeds bleek uit het verslag over het Wetsvoorstel Walvis zelf (zie NTFR 2002/701), bestaat er een een brede behoefte om het wetsvoorstel Walvis gelijk met het wetsvoorstel Aanlsuitingswet Walvis te behandelen.

De staatssecretaris van Financiën heeft op 15 juli 2002 vragen beantwoord van het lid van de Tweede Kamer Eurlings over vrijvervoerbewijzen van voormalige werknemers van CONNEXXION. Voor bepaalde OV-bewijzen geldt een overgangsregeling, die eindigt op 1 januari 2003. Na afloop van de overgangsperiode is de normering van € 54 respectievelijk € 82 per jaar uitsluitend van toepassing indien het recht op vrij reizen mede dient ter behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking of voor woon-werkverkeer. Indien niet aan die voorwaarde is voldaan, dient met ingang van 1 januari 2003 op grond van de hoofdregel de waarde in het economische verkeer in aanmerking te worden genomen. De staatssecretaris vermeldt onder meer dat OV-bedrijven zullen bezien welke mogelijkheden bestaan om vrijvervoer173bewijzen te verstrekken met een lagere economische verkeerswaarde. Daarbij valt bijvoorbeeld te denken aan een beperking van het reisgebied en van de reistijd.

premieaftrek lijfrente, samenvoeging inkomens

De staatssecretaris van Financiën geeft in dit beleidsbesluit een overzicht van de fiscale aspecten van de 'Regeling voor het aanvullend (vrijwillig) Pensioenfonds' waaraan leden van het Europees Parlement kunnen deelnemen. De Regeling kwalificeert volgens het besluit niet als pensioenregeling in de zin van de loonbelasting. Evenmin kwalificeert de Regeling als een lijfrentevoorziening in de zin van de Wet IB 1964 respectievelijk de Wet IB 2001.

De staatssecretaris heeft in een brief aan de Tweede Kamer een wetsvoorstel aangekondigd waarin wordt geregeld dat het afzien of prijsgeven van een pensioenaanspraak bij een niet in Nederland gevestigde pensioen-BV wordt aangemerkt als een belaste afkoop. Dit in reactie op HR van 7 juni 2002, nr. 36.282, (NTFR 2002/876), waarin de Hoge Raad oordeelde dat een dergelijk prijsgeven onbelast kon plaatsvinden. Het is de bedoeling dat het wetsvoorstel zal terugwerken naar 11 juli 2002, de datum van aankondiging van het wetsvoorstel.

premie-inkomen WAZ, zelfstandigenaftrek

kennelijk onbehoorlijk bestuur, redelijke termijn, willekeur

belastingdienst, dienstbetrekking, loonbetalingsplicht, privaatrechtelijke, verzekeringsplicht

De staatssecretaris publiceert een besluit over de belastbaarheid van bepaalde Belgische en Duitse socialezekerheidsuitkeringen voor de toepassing van de Wet IB 200. Tevens wordt, voorzover nodig, een verdragskwalificatie gegeven. De kwalificatie van de uitkering kan van belang zijn voor binnenlandse belastingplichtigen en voor buitenlandse belastingplichtigen die kiezen voor behandeling als binnenlandse belastingplichtige als bedoeld in art. 2.5 Wet IB 2001. Achtereenvolgens wordt ingegaan op de Belgische gezinsbijslag, Duits Kindergeld, Duits Erziehungsgeld, Duitse Altersteilzeitregelung, Belgische hospitalisatieverzekering.

arbeidskosten, buitengewone lasten, kinderopvang

kinderopvang, symmetriebeginsel

De staatssecretaris deelt in een brief aan de Tweede Kamer mee dat het uitvoeringsbesluit dat zal voorzien in de codificatie van een aantal algemene regels met betrekking tot hulpmiddelen als bedoeld in art. 6.17, lid 2, Wet IB 2001, pas na het zomerreces aan de Kamer zal worden voorgelegd. Deze codificatie volgt uit het Belastingplan 2002 deel I (zie onder meer NTFR 2001/1324). Het concept wordt momenteel eerst voorgelegd aan de Chronisch zieken en Gehandicapten Raad Nederland.

De staatssecretaris van Financiën stuurt de notitie over co-ouders naar de Tweede Kamer die hij in een eerder stadium aan de Kamer heeft beloofd. In NTFR 2002/973 maakten wij er al melding van dat het kabinet met de notitie had ingestemd. Kort gezegd is de conclusie dat de fiscale positie van co-ouders niet tot grote problemen leidt. Voor de situatie dat een van de twee co-ouders recht heeft op de (aanvulllende) kinderkorting en de (aanvullende) alleenstaande-ouderkorting wordt echter wel een oplossing aangedragen. Vanwege de demissionaire status van het kabinet worden echter geen voorstellen gedaan. Hieronder nemen we enkele fragmenten op uit de notitie. Het volledige document vindt u op onze website.

fraus legis, redelijke heffing

fiscale eenheid, inwoner

informeel kapitaal

overdracht, pensioenreserves, winstuitdeling

De staatssecretaris stuurt een serie antwoorden over twee wetsvoorstellen over de vennootschapsbelasting naar de Tweede Kamer.

pensioenlichaam

administratieplicht, omkering bewijslast

ambtelijk verzuim, onderzoeksplicht inspecteur, onvolledige administratie

onvolledige administratie, vertrouwensbeginsel

Belanghebbende is een fiscale eenheid voor de omzetbelasting. Uit een door de FIOD ingesteld onderzoek is volgens de belastingdienst gebleken dat belanghebbende deel heeft genomen aan een BTW-caroussel. Zij is daar ook strafrechtelijk voor veroordeeld. Hof Amsterdam heeft in de onderhavige zaak geoordeeld dat de inspecteur aannemelijk heeft gemaakt dat aan de facturen van een derde partij aan belanghebbende geen reële overeenkomsten tot levering van geheugenchips ten grondslag hebben gelegen. Het hof heeft de uitspraak van de inspecteur dan ook bevestigd. In cassatie betoogt belanghebbende dat het hof ten onrechte een bewijsaanbod heeft gepasseerd. De Hoge Raad acht deze klacht gegrond. Belanghebbende heeft voor het hof namelijk aangeboden getuigenbewijs te leveren van haar stelling dat de geheugenchips daadwerkelijk aan belanghebbende zijn geleverd. Dit aanbod is gedaan voor het geval het hof een of meer stellingen van de inspecteur aannemelijk zou achten. Dat geval deed zich voor. Dit betekent dat het hof het aanbod van belanghebbende tot getuigenbewijs ten onrechte heeft gepasseerd.

undue delay

doeltreffenheidsbeginsel, niet-nakoming richtlijn, terugwerkende kracht, vertrouwensbeginsel

douaneregeling, invoer, onttrekking

ambtshalve verleende teruggave, naheffing

nihiltarief, persoonlijke bagage, stelsel van douane-entrepots, verhuisboedel

keurloon, uitschot van belasting

De staatssecretaris heeft naar aanleiding van vragen van het kamerlid Boorsma (CDA) antwoorden gegeven betreffende het BTW-compensatiefonds. De vragen en antwoorden hebben betrekking op het risico van procedures over begrippen 'overheids- en niet-ondernemersactiviteiten', het begrip 'in het kader van zijn onderneming' en de gevolgen daarvan voor een door een gemeente georganiseerde commerciële of niet-commerciële tentoonstelling, het ontstaan van tekorten in het BTW-compensatiefonds, de onzekerheid over het uitsluiten van het recht op bijdrage in bepaalde gevallen, gemengde facturen, grondexploitatie en BTW-belaste verhuur van onroerende zaken.

De staatssecretaris heeft in besluit goedgekeurd dat de optredens van aankomende circusartiesten (die nog op een circusschool zitten) ook onder het met ingang van 1 januari 2002 ingevoerde verlaagde tarief van uitvoerende kunstenaars (Tabel I, post b 17) vallen. Het onderwijs van de circusschool valt onder de vrijstelling van het onderwijs in dans, drama en beeldende vorming aan personen jonger dan 21 jaar vrijgesteld van omzetbelasting (art. 8, lid 1, onderdeel c , Uitv.besl. OB 1968). Hetzelfde onderwijs gegeven aan personen ouder dan 21 jaar, is uiteraard belast met het algemene BTW-tarief (thans 19%).

ombouw bestelauto

Volgens art. 6 van de Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 (Wet BPM) moet de belasting op aangifte worden voldaan. Op grond van art. 8 van de Wet BPM kan de inspecteur toestaan dat een ondernemer de belasting per tijdvak voldoet. De inspecteur verleent hiervoor een vergunning. Een ondernemer die een dergelijke vergunning heeft gekregen (verder vergunninghouder) doet maandelijks aangifte voor de BPM. In deze aangifte zijn opgenomen alle in de voorgaande maand tenaamgestelde auto's waarvoor hij de aanvraag voor de opgave van het kenteken heeft gedaan. Hij voldoet de belasting voor genoemde auto's namens degene op wiens naam het kenteken is gesteld. In de maandaangifte van een vergunninghouder mogen de BPM-bedragen per auto naar beneden worden afgerond op hele eurobedragen.

Stimulerende regelingen zijn in de Wet belastingen op milieugrondslag in het algemeen gegoten in de vorm van een afdrachtsvermindering. De vraag is gesteld of de hiervoor bedoelde afdrachtsverminderingen kunnen leiden tot een negatieve aangifte (teruggaaf). In het verleden werd dit ontkend, en werd het standpunt ingenomen dat de regeling er niet toe kan leiden dat per saldo geen belasting werd teruggegeven.

parkeerbelasting

gebruiksretributie, heffing naar draagkracht

parkeerbelasting

onredelijke heffing, toeristenbelasting, verordening onverbindend, willekeur

parkeerbelasting, vergunninggebied

De staatssecretaris van Financiën heeft op 5 juli 2002 een wetsvoorstel inzake de Wet wederzijdse bijstand bij invordering (WWB) aan de Tweede Kamer gezonden. De wederzijdse bijstand wordt volgens dit voorstel ook mogelijk bij de invordering van vennootschapsbelasting, inkomstenbelasting en bij de voorheffingen daarvan. Daarnaast kunnen de rechten van successie, schenking en overgang onderwerp van wederzijdse bijstand zijn. Tevens wordt voortaan bijstand verleend bij de invordering van niet alleen interest en kosten, maar ook alle andere verschuldigde bedragen in verband met sancties, boeten en kosten, die verband houden met de schuldvorderingen. Verder zullen de lidstaten schuldvorderingen die zijn ontstaan in een andere lidstaat in principe op dezelfde wijze moeten behandelen als een schuldvordering in de eigen staat. Het wetsvoorstel treedt in werking met ingang van de dag van uitgifte van het staatsblad waarin zij wordt geplaatst.