Aflevering 17

Gepubliceerd op 27 april 2006

NTFR 2006/554 - Handhavingsconvenanten

Aflevering 17, gepubliceerd op 27-04-2006 geschreven door mr. drs. A.J. van den Bos
Bij brief van 3 juni 2004, nr. DGB2004/3005,NTFR 2004/909, heeft de staatssecretaris aangekondigd dat de Belastingdienst vormen van horizontaal toezicht zal gaan verkennen. In zijn brief van 8 april 2005, nr. DGB2005/01109, NTFR 2005/451, informeert hij de Kamer over die verkenning. Een scherpe definitie van horizontaal toezicht ontbreekt in laatstgenoemde brief. De staatssecretaris verwijst naar het WRR-rapport ‘De toekomst van de nationale rechtsstaat‘ uit 2002 en naar het kabinetsprogramma ‘Andere overheid‘. Over horizontaal toezicht merkt hij op dat het gaat om wederzijds vertrouwen tussen belastingplichtige en Belastingdienst, het scherper naar elkaar aangeven wat ieders verantwoordelijkheden en mogelijkheden zijn om het recht te handhaven en het vastleggen en naleven van wederzijdse afspraken. De onderlinge verhoudingen en de communicatie tussen burger en overheid zouden naar een meer gelijkwaardige situatie verschuiven. Een waarschuwing acht de staatssecretaris kennelijk ook op zijn plaats, want hij meldt dat het ook nodig zal blijven verticaal toezicht uit te oefenen, omdat niet alle belastingplichtigen het even nauw nemen met de aan hen opgelegde fiscale en douaneverplichtingen. Per doelgroep zijn suggesties voor horizontaal toezicht op conceptniveau geclusterd. Voor de doelgroep zeer grote ondernemingen gaat het daarbij om een pilot met als doel het sluiten van individuele handhavingsconvenanten. De pilot richt zich op ongeveer 20 van de ruim 1.500 zeer grote ondernemingen in Nederland. In het handhavingsconvenant worden wederzijds de verplichtingen vastgelegd voor de toekomst en voor het afwikkelen van het verleden. Tevens worden afspraken gemaakt om elkaar te informeren en over de afwikkeling van nog niet voorziene handelingen of activiteiten met fiscale gevolgen. Doel van deze aanpak is de rechtszekerheid voor de bedrijven te vergroten en door het uitstralen van vertrouwen door de Belastingdienst constructies te vermijden die normaal gesproken in het verticale toezicht bestreden zouden worden. De aanpak zou aansluiten bij andere ontwikkelingen die gericht zijn op verbetering van transparantie, zoals onder meer de Amerikaanse Sarbanes-Oxley wet. Ook legt de staatssecretaris een verband met de verbetering van het fiscale vestigingsklimaat in Nederland.

NTFR 2006/555 - Tweede Kamer debatteert over functioneren van de Belastingdienst

Aflevering 17, gepubliceerd op 27-04-2006
De staatssecretaris van Financiën heeft op 19 april in een brief aan de Tweede Kamer meer informatie verschaft over de problemen betreffende het functioneren van de Belastingdienst (zie ook NTFR 2006/497). Mede naar aanleiding van deze brief heeft de Tweede Kamer op 20 april op verzoek van de PvdA en SP een spoeddebat gehouden over de Belastingdienst.

NTFR 2006/582 - Kamervragen over eigen en vreemd vermogen in de VPB

Aflevering 17, gepubliceerd op 27-04-2006
De staatssecretaris beantwoordt schriftelijke vragen van de Kamer over het onderscheid tussen eigen en vreemd vermogen in de vennootschapsbelasting. In hoofdlijnen verwijst hij naar het komende ‘wetsvoorstel VPB 2007‘. Daarin zal aandacht worden besteed aan problemen die verband houden met het onderscheid tussen vreemd vermogen en eigen vermogen.

NTFR 2006/585 - Antwoorden op Kamervragen over proefschrift Gassler

Aflevering 17, gepubliceerd op 27-04-2006 geschreven door mr. M. de L. Monteiro
De staatssecretaris van Financiën heeft geantwoord op Kamervragen van de leden Dezentjé Hamming en Van Egerschot gesteld op 3 maart 2006 over het proefschrift van dr. Y.E. Gassler waarin 74 onduidelijkheden en onevenwichtigheden in de overdrachtsbelasting worden gesignaleerd.

NTFR 2006/593 - Verzoek om informatie anonieme bankrekeningen Luxemburg

Aflevering 17, gepubliceerd op 27-04-2006
Staatssecretaris Wijn gaat bij de Luxemburgse autoriteiten aandringen op het verstrekken van informatie over zogenoemde coderekeningen. Dit zijn niet op naam gestelde bankrekeningen. Deze informatie is nodig om vast te stellen of vermogen en/of vermogensinkomsten zijn verzwegen voor de Nederlandse belastingdienst.

NTFR 2006/594 - Besluit inlichtingenuitwisseling

Aflevering 17, gepubliceerd op 27-04-2006
De staatssecretaris van Financiën heeft een gewijzigd Besluit Inlichtingenuitwisseling gepubliceerd. Hierin wordt uitgebreid ingegaan op de wederzijdse bijstand bij de heffing van belastingen. Het betreft een actualisering van het voorschrift internationale wederzijdse bijstand bij de heffing van belastingen van 24 mei 2002, nr. CPP2001/3595 (NTFR 2002/830). In het nieuwe voorschrift heeft een aanpassing plaatsgevonden aan de nieuwste ontwikkelingen, zoals het gaan gelden van de Spaarrenterichtlijn.

NTFR 2006/599 - Geen communautair vertrouwensbeginsel bij navordering douanerechten

Aflevering 17, gepubliceerd op 27-04-2006
Belanghebbende heeft als douane-expediteur aangifte gedaan ter zake van de invoer van ruw magnesium. Het douanerecht werd berekend naar het nultarief. Belanghebbende heeft een vergunning om elektronisch aangifte te doen door middel van het geautomatiseerde douane-aangiftesysteem SAGITTA. Per 1 januari 1998 kunnen goederen enkel tegen nultarief worden ingevoerd indien zij een zogenoemde bijzondere bestemming hebben, waarvan de controle geschiedt door een vergunning bijzondere bestemming en een controleformulier T5. Deze wijziging is door de Nederlandse douane niet aanstonds onderkend. Pas met ingang van 1 juli 1998 is de wijziging doorgevoerd in het handboek Heffingen bij Invoer en in het douane-aangiftesysteem SAGITTA. Tijdens een controle bleek dat belanghebbende ten onrechte aanspraak maakte op het nultarief. De inspecteur heeft de douanerechten nagevorderd door middel van twee uitnodigingen tot betaling. De Douanekamer verklaarde de beroepen van belanghebbende ongegrond. Belanghebbende komt in cassatie. In zijn conclusie voor deze zaak gaat A-G Van Ballegooijen in op de vraag of navordering in casu mogelijk is of wordt verhinderd door het vertrouwensbeginsel. De advocaat-generaal concludeert dat belanghebbende niet beschermd kan worden door art. 220, lid 2, sub b, CDW (is er sprake van een vergissing van de douane die door belanghebbende redelijkerwijs niet kon worden ontdekt). Voorts gaat de advocaat-generaal in op de werking van het vertrouwensbeginsel bij directe toepassing van het Gemeenschapsrecht door de douane. Hij concludeert dat er voor een additionele toetsing aan het ongeschreven communautaire respectievelijk nationale vertrouwensbeginsel geen ruimte is. Een en andere geldt evenzeer voor het beginsel van redelijkheid en billijkheid.

NTFR 2006/606 - Besluit aansprakelijkheid verzekeraars herzien

Aflevering 17, gepubliceerd op 27-04-2006
De staatssecretaris van Financiën heeft een herziene versie uitgebracht van het besluit betreffende de aansprakelijkheid van verzekeraars. Het gaat hierbij om de aansprakelijkheid van verzekeraars voor belastingschulden, bijvoorbeeld bij emigratie of bij afkoop van inkomensvoorziening, een arbeids– of beroepspensioen, een loonbelastingstamrecht of een kapitaalverzekering eigen woning. Het oude besluit van 13 november 2001, nr. CPP2001/2138M wordt door dit nieuwe besluit ingetrokken.