Aflevering 18

Gepubliceerd op 4 mei 2006

NTFR 2006/608 - Het belang van belang hebben

Aflevering 18, gepubliceerd op 04-05-2006 geschreven door dr. R.J. Koopman
Er woedt een kleine richtingenstrijd tussen de belastingkamers van de gerechtshoven en de bestuurssectoren van de rechtbanken. Bij de rechtbanken wordt degene die beroep instelt ‘eiser‘ genoemd, en diens wederpartij ‘verweerder‘. De hoven daarentegen houden vast aan het uit de WARB stammendeZie wat betreft de belanghebbende art. 2, lid 2, WARB. begrip ‘belanghebbende‘ en noemen diens wederpartij in de regel ‘Inspecteur‘. Is dit belangrijk voor de ontwikkeling van het belastingrecht? Nee, natuurlijk niet. Het is hooguit van belang voor de leesbaarheid van de beslissing, die naar mijn mening meer gebaat is bij de gemakkelijk tot burger en overheidsorgaan te herleiden termen ‘belanghebbende‘ en ‘Inspecteur‘.

NTFR 2006/611 - Voor bepaalde tijd ongebruikte grond valt toch onder landbouwvrijstelling

Aflevering 18, gepubliceerd op 04-05-2006 met annotatie van mr. H.A. Elbert
Belanghebbende oefent een glastuinbouwbedrijf uit in maatschapsverband. Zij koopt een perceel grond voor uitbreiding van het bedrijf. Omdat de financiering niet rond komt gaat de voorgenomen bedrijfsuitbreiding niet door en wordt de grond verkocht aan een glastuinbouwbedrijf. Tot de verkoop is het perceel niet gebruikt voor de daadwerkelijke teelt van tuinbouwproducten, maar alleen omgespit en onkruidvrij gehouden. In geschil is of de vervreemdingswinst onder de landbouwvrijstelling valt. Hof Den Haag oordeelde dat belanghebbende op het perceel niet feitelijk een landbouwbedrijf uitoefende, zodat de landbouwvrijstelling niet van toepassing is.

NTFR 2006/617 - 30%-regeling geldt ook indien werkgever nog moet worden opgericht (2)

ECLI:NL:HR:2006:AW4068, datum uitspraak 28-04-2006, publicatiedatum 28-04-2006
Aflevering 18, gepubliceerd op 04-05-2006 met annotatie van M.C. Dijkshoorn
Belanghebbende is in Duitsland werkzaam geweest als tandarts en heeft in dat kader een specifieke deskundigheid verworven. Op 12 mei 2000 heeft hij een in Nederland gevestigde praktijk gekocht, met als overnamedatum 1 januari 2001. Op 11 december 2000 is een voorovereenkomst gesloten tot de oprichting van een BV op grond waarvan de praktijk met ingang van 1 januari 2001 voor rekening en risico van de op te richten BV wordt gedreven. Sinds 1 januari 2001 is belanghebbende werkzaam in de door hem overgenomen tandartsenpraktijk, die in Nederland gevestigd is gebleven, en die voor rekening en risico van de BV wordt gedreven. De BV is opgericht op 30 maart 2001, en heeft nadien alle rechtshandelingen bekrachtigd die namens haar verricht. Belanghebbende heeft zich op 10 april 2001 in Nederland gevestigd. Voor Hof Den Bosch was in geschil of belanghebbende kan worden aangemerkt als een werknemer in de zin van de 30%-regeling. Het hof heeft die vraag ontkennend beantwoord. Belanghebbende komt in cassatie. De Hoge Raad oordeelt dat de 30%-regeling ook ziet op de werknemer die als bestuurder in dienst treedt van een BV waarvan hij enig aandeelhouder is, zelfs indien hij de enige werknemer van die BV wordt. Een oprichter van een BV kan namens de nog op te richten BV een arbeidsovereenkomst met zichzelf sluiten, die na die oprichting kan worden bekrachtigd. In dit verband laten de feiten geen andere conclusie toe dan dat belanghebbende aangemerkt dient te worden als inkomende werknemer in de zin van de 30%-regeling.

NTFR 2006/623 - Antwoorden kamervragen terugbetalen huur- en zorgtoeslag

Aflevering 18, gepubliceerd op 04-05-2006
De staatssecretaris van Financiën heeft Kamervragen beantwoord over het terugbetalen van teveel uitgekeerde zorg– en/of huurtoeslag. Uit de antwoorden blijkt dat indien een te hoog voorschot is uitbetaald, een terugvordering binnen twee maanden na dagtekening moet worden betaald. Uitstel van betaling is mogelijk op grond van art. 31 Awir als sprake is van betalingsproblemen. Als het voor betrokkene niet mogelijk is om voor de uiterste betaaldatum te betalen, kan uitstel van betaling worden verkregen voor een periode van vier maanden, gerekend vanaf de uiterste betaaldatum. Van een verplichte terugbetaling in één keer hoeft dus geen sprake te zijn. Indien de betrokkene het bedrag ook niet binnen vier maanden kan terug173betalen, dan kan een betalingsregeling worden getroffen over een periode van maximaal 24 maanden, waarbij tenminste € 40 per maand dient te worden betaald. Kan de belanghebbende ook daaraan niet voldoen, dan kan de Belastingdienst Toeslagen uitstel van betaling ‘op maat‘ verlenen, gebaseerd op de betalingscapaciteit.

NTFR 2006/627 - Verwerking no-claimteruggaaf in buitengewone uitgaven

Aflevering 18, gepubliceerd op 04-05-2006
In een brief aan de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft de minister van Financiën een toelichting gegeven op de verwerking van de no–claimregeling van de ZFW in de berekening van aftrek buitengewone uitgaven 2005. Dit naar aanleiding van een brief van de Federatie van Ouderverenigingen en de CG–raad.

NTFR 2006/632 - Nieuw fiscaal regime voor beleggingsinstellingen

Aflevering 18, gepubliceerd op 04-05-2006
Aan de Wet VPB 1969 wordt een nieuw regime voor beleggingsinstellingen toegevoegd in art. 6a Wet VPB 1969. De staatssecretaris heeft een daartoe strekkend wetsvoorstel bij de Tweede Kamer ingediend. Daarnaast wordt een aantal aanpassingen aangebracht in het bestaande regime voor beleggingsinstellingen van art. 28 Wet VPB 1969.

NTFR 2006/635 - Weigering toezending aanslagen ex-echtgenoot aan ex-echtgenote terecht

ECLI:NL:HR:2006:AW2350, datum uitspraak 21-04-2006, publicatiedatum 04-04-2013
Aflevering 18, gepubliceerd op 04-05-2006
Het huwelijk van mevrouw X en de heer A is ontbonden op 19 mei 1998. In de aanslagen IB/PVV over de jaren 1996, 1997 en 1998 van de heer A zijn inkomens- of vermogensbestanddelen van X begrepen. In geschil is of de inspecteur toezending van de aanslagen van de heer A aan X terecht heeft geweigerd. Hof Leeuwarden (NTFR 2004/1772) heeft deze vraag bevestigend beantwoord. Het hof heeft overwogen dat art. 23 AWR in de wet is opgenomen om te voorkomen dat de echtgenoot van wie de inkomstenbestanddelen zijn opgekomen in de aan de andere echtgenoot opgelegde aanslagen geen recht van bezwaar en beroep zou hebben. Volgens het hof dient het recht van bezwaar en beroep zich te beperken tot de van de zijde van die echtgenoot opgekomen inkomens- en vermogensbestanddelen, zodat desgevraagd ook alleen de daarvoor noodzakelijke gegevens hoeven te worden verschaft. De inspecteur heeft derhalve toezending van de aanslagen van de heer A aan X terecht geweigerd, aangezien die voor het maken van bezwaar redelijkerwijs niet van belang kunnen zijn.

NTFR 2006/643 - Stand van zaken uitvoering Lissabon-programma Europese Commissie

Aflevering 18, gepubliceerd op 04-05-2006
De minister van Financiën heeft de Tweede Kamer een brief gestuurd over de stand van zaken van het Nederlandse belasting- en douanebeleid en de bijdrage aan de zogenoemde Lissabon-strategie van de EU. De Europese Commissie volgt twee lijnen om de beoogde doelstellingen van de Lissabonstrategie te behalen en doet daartoe de komende drie jaren diverse voorstellen.