Aflevering 15

Gepubliceerd op 14 april 2001

NTFR 2001/576 - Gevolgen belastingherziening 2001 voor uitkeringsgerechtigden

Aflevering 15, gepubliceerd op 14-04-2001
Minister Vermeend van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft mede namens de staatssecretaris van Financiën vragen beantwoord van het Kamerlid De Wit (SP). De vragen waren gesteld onder andere naar aanleiding van berichten dat uitkeringsgerechtigden van het kastje naar de muur zouden worden gestuurd bij de Belastingdienst en de sociale diensten als zij vragen hebben over de belastingherziening 2001. De minister zet uiteen hoe de afspraken tussen de diensten luiden en weerspreekt dat sprake is van 'van kastje naar de muur sturen'. Inmiddels ontvangt het overgrote deel (eind februari 2001 circa 90%) van de bijstandsgerechtigden die daar recht op hebben een voorlopige teruggaaf. Naar aanleiding van signalen over de bereikbaarheid van de Belastingtelefoon meldt de minister dat, hoewel extra capaciteit is ingezet, de drukte de inschattingen heeft overtroffen. Inmiddels zijn extra telefoonlijnen ingezet om de bereikbaarheid te vergroten. Ook is de Belastingdienst op dit moment bezig nieuwe mensen aan te trekken en op te leiden. Er hebben de minister geen signalen bereikt dat de uitvoeringsinstellingen fouten hebben gemaakt bij het inhouden van loonheffing. Het is volgens hem niet zo dat een groot aantal mensen met een werknemersuitkering er netto op achteruitgaan. Wel kan hij zich voorstellen dat, indien bijvoorbeeld in december geen ZFW-premie betaald wordt, doordat in meerdere (eerdere? red.) maanden het maximum bereikt is, het inkomen in januari kan tegenvallen. Ook kan dit opgaan bij bijvoorbeeld nabetalingen in de laatste maanden van 2000.

NTFR 2001/580 - Film- en zeescheepvaart cv's (herzien i.v.m. IB 2001)

Aflevering 15, gepubliceerd op 14-04-2001
De staatssecretaris heeft twee afzonderlijke besluiten inzake de fiscale behandeling van commanditaire vennoten in film- en zeescheepvaartcv's in elkaar gevlochten en aangepast aan de Wet IB 2001. Wij hebben alleen de interessante passages van het besluit opgenomen. Voor de overige passages – die veelal ongewijzigd zijn gebleven ten opzichte van de regeling die gold voor de toepassing van de Wet IB 1964 – verwijzen we naar het brondocument.

NTFR 2001/581 - Conceptvoorwaarden geruisloze omzetting in NV of BV (art.3.65)

Aflevering 15, gepubliceerd op 14-04-2001
De staatssecretaris heeft door middel van een brief de Tweede Kamer de conceptvoorwaarden gezonden inzake de geruisloze omzetting in een NV of BV van art. 3.65 Wet IB 2001. Wij hebben opgenomen het algemene deel van de toelichting (paragrafen 1, 2 en 3), de toelichting op de tien voorwaarden (paragrafen 4-13) en de formele aspecten betreffende de indiening en behandeling van het verzoek (paragrafen 14 en 15).

NTFR 2001/582 - Fiscale behandeling pluimveerechten

Aflevering 15, gepubliceerd op 14-04-2001
Door middel van een besluit heeft de staatssecretaris zekerheid verschaft over de fiscale behandeling van de sinds 1 januari 2001 bestaande pluimveerechten. Het betreft antwoorden op vragen inzake de (willekeurige) afschrijving en investeringsaftrek.

NTFR 2001/585 - Vaststelling eigenwoningwaarde bij nieuwbouwwoningen in 2000 opgeleverd

Aflevering 15, gepubliceerd op 14-04-2001
De staatssecretaris regelt in dit besluit op welke wijze in 2000 het huurwaardeforfait kan worden bepaald bij nieuwbouwwoningen die in dat jaar zijn opgeleverd. Voor de toepassing van het huurwaardeforfait over 2000 geldt nog de WOZ-waarde 1995. Die WOZ-waarde 1995 wordt echter bij nieuwbouwwoningen die in 2000 zijn opgeleverd niet meer vastgesteld; daarvoor wordt een WOZ-waarde 1999 vastgesteld. De staatssecretaris vindt het goed dat de WOZ-waarde 1995 wordt bepaald door de WOZ-waarde 1999 te vermenigvuldigen met 100/160. Indien de belastingplichtige aannemelijk maakt dat in zijn geval de waarde naar de peildatum 1 januari 1995 lager is, kan hij uitgaan van die lagere waarde.

NTFR 2001/587 - Vragen en antwoorden aanmerkelijk belang (herzien i.v.m. IB 2001)

Aflevering 15, gepubliceerd op 14-04-2001
In het kader van de herziening van bestaande besluiten aan de Wet IB 2001 heeft de staatssecretaris drie besluiten betreffende het beleid op het gebied van het aanmerkelijk belang ineengevlochten. Het betreft twee vraag- en antwoordbesluiten en een goedkeurend besluit met betrekking tot een tijdelijk aanmerkelijk belang in een fiscale beleggingsinstelling.

NTFR 2001/592 - Financiële tegemoetkoming aan asbestslachtoffers (herzien i.v.m. IB 2001)

Aflevering 15, gepubliceerd op 14-04-2001
Het besluit inzake de fiscale behandeling van de financiële tegemoetkoming aan asbestslachtoffers is opnieuw uitgebracht voor de toepassing van de Wet IB 2001. Hiermee is geen inhoudelijke wijziging beoogd ten opzichte van de regeling die gold voor de toepassing van de Wet IB '64, Besluit van 31 januari 2000, nr. DB2000/00195M (NTFR 2000/188). Het besluit houdt in dat over de uitkeringen op grond van de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers door het Instituut Asbestslachtoffers geen schenkingsrecht, successierecht loonbelasting of inkomstenbelasting verschuldigd is.

NTFR 2001/596 - Algemeen overleg fiscale aspecten van het vestigingsklimaat in Nederland

Aflevering 15, gepubliceerd op 14-04-2001
In het algemeen overleg van 22 maart 2001 met de vaste commissie voor Financiën over de fiscale aspecten van het vestigingsklimaat in Nederland heeft de staatssecretaris van Financiën o.a. de hoofdlijnen van de nieuwe APA-/ATR-praktijk weergegeven. Aanleiding voor het overleg was de brief van van de staatssecretaris van 20 november 2000, G2000-454 (NTFR 2000/1738) over fiscale aspecten van het vestigingsklimaat in Nederland. Het overleg stond in het teken van de aantrekkelijkheid van Nederland voor het (internationale) bedrijfsleven. De studiegroep Van Rooy zal zich buigen over de effectieve belastingdruk en de tariefstructuur in Nederland in relatie tot de situatie in het buitenland. Naar verwachting zal het rapport van de studiegroep, vergezeld van een voorlopig regeringsstandpunt, nog voor de zomer naar de Kamer worden gezonden. Daarnaast heeft de staatssecretaris de hoofdlijnen weergegeven van de nieuwe APA-/ATR-praktijk, die reeds op 1 april jl. is ingevoerd. Hij gaat daarbij nader in op de discussie binnen de EU over 'schadelijke belastingmaatregelen' (Primarolo-rapport). Hoewel het rapport nog geen officiële status heeft, zijn andere landen volgens de staatssecretaris wel de mening toegedaan dat de 66 maatregelen op de Primarolo-lijst schadelijk zijn. Hij geeft aan dat met de nieuwe APA-/ATR-praktijk aan 7 van de 10 'schadelijke maatregelen' tegemoet is gekomen en dat door de notulenverklaring van Nederland bij het Ecofin-akkoord ook de deelnemingsvrijstelling is veiliggesteld. Over de twee resterende ''schadelijke maatregelen'' zal nog nadere discussie worden gevoerd, maar Nederland zal op dit punt een afwachtende houding innemen, aangezien reeds voor 80% tegemoet is gekomen aan de kritiek en nog moet blijken of andere landen dit ook halen, aldus de staatssecretaris. Wij merken op dat de twee overige 'schadelijke maatregelen' betreffen de zogenoemde 'informeel kapitaal ruling' en het Concernfinancieringsregime (CFA-regime) van art. 15b Wet Vpb.

NTFR 2001/607 - Afhandeling vergoeding kosten bezwaar tegen voorlopige aanslagen IB/PH 2001

Aflevering 15, gepubliceerd op 14-04-2001
De staatssecretaris maakt via dit besluit bekend dat de afhandeling van verzoeken om vergoeding van kosten in verband met bezwaarschriften tegen voorlopige aanslagen IB/PH 2001 die te hoog zijn vastgesteld als gevolg van de invoering van het nieuwe belastingstelsel, worden afgehandeld door de eenheid van de Belastingdienst die competent is ten aanzien van de belastingplichtige. Dit in afwijking van de normale regeling voor bezwaarkostenvergoeding. De bijzondere regeling geldt niet voor verzoeken om een vergoeding die naar eerste schatting hoger uitvalt dan f 500. Laatstbedoelde verzoeken worden met bericht en raad overgedragen aan het Ministerie van Financiën, directie Bestuursondersteuning Belastingdienst. Wij verwijzen naar het Besluit van 6 maart 2001, nr. RTB2001/1005M, NTFR 2001/443, en het Besluit van 10 juni 1998, nr. AFZ98/1467M, zoals laatstelijk gewijzigd bij Besluit van 2 mei 2000, nr. BOB2000/658M, NTFR 2000/1200. Ter voorkoming van misverstand merken wij op dat alle verzoeken om een bezwaarkostenvergoeding moeten worden ingediend bij de eenheid die competent is ten aanzien van de belastingplichtige.