Aflevering 10

Gepubliceerd op 6 maart 2003

NTFR 2003/433 - Generaal pardon voor spaargelden, een diabolisch dilemma?

Aflevering 10, gepubliceerd op 06-03-2003
Peinzend over het onderwerp voor mijn bijdrage aan deze rubriek werd mijn aandacht getrokken door het akkoord dat de ministers van Financiën van de Europese Unie op 21 januari jl. in Brussel hebben gesloten over de richtlijn inzake belastingheffing over (rente op) spaartegoeden. Zie NTFR 2002/282*. Met dit akkoord lijkt op dit terrein een (voorlopige) mijlpaal te zijn bereikt anderhalf jaar nadat medio 2001 de concepttekst van de spaartegoedenrichtlijn het licht heeft gezien. De voorgestelde inwerkingtreding van de richtlijn is voorzien voor 1 januari 2004. Of dat haalbaar is, valt evenwel nog te bezien. Van de aanstaande inwerkingtreding van de richtlijn kan een remmende werking uitgaan op het overbrengen van spaargeld naar het buitenland teneinde dit geld verborgen te houden voor de fiscus. De vraag is evenwel wat het gevolg van de implementatie van het akkoord zal zijn op de veronderstelde grote hoeveelheid zwart geld die zich al in het buitenland aan het oog van de Nederlandse fiscus onttrokken weet. Leidt de aanstaande inwerkingtreding van de richtlijn tot repatriëring van het zwarte spaargeld naar Nederland? Is om dit doel te bereiken een generaal pardon voor binnenlandse belastingplichtigen die voor de Nederlandse fiscus meestal jarenlang hun (rente over) spaartegoeden hebben verzwegen, noodzakelijk of behulpzaam en als dat al zo zou zijn, valt een dergelijke amnestie te rechtvaardigen?

NTFR 2003/435 - Gastouders en ondernemerschap

Aflevering 10, gepubliceerd op 06-03-2003
De staatssecretaris heeft in een besluit aangegeven dat onder omstandigheden inkomsten uit gastouderschap winst uit onderneming vormen. Hij geeft daarbij twee voorbeelden. Allereerst is sprake van winst uit onderneming als opvang wordt geboden aan drie kinderen gedurende vier dagen, er zelf wordt gecontracteerd, er wordt geïnvesteerd en er acquisitie wordt verricht. De tweede omstandigheid is als er een omzet van 1.000 uren à min. € 8,50 wordt gerealiseerd. In dat laatste geval wordt de gastouder tevens geacht aan het urencriterium te hebben voldaan.

NTFR 2003/438 - Omzetting oudedagsreserve en stakingswinst in lijfrente. Leeftijdsgrens

Aflevering 10, gepubliceerd op 06-03-2003
De staatssecretaris van Financiën keurt in dit besluit goed dat lijfrenten die worden bedongen bij de omzetting van een oudedagsreserve en bij de omzetting van stakingswinst, ingaan na het bereiken van de leeftijd van 70 jaar. Volgens het sinds 1 januari 2001 geldende wettelijke regime dienen (ook dergelijke) lijfrenten uiterlijk op 70-jarige leeftijd in te gaan. De staatssecretaris acht het echter niet wenselijk dat deze 70-jaarsgrens ondernemers dwingt om hun onderneming te staken in het jaar waarin zij de leeftijd van 70 jaar bereiken.

NTFR 2003/442 - Vragen en antwoorden regelmatig woon-werkverkeer en de autokostenfictie

Aflevering 10, gepubliceerd op 06-03-2003
De staatssecretaris van Financiën beantwoordt in dit besluit 20 vragen over de toepassing van de autokostenfictie en het begrip regelmatig woon-werkverkeer. In het bijzonder gaat hij in op de wijzigingen met ingang van 1 januari 2002. Vanaf die datum telt het 'regelmatig woon-werkverkeer' deels mee als privé-gebruik. Op basis van een overgangsregeling, de zogenoemde ingroeiregeling, telt in 2002 én 2003 slechts eenderde deel van het regelmatig woon-werkverkeer, en maximaal 5500 km, mee als privé-gebruik. Het beluit is – voorzover van belang – afgestemd met het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV).