NTFR 2005/1074 - Btw-wijziging niet in strijd met vertrouwens- en rechtszekerheidsbeginsel
ECLI:NL:HR:2005:AU0864, datum uitspraak 12-08-2005, publicatiedatum 12-08-2005
Aflevering 33, gepubliceerd op 18-08-2005 met annotatie van mr. drs. W.A.P NieuwenhuizenDeze zaak (en de op dezelfde dag uitgesproken zaak met nr. 36.923) wordt door de Hoge Raad afgedaan in navolging van het arrest van het Hof van Justitie EG inzake Gemeente Leusden en Holin Groep bv c.s., gepubliceerd in NTFR 2004/670 met commentaar van Nieuwenhuizen. Belanghebbende verhuurt met ingang van 1 maart 1996 van een kantoorpand een deel aan de Gemeenschappelijke Regeling Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst R (hierna: de GGD) en een deel aan de gemeente Q. De door belanghebbende op aangifte gedane verzoeken om teruggaaf van de op de in 1995 begonnen bouw van het kantoorpand betrekking hebbende bedragen aan omzetbelasting zijn telkenmale door de inspecteur ingewilligd. Zowel de GGD als de gemeente Q gebruikt het kantoorpand hoofdzakelijk voor prestaties waarvoor ingevolge de Wet OB 1968 geen recht op aftrek van voorbelasting bestaat. Op 30 mei 1996 is zowel ter zake van de verhuur aan de GGD als ter zake van de verhuur aan de gemeente Q een verzoek ingediend om ontheffing van de vrijstelling van art. 11, lid 1, aanhef en letter b, Wet OB 1968. De inspecteur heeft beide optieverzoeken afgewezen. De Hoge Raad oordeelt als volgt. Nu de verhuur is ingegaan op 30 mei 1996, derhalve na de inwerkingtreding van de wet van 18 december 1995, Stb. 659 (Wet bestrijding constructies onroerende zaken) heeft, gezien het arrest van het HvJ EG Gemeente Leusden en Holin Groep bv c.s., het hof – wat er zij van ‘s hofs oordeel dat niet op enig moment vóór 31 maart 1995, 18.00 uur of zelfs vóór 29 december 1995 het voornemen bestond om het kantoorpand met toepassing van art. 11, lid 1, aanhef en letter b, onder 5°, Wet OB 1968 te verhuren – terecht het beroep van belanghebbende op het vertrouwens- en rechtszekerheidsbeginsel afgewezen.