Aflevering 12

Gepubliceerd op 23 maart 2006

NTFR 2006/404 - De Wet betaalbaarheidsheffing huurwoningen: een uitstekende belasting?!

Aflevering 12, gepubliceerd op 23-03-2006 geschreven door prof. dr. J.P. Boer
De term ‘dekkingsmaatregel‘ is in het fiscale jargon al langer een bekende kreet. Sinds 19 december 2005 mag daar ook de term ‘Dekkers maatregel‘ toe worden gerekend. Onder de niets verhullende naam ‘Wet betaalbaarheidsheffing huurwoningen‘ is eind 2005 namens het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer een nieuwe heffing voorgesteld. TK 2005–2006, 30 410, nrs. 1–4 (Regels met betrekking tot het heffen van een structurele bijdrage van verhuurders van woningen ten behoeve van de betaalbaarheid van het wonen (Wet betaalbaarheidsheffing huurwoningen)) (hierna: Wbh). Inmiddels is op 2 januari 2006 een weinig omvattende Nota van verbetering verschenen (TK 2005–2006, 30 410, nr. 5). Met deze heffing lost minister Dekker het probleem op dat de plakposterclub Loesje al in februari 1986 omschreef als: ‘Aan het einde van mijn geld houd ik altijd een stukje maand over‘. Vervang het woord ‘geld‘ door ‘begroting‘ en het woord ‘maand‘ door ‘VROM–beleid‘ en de ideologische achtergrond van deze – in potentie – uitstekende heffing is u genoegzaam bekend.

NTFR 2006/413 - Besluit over omzetting van rechtspersonen

Aflevering 12, gepubliceerd op 23-03-2006
Voor de heffing van de vennootschaps-, inkomsten- en dividendbelasting zijn de gevolgen van de omzetting van een rechtspersoon in een andere rechtspersoon geregeld in art. 28a Wet VPB 1969. Fiscaalrechtelijk wordt de rechtspersoon geacht te zijn geliquideerd. Hierbij wordt het vermogen geacht te zijn uitgekeerd aan de deelgerechtigden. Vervolgens worden de deelgerechtigden geacht dat vermogen te hebben ingebracht in de andere rechtspersoon. In het derde lid van art. 28a Wet VPB 1969 is echter aan de minister de bevoegdheid gegeven om op verzoek fiscale begeleiding van de omzetting te bieden.