Aflevering 39

Op dit moment wordt het Wetsvoorstel PensioenwetTK 2005–2006, 30 413. (hierna PW) behandeld in de Tweede Kamer. Het is de bedoeling dat de PW de huidige Pensioen– en spaarfondsenwet met ingang van 1 januari 2007 vervangt.

Het kabinet heeft op Prinsjesdag 19 september 2006 de Miljoenennota en de Rijksbegrotingen voor 2007 gepresenteerd. Tegelijk is ook het Belastingpplan 2007 gepresenteerd. Aan het persbericht bij de Miljoenennota ontlenen wij onderstaande.

De minister van Financiën heeft op Prinsjesdag 2006 het Belastingplan 2007 ingediend. Vorige week meldden wij al de belangrijkste elementen van het wetsvoorstel. Hieronder nemen wij een uitgebreide samenvatting op met commentaar.

beschikking, verlies uit aanmerkelijk belang, verrekening

Belanghebbende, een pensioenstichting, heeft sinds ultimo 1993 de verplichting tot uitkering van een ouderdoms- en weduwepensioen aan A respectievelijk zijn echtgenote. A is in 1994 overleden, zijn echtgenote in 1997. Op dat moment bedroeg de pensioenvoorziening van belanghebbende f 672.000. Belanghebbende is per 1 september 1997 ontbonden. Bij het vaststellen van de onderhavige aanslag heeft de inspecteur de vrijval van de pensioenvoorziening tot het belastbare bedrag van belanghebbende gerekend. Belanghebbende meent dat sprake is van een verplichting tot betaling van het saldo van de pensioenreserve aan de erfgenamen. Hof Arnhem is het niet met belanghebbende eens. Volgens het hof is in dit verband van doorslaggevend belang de bedoeling van de partijen die betrokken waren bij de pensioenbrief, de oprichting van belanghebbende, de overdracht van de pensioenverplichting aan belanghebbende en de liquidatie en vereffening van belanghebbende nadat haar doelstelling was verwezenlijkt. De bedoelde uitkering vindt volgens het hof haar oorzaak in de wens van partijen om het vermogen dat in belanghebbende zou achterblijven nadat aan de pensioenverplichtingen zou zijn voldaan, aan de erfgenamen uit te keren. Aldus kon worden voorkomen dat vermogen in de dode hand zou achterblijven. Niet aannemelijk is dat de betrokken partijen een nieuwe verplichting in het leven hebben willen roepen. Het hof verklaart het beroep ongegrond.

emigratie, onroerende zaken, staking, verkoop, winst

maatschap, onzakelijk, pachtrecht

administratiekantoor, vennootschap onder firma

De minister van Financiën brengt een verzamelbesluit uit betreffende de van aftrek uitgesloten en in aftrek beperkte kosten in de winstsfeer en in de sfeer van resultaat uit overige werkzaamheden. Het betreft een actualisering en samenvoeging van een aantal voor de toepassing van de Wet IB 2001 eerder uitgebrachte besluiten op dit terrein. In het besluit wordt ingegaan op de aftrekbeperking zoals opgenomen in artikel 3.14, 3.15, 3.16 en 3.17 Wet IB 2001. Er worden zes besluiten ingetrokken met de inwerkingtreding van dit nieuwe besluit:

De staatssecretaris heeft twee besluiten samengevoegd die de waardering van de woning betreffen bij onttrekking aan het ondernemingsvermogen. Het betreft het besluit van 16 mei 2001, CPP2001/1381M, NTFR 2001/772, en een goedkeuring uit het besluit van 17 december 2001, nr. CPP2001/2875M, NTFR 2002/15 (dat besluit is ingetrokken bij besluit van 16 december 2005, nr. CPP2005/2663M, NTFR 2006/27). Er is geen wijziging beoogd. Het gaat zowel om de waardering bij een verplichte overgang naar het privévermogen (waardering tussen de 65%-75% van de waarde vrij) als bij een vrijwillige onttrekking (waardering tegen 80% van de waarde vrij). Het besluit werkt terug tot en met 1 januari 2006.

Lijfrenteovereenkomsten, samenhang

verzekeringsplicht

buitengewone lasten, medische begeleiding, yortgymnastiek

Naar aanleiding van de motie-Crone c.s. deelt de minister van Financiën, mede namens de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de minister en staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, mee dat het kabinet de kinderkorting per 1 januari 2008 wil omzetten in een kindertoeslag. Daartoe is een wetsvoorstel naar de Raad van State gestuurd. Per 1 januari 2009 wil het kabinet verder de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdragen en schoolkosten (WTOS) voor kinderen tot 18 jaar integreren in de Wet op de kindertoeslag.

Met terugwerkende kracht tot 1 januari 2001 wordt de termijn van verzoeken om teruggaaf van belasting verruimd van drie naar vijf jaar. Deze verruiming was al goedgekeurd in het besluit van 4 december 2001 (NTFR 2001/1709) met als voorwaarde dat het terug te geven bedrag boven € 454 bedroeg.

belastingplicht, concurrentie, winstoogmerk

verhanging binnen concern, verliesverrekening

De minister van Financiën heeft een tweede nota van wijziging op het wetsvoorstel Werken aan winst (zie o.a. NTFR 2006/840, 2006/1211 en 2006/1252) aan de Tweede Kamer gezonden.

volkshuisvesting, vrijstelling, winkelpand

De minister van Financiën actualiseert het beleid inzake uitgezonderde verkrijgingen in de overdrachtsbelasting. Het gaat hierbij om verkrijgingen krachtens erfrecht en krachtens verdeling van een nalatenschap (art. 3, lid 1, onderdelen a en b, WBR).

pleitbaar standpunt, vaststellingsovereenkomst

Belanghebbende heeft voor het hof een bewijsaanbod gedaan. Uit de uitspraak van het hof en de stukken van het geding blijkt niet dat dit aanbod is ingetrokken. Het hof heeft omtrent het bewijsaanbod niets vastgesteld, noch overwogen dat en op welke grond het dit bewijsaanbod heeft gepasseerd. De uitspraak van het hof is op dit punt dus onvoldoende gemotiveerd.

ontvankelijkheid

proceskostenveroordeling, taxatierapport

compromis

onderhoudstoestand, passeren stelling, waardevaststelling

pleitnota, tardief, yortgymnastiek, zwemmen

arbeidsbeloning, vaste inrichting

discriminatie, invoer

arrest D, vrijheid van kapitaalverkeer

grondslageis, meestbegunstiging, tweede limiet

Nederland en België hebben in een memorandum van overeenstemming afspraken gemaakt over de belastingheffing van in Nederland gevestigde visserij-ondernemingen met één of meer schepen onder Belgische vlag. Tevens wordt ingegaan op de positie van de bemanningsleden die aan boord van de schepen van deze visserij-ondernemingen werkzaam zijn.

In juni 2004 zijn in het Nederlands-Duitse belastingverdrag bijzondere regels opgenomen voor de belastingheffing van ondernemingen op grensoverschrijdende bedrijventerreinen (zie NTFR 2004/864 en 2004/1807). Een Nederlandse ondernemer op bijvoorbeeld het Duitse deel van zo‘n bedrijventerrein blijft rompslomp bespaard doordat hij alleen nog maar met de Nederlandse fiscus te maken heeft. Volgens een nieuwsbericht van de Directie voorlichting van het Ministerie van Financiën zijn deze bedrijventerreinen op 11 augustus 2006 officieel aangewezen.

draagwijdte, nultarief verhuur zeeschepen

belastingplicht, naheffingsaanslag, oprichting

werkelijk gebruik

HvJ EG Zita Modes, onroerende zaken

economische activiteit, ondernemerschap, prejudiciële vragen, subsidie

algemeenheid van goederen, herziening voorbelasting, overdracht pand

gecombineerde nomenclatuur, Zimbabwaans rundvlees

douanetarief, indeling, peptate

kentekenbewijs, personenauto

baatbelasting, prenumerando, tariefstelling