Aflevering 13

Gepubliceerd op 27 maart 2008

NTFR 2008/595 - Aandelenleentransacties en deelnemingsvrijstelling

Aflevering 13, gepubliceerd op 27-03-2008 geschreven door mr. drs. A.J. van den Bos
Aandelenleentransacties komen tot op heden als zodanig nauwelijks voor in de Nederlandse fiscale jurisprudentie. Een uitzondering is Hof Amsterdam 16 juli 2004, nr. 01/02499, NTFR 2005/1041 met commentaar van Van Beelen. In die beslissing staat het hof verrekening toe van Amerikaanse bronbelasting aan een binnenlands belastingplichtig lichaam dat niet het dividend zelf, maar een dividendvervangende betaling ontvangt. De staatssecretaris heeft meegedeeld dat hij geen beroep in cassatie instelt tegen dit oordeel.Toelichting 13 mei 2005, nr. IFZ2005/00262M, NTFR 2005/1042. In de literatuur is wel het een en ander over aandelenleentransacties te vinden.Zie bij voorbeeld Van IJlzinga Veenstra, ‘Securities lending’, WFR 1995/433,

NTFR 2008/597 - Kamervragen over het opnieuw doen van aangifte

Aflevering 13, gepubliceerd op 27-03-2008 geschreven door mr. E. Thomas
De fractie van de SP in de Tweede Kamer heeft schriftelijke Kamervragen gesteld over het (gedeeltelijk) opnieuw moeten doen van aangifte als gevolg van een automatiseringsfout van de Belastingdienst. De staatssecretaris van Financiën antwoordt dat het opnieuw invullen voorkomt dat de Belastingdienst aanslagen naar geschatte bedragen ('ambtshalve aanslagen') moet opleggen. Voor een compensatie van belastingplichtigen ziet de staatssecretaris geen reden.

NTFR 2008/603 - Brief over praktische invulling vrijwilligersregeling naar de Tweede Kamer

Aflevering 13, gepubliceerd op 27-03-2008
De staatssecretaris van Financiën licht via een brief de Tweede Kamer in over een praktische invulling van de vrijwilligersregeling. Aanleiding hiervoor was de motie Blanksma-van den Heuvel/Van der Burg, waarin is opgeroepen het maximum onbelast uurtarief in de vrijwilligersregeling te laten vervallen. In de bijlage bij de brief is de praktische invulling van de vrijwilligersregeling verwoord. Deze tekst heeft de instemming van de betrokken ministeries (BZK, SZW, OCW en VWS). Hetzelfde geldt voor de Vereniging Nederlandse Organisatie Vrijwilligerswerk, het branchenetwerk van vrijwilligersorganisaties in Nederland, en MOVISIE, Kennis en advies voor maatschappelijke ontwikkeling. De vrijwilligerswereld zal via de twee laatstgenoemde organisaties op de hoogte worden gebracht van de praktische invulling. De tekst zal ook worden geplaatst op de site van de Belastingdienst. De staatssecretaris gaat ervan uit dat de praktische invulling ertoe leidt dat geen sprake is van aanvullende administratieve lasten.

NTFR 2008/608 - Massagestoel vormt geen hulpmiddel

Aflevering 13, gepubliceerd op 27-03-2008
Voor Hof Leeuwarden (NTFR 2004/1823) was in geschil of de door de ziekte van de echtgenote van belanghebbende opgekomen massagestoel een hulpmiddel is in de zin van art. 46 Wet IB 1964. Het hof oordeelde dat een massagestoel geen hulpmiddel is, nu een massagestoel niet specifiek gebruikt wordt door invalide of zieke mensen. Hieraan deed volgens het hof niet af dat de echtgenote de massagestoel gebruikt ter vermindering van de door haar ziekte opgekomen spierklachten.

NTFR 2008/611 - Nieuwe Successiewet wordt eenvoudiger

Aflevering 13, gepubliceerd op 27-03-2008
Staatssecretaris Jan Kees de Jager heeft vandaag aangekondigd dat de SW 1956 zal worden vereenvoudigd en gemoderniseerd. Naast vereenvoudiging moeten ook de tarieven omlaag. Zo zal het hoogste tarief worden verlaagd van 68% tot onder de 50%, moeten er maximaal twee schijven en drie tariefgroepen overblijven en zal de conserverende aanslag worden afgeschaft. Op 14 april aanstaande zal De Jager in een openbaar gastcollege aan de Universiteit van Tilburg zijn gedachten uiteenzetten over de nieuwe successiewet.

NTFR 2008/613 - Beleid over assurantiebelasting geactualiseerd en samengevoegd

Aflevering 13, gepubliceerd op 27-03-2008
Onder intrekking van een drietal eerdere besluiten heeft de staatssecretaris zijn beleid geactualiseerd over de assurantiebelasting. In het besluit wordt ingegaan op de vrijstelling voor verzekeringen van zeeschepen, transportverzekeringen en herverzekeringen. Het besluit bevat een goedkeuring met toepassing van art. 63 AWR. Ook bevat het besluit de mandatering van de bevoegdheid tot het aanwijzen van de assurantiebemiddelaar als belastingplichtige.

NTFR 2008/615 - Prejudiciële vragen inzake verlengde navorderingstermijn (II)

Aflevering 13, gepubliceerd op 27-03-2008 met annotatie van MM Kors
Belanghebbende heeft na het overlijden van haar echtgenoot op eigen initiatief aan de Belastingdienst volledige openheid van zaken gegeven over banktegoeden in Duitsland van haarzelf en wijlen haar echtgenoot. De inspecteur heeft naar aanleiding hiervan aan belanghebbende navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en vermogensbelasting opgelegd. In geschil is of de in art. 16, lid 4, AWR neergelegde verlengde navorderingstermijn van twaalf jaar strijdig is met het EG-recht. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat vanwege de doeltreffendheid van de fiscale controles de verlengde navorderingstermijn verenigbaar lijkt te zijn met het EG-recht, maar dat dit niet boven redelijke twijfel is verheven.

NTFR 2008/616 - Geen omkering bewijslast indien onjuiste inlichtingen spontaan zijn verstrekt

Aflevering 13, gepubliceerd op 27-03-2008 met annotatie van mr. M.J.A. Castelijn
Bij belanghebbende is een boekenonderzoek ingesteld. Daarbij is geconstateerd dat ontvangsten zijn geboekt waarover geen omzetbelasting is voldaan. Naar aanleiding van het onderzoek is een conceptrapport opgesteld. Belanghebbende is het niet eens met de daarin neergelegde bevindingen en stuurt een brief aan de inspecteur. Daarin geeft hij een verklaring voor de ontvangen bedragen. Later is belanghebbende op deze verklaring teruggekomen. De inspecteur heeft een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd. Hof Den Bosch heeft geoordeeld dat op grond van art. 27e AWR de bewijslast moet worden omgekeerd omdat belanghebbende in zijn brief bewust onjuiste inlichtingen heeft verstrekt. De Hoge Raad casseert de hofuitspraak. Van een schending van de informatieverplichting in art. 47 AWR kan slechts sprake zijn indien de inspecteur heeft verzocht om inlichtingen. Van een dergelijke verzoek is in dit geval niet gebleken. Het toezenden van een conceptrapport kan niet worden aangemerkt als een verzoek om inlichtingen in de zin van art. 47 AWR.

NTFR 2008/617 - Administratieplicht strekt zich uit tot detailgegevens van bestellingen (I)

Aflevering 13, gepubliceerd op 27-03-2008 met annotatie van mr. R.A.V. Boxem
Belanghebbende drijft een Chinees restaurant en gebruikt daarbij een geautomatiseerd bestellingen- en afrekensysteem. Via een bestelcomputer wordt elke bestelling van een gerecht of drank in het systeem ingevoerd. Belanghebbende heeft de 'detailgegevens' van deze bestellingen niet bewaard. Belanghebbende heeft wel prints bewaard van totaaloverzichten per dag, waarop stond aangegeven het totale bedrag van de bestelling per klant en het tijdstip van de gedane bestellingen. Hof Leeuwarden heeft geoordeeld dat de administratieplicht zich niet uitstrekt tot deze detailgegevens zodat de verplichting van art. 52 AWR niet was geschonden. De bewijslast kon derhalve niet worden omgekeerd. De Hoge Raad onderschrijft dit oordeel niet. Door het wissen van de detailgegevens ging immers de mogelijkheid verloren om de volledigheid van de verantwoorde omzet te verifiëren. Ook de detailgegevens zijn derhalve van belang voor de belastingheffing. Verder heeft de Hoge Raad nog overwogen dat indien de totaaloverzichten van de dagopbrengst op papier worden bewaard, dezelfde gegevens niet ook digitaal moeten worden bewaard.

NTFR 2008/618 - Administratieplicht strekt zich uit tot detailgegevens van bestellingen (II)

Aflevering 13, gepubliceerd op 27-03-2008
Deze zaak (IB) hangt samen met de zaak van nr. 43.966 (OB). Het feitencomplex is identiek en ook het geschil is van dezelfde aard. Evenals in nr. 43.996 oordeelt de Hoge Raad dat door het wissen van de detailgegevens inzake de bestellingen de mogelijkheid verloren gaat om de volledigheid van de verantwoorde omzet te verifiëren. De detailgegevens zijn derhalve van belang voor de belastingheffing. Verder heeft de Hoge Raad ook hier overwogen dat indien de gegevens inzake de dagontvangsten op papier worden bewaard, dezelfde gegevens niet ook nog digitaal moeten worden bewaard.

NTFR 2008/619 - Procesbelang aanwezig door in bezwaar gemaakte proceskosten

ECLI:NL:HR:2008:BA9380, datum uitspraak 21-03-2008, publicatiedatum 21-03-2008
Aflevering 13, gepubliceerd op 27-03-2008 met annotatie van mr. J. van de Merwe
Aan belanghebbende is een uitnodiging tot betaling van invoerrechten uitgereikt. Belanghebbende is daartegen in bezwaar gekomen en heeft daarbij verzocht om een proceskostenvergoeding. De inspecteur heeft het bezwaar afgewezen. Hangende het beroep is ambtshalve de uitnodiging tot betaling vernietigd. Hof Amsterdam heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard vanwege het ontbreken van procesbelang. Volgens de Hoge Raad ten onrechte. Het hof heeft immers miskend dat ook de door belanghebbende gewenste kostenvergoeding een belang genereert. Het hof heeft zich daarom ten onrechte onthouden van een inhoudelijke behandeling van het beroep. Verder heeft de Hoge Raad nog geoordeeld dat een integrale proceskostenvergoeding onder bijzondere omstandigheden mogelijk is, maar dat het daarbij wel moet gaan om een omstandigheid die de hoogte van de proceskosten heeft opgedreven.

NTFR 2008/621 - Onderhandelingen belastingverdragen in 2008

Aflevering 13, gepubliceerd op 27-03-2008
In dit nieuwsbericht van het Ministerie van Financiën wordt aangegeven met welke landen Nederland onderhandelingen voert of gaat voeren over een (wijziging van het) belastingverdrag of over een informatie-uitwisselingsovereenkomst voor belastingaangelegenheden.

NTFR 2008/624 - Jersey; inwerkingtreding verdrag onderlinge overlegprocedures en deelnemingsvrijstelling

Aflevering 13, gepubliceerd op 27-03-2008
De bepalingen van het op 20 juni 2007 ondertekende verdrag met Jersey inzake de toegang tot onderlinge overlegprocedures in verband met winstcorrecties tussen verbonden lichamen en de toepassing van de Nederlandse deelnemingsvrijstelling, zijn op 1 maart 2008 in werking getreden. Aan dit verdrag besteedden wij eerder aandacht in NTFR 2007/1145 en 2007/2301. Volgens een eveneens als brondocument bijgevoegd nieuwsbericht van het Ministerie van Financiën zal het verdrag van toepassing zijn op onderlinge overlegprocedures ingesteld vanaf 1 maart 2008.

NTFR 2008/625 - Jersey; inwerkingtreding verdrag inzake informatie-uitwisseling

Aflevering 13, gepubliceerd op 27-03-2008
De bepalingen van het op 20 juni 2007 ondertekende verdrag met Jersey inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingzaken zijn op 1 maart 2008 in werking getreden. Aan het verdrag besteedden wij eerder aandacht in NTFR 2007/1145 en NTFR 2007/2302. Volgens een eveneens als brondocument bijgevoegd nieuwsbericht van het Ministerie van Financiën zal het verdrag voor strafrechtelijke belastingzaken vanaf 1 maart 2008 van toepassing zijn. Voor de overige belastingaangelegenheden zal het van toepassing zijn op tijdvakken beginnend op of na 1 maart 2008 of bij het ontbreken van een belastingtijdvak op belastingvorderingen ontstaan op of na 1 maart 2008.

NTFR 2008/633 - Vervuiling beïnvloedt de waarde van de grond ondanks aanspraken jegens derden

ECLI:NL:GHLEE:2008:BC5401, datum uitspraak 22-02-2008, publicatiedatum 28-02-2008
Aflevering 13, gepubliceerd op 27-03-2008
Belanghebbende heeft als eigenaar van een bedrijfspand gelegen op een kavel van ruim 2.800 m² een WOZ-beschikking ontvangen. De waarde van de onroerende zaak is in de beschikking bepaald op € 279.000. Belanghebbende vindt deze waarde veel te hoog. Tussen partijen staat vast dat de grond in ernstige mate is vervuild door de vorige gebruiker. De gemeente stelt dat de saneringskosten en de overige door belanghebbende te lijden schade niet door belanghebbende gedragen hoeven te worden. De gemeente heeft bij de waardering aan de grond geen waarde toegekend en voorts rekening gehouden met een vermindering van de waarde van het pand als gevolg van overlast, rompslomp, een negatief imago en onzekerheid. Het hof overweegt dat de gemeente niet in de op haar rustende bewijslast van de waarde is geslaagd. De omstandigheid dat belanghebbende aanspraken jegens derden kan doen gelden, is zonder betekenis voor de waardering van de onroerende zaak (HR 7 juni 2002, nr. 36.868, NTFR 2002/837). De waardering dient te geschieden met alle op het moment van de peildatum aanwezige gebreken. Het hof stelt het waardedrukkend effect van de vervuiling rekening houdend met de geschatte kosten van sanering van f 450.000, in goede justitie vast op € 100.000, en vermindert de waarde van de onroerende zaak tot een bedrag van € 179.000.