Aflevering 27

Gepubliceerd op 4 juli 2023

NTFR 2023/1072 - Reparatie lucratiefbelangregeling

Aflevering 27, gepubliceerd op 04-07-2023 geschreven door mr. H.J. Noordenbos
Op 14 april 2023 heeft de Hoge Raad een arrest gewezen inzake de lucratiefbelangregeling. Staatssecretaris Van Rij kondigt naar aanleiding van dat arrest reparatiewetgeving aan met terugwerkende kracht tot 26 juni 2023.

NTFR 2023/1076 - Box 3-heffing van Belgische EOB-werkneemster is terecht

ECLI:NL:HR:2023:954, datum uitspraak 23-06-2023, publicatiedatum 23-06-2023
Aflevering 27, gepubliceerd op 04-07-2023 met annotatie van mr. J. de Haan
Belanghebbende, een Belgische, verblijft sinds 15 november 1979 onafgebroken in Nederland. Vanaf 2000 is zij in dienstbetrekking werkzaam bij het EOB. Haar salaris is vrijgesteld van IB. Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft aan belanghebbende de status BO/DV toegekend. In de onderhavige aanslag IB 2016 is inkomen uit box 3 in de heffing betrokken. Volgens hof Den Haag (NTFR 2022/3025) is dat terecht. Hiertegen komt belanghebbende in cassatie, maar zonder succes. De Hoge Raad zet op basis van art.10 van de Zetelovereenkomst en het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer uiteen dat het recht van belanghebbende – een duurzaamverblijfhouder in Nederland – op vrij verkeer niet is geschonden. De omstandigheid dat belanghebbende door toepassing van de verdragsbepalingen niet anders wordt behandeld dan een persoon met de Nederlandse nationaliteit die nimmer gebruik heeft gemaakt van zijn recht van vrij verkeer levert, anders dan belanghebbende stelt, daarvoor geen aanknopingspunt op.

NTFR 2023/1083 - Geen samenloopvrijstelling omdat versterking bouwkundige constructie niet vergelijkbaar is met vervaardiging onroerend goed

ECLI:NL:RBZWB:2023:1547, datum uitspraak 10-03-2023, publicatiedatum 11-04-2023
Aflevering 27, gepubliceerd op 04-07-2023 met annotatie van mr. D.C. Simonis
Een bv heeft in 2013 een onroerende zaak verkregen voor € 18.500.000. De onroerende zaak is een kantoorruimte met buitenterrein. Nadat een omgevingsvergunning is verleend, is de onroerende zaak verbouwd. Aan de oostzijde is een kantoor gerealiseerd, aan de westzijde extended stay en in de plint een restaurant, een bijeenkomstfunctie met coffeecorner en detailhandel. De totale kosten voor de herontwikkeling bedragen € 50.522.290,04. Op 10 december 2018 heeft belanghebbende de onroerende zaak verkregen voor € 217.210.000. In verband met de levering heeft belanghebbende overdrachtsbelasting voldaan en vervolgens tegen de eigen voldoening bezwaar gemaakt. De inspecteur is deels aan het bezwaar tegemoetgekomen omdat delen van de onroerende zaak als zelfstandige onroerende zaken kunnen worden gezien waarbij sprake is van nieuwbouw.

NTFR 2023/1088 - Besluit heffing omzetbelasting bij leasing geactualiseerd

Aflevering 27, gepubliceerd op 04-07-2023
Dit besluit is een actualisering van het besluit van 25 januari 2007, nr. CPP2006/2847M (Stcrt. 2007, 24). Met deze actualisering is het besluit in lijn gebracht met het belastbare feit in de BPM. Daarnaast is onderdeel 4 gewijzigd. Dit onderdeel bevat een goedkeuring waardoor er geen btw over het BPM-gedeelte van de leasetermijnen wordt berekend. Per 1 juli 2023 treedt de nieuwe BPM-afschrijvingstabel in werking. Onder voorwaarde d van onderdeel 4 wordt beschreven hoe moet worden omgegaan met de nieuwe BPM-afschrijvingstabel voor lopende leasecontracten voor personenauto’s. De overige aanpassingen zijn redactioneel van aard. Met deze aanpassingen zijn geen inhoudelijke wijzigingen beoogd.

NTFR 2023/1100 - Twaalf opeenvolgende naheffingsaanslagen parkeerbelasting is disproportioneel

ECLI:NL:RBZWB:2023:4141, datum uitspraak 14-06-2023, publicatiedatum 21-06-2023
Aflevering 27, gepubliceerd op 04-07-2023 met annotatie van mr. drs. C.M. Dijkstra
Belanghebbende heeft tussen 18 en 29 juni 2021 zijn auto geparkeerd op een plek waar parkeerbelasting verschuldigd was. Omdat hij geen parkeerbelasting heeft voldaan, zijn aan hem twaalf naheffingsaanslagen parkeerbelasting opgelegd. Belanghebbende komt in beroep. Hij stelt dat hij niet wist dat hij parkeerbelasting verschuldigd. De rechtbank oordeelt echter dat het betaald parkeren kenbaar had moeten zijn, omdat hij ten minste één zoneringsbord is gepasseerd. Belanghebbende stelt dat het aantal aanslagen en de kosten daarvan buitenproportioneel zijn. De rechtbank acht het opleggen van twaalf naheffingsaanslagen disproportioneel. Van de heffingsambtenaar mag worden verwacht dat hij na een reeks van naheffingsaanslagen contact opneemt met de eigenaar van de auto. De rechtbank acht het redelijk dat dit onderzoek plaatsvindt indien een auto vijf aaneengesloten dagen op een parkeerplaats staat zonder dat parkeerbelasting is voldaan. De rechtbank laat daarom vijf van de twaalf naheffingsaanslagen in stand.

NTFR 2023/1102 - Berekening belastingrente voor toeslagen wijzigt

Aflevering 27, gepubliceerd op 04-07-2023
Net als bij belastingen wordt bij de definitieve vaststelling van een toeslag bij een nabetaling of terugvordering rente gerekend dan wel vergoed. De rente is gelijk aan de rente voor de zogenoemde overige belastingmiddelen. Per 1 juli 2023 komt deze rente uit op 6%. Deze stijging vindt het kabinet onwenselijk voor toeslagen. Toeslagen worden uitgekeerd als voorschot. Deze vormgeving voorkomt dat er geen gebruik gemaakt kan worden van vitale voorzieningen of dat er schulden ontstaan bij bijvoorbeeld een verhuurder of zorgverzekeraar. Keerzijde van het uitbetalen van voorschotten is dat er terugvorderingen of nabetalingen ontstaan als achteraf het inkomen en/of het vermogen hoger of juist lager blijkt te zijn dan vooraf ingeschat. Juist voor de doelgroep die is aangewezen op toeslagen kunnen terugvorderingen financieel een grote impact hebben. Daarom vindt het kabinet het wenselijk om de rente op terugvorderingen van toeslagen niet mee te laten stijgen met de belastingrente voor overige belastingmiddelen en de rente te maximeren op het huidige percentage van 4%. Om de maximering van de belastingrente op 4% voor toeslagen te realiseren komt er een wetsvoorstel. In dit wetsvoorstel wordt de wettelijke koppeling tussen de rente bij Toeslagen en de belastingrente voor overige belastingmiddelen losgelaten. Er komt een aparte grondslag voor Toeslagen om de rente vast te stellen. Omdat het wetsvoorstel niet voor 1 juli 2023 in werking kan treden, wordt in het wetsvoorstel een terugwerkende kracht voorgesteld tot 1 juli 2023. De rente over terugvorderingen zal daarom al per 1 juli 2023 op 4% gehandhaafd kunnen blijven. De stijging van de rente over nabetalingen naar 6% op 1 juli zal wel worden gevolgd. Staatssecretaris Van Rij heeft dit bekendgemaakt in het kader van het antwoord op vragen over de tijdelijke bevriezing van het belastingrentepercentage voor de vennootschapsbelasting en de bronbelasting.

NTFR 2023/1106 - Geen aftrek ter voorkoming dubbele belasting voor loon van piloot voor werkzaamheden op of boven grondgebied VK

ECLI:NL:HR:2023:953, datum uitspraak 23-06-2023, publicatiedatum 23-06-2023
Aflevering 27, gepubliceerd op 04-07-2023 met annotatie van dr. M. van Dun
Belanghebbende woont in Nederland en werkt als piloot in dienstbetrekking bij een luchtvaartmaatschappij, met als standplaats het Verenigd Koninkrijk (het VK). In 2015 heeft hij 136 dagen gewerkt, waarvan 81 dagen op internationale vluchten. De overige 55 dagen was belanghebbende als volgt werkzaam: