Aflevering 29

Gepubliceerd op 19 juli 2023

NTFR 2023/1199 - Startups box 3

Aflevering 29, gepubliceerd op 19-07-2023 geschreven door mr. B. Jorissen
De zomer valt over Den Haag en een fiscale soap houdt de financiële portefeuillehouders van het Binnenhof in zijn greep. De box 3-saga is zeldzaam sappig en het politieke proces dat moet leiden tot een nieuw stelsel is dat evengoed.

NTFR 2023/1200 - Veel fiscale regelingen werken niet goed

Aflevering 29, gepubliceerd op 19-07-2023
De staatssecretaris van Fiscaliteit en Belastingdienst heeft via een brief aan de Tweede Kamer het ambtelijk rapport Aanpak fiscale regelingen aangeboden. Naast het rapport zitten daarbij als bijlagen de beslisnota, het verslag van de internetconsultatie, de bijlage bij ambtelijk rapport (Toelichting beoordelingen fiscale regelingen) en de Overzichtstabel beoordelingen fiscale regelingen.

NTFR 2023/1206 - Evaluatie onbelaste reiskostenvergoeding

Aflevering 29, gepubliceerd op 19-07-2023 geschreven door mr. A.C. Smale
De staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst heeft eerder deze maand het rapport Evaluatie onbelaste reiskostenvergoeding aan de Tweede Kamer aangeboden. In dit rapport wordt de onbelaste reiskostenvergoeding op doeltreffendheid en doelmatigheid geëvalueerd. Verder wordt in dit rapport onderzoek gedaan naar mogelijke toekomstige aanpassingen aan de regeling.

NTFR 2023/1208 - Staffelbesluit pensioenen geactualiseerd

Aflevering 29, gepubliceerd op 19-07-2023 geschreven door dr. E.A.P. Schouten CPC
Het Staffelbesluit pensioenen van 20 december 2019, nr. 2019-21333 is geactualiseerd in verband met de inwerkingtreding van de Wet toekomst pensioenen per 1 juli 2023. Tevens zijn de berekeningsgrondslagen geactualiseerd.

NTFR 2023/1225 - Fraus legis staat renteaftrek private-equityhuis in de weg

ECLI:NL:GHAMS:2023:1305, datum uitspraak 06-06-2023, publicatiedatum 12-06-2023
Aflevering 29, gepubliceerd op 19-07-2023 met annotatie van mr. A.J.W. van Opzeeland
renteaftrek; aandeelhouderslening; fraus legis; Luxemburg; onzakelijk; lening; wetsontduiking; winstdrainage; PEC; PIK lening; private equity; deelnemerschapslening; onzakelijk; verbondenheid; geldverstrekking; schijnhandeling; rentelast; vreemd vermogen; zakelijk; thincap

NTFR 2023/1229 - Geen BOR meer voor verkrijger jonger dan 21?

Aflevering 29, gepubliceerd op 19-07-2023
In een brief aan de Tweede Kamer maakt de staatssecretaris van Financiën de uitkomsten bekend van een vervolgonderzoek naar de bedrijfsopvolgingsregeling. Hij stelt onder andere voor de bedrijfsopvolgingsfaciliteit uit te sluiten voor personen jonger dan 21 jaar. Het kabinet heeft in de Voorjaarsnota acht maatregelen in de bedrijfsopvolgingsregeling en de doorschuivingsregeling voor het aanmerkelijk belang (hierna BOR respectievelijk DSR) voorgesteld. Deze maatregelen zijn: a) een aanpassing van de vrijstelling in de BOR, zodat vanaf 2025 100% van de goingconcernwaarde tot € 1,5 miljoen wordt vrijgesteld, en 70% van het meerdere; b) het afschaffen van de 5% doelmatigheidsmarge voor de BOR en DSR; c) bedrijfsmiddelen die zowel voor andere dan de bedrijfsdoeleinden van de onderneming als zakelijk worden gebruikt (zoals privédoeleinden), kwalificeren slechts voor de BOR en DSR voor zover deze voor bedrijfsdoeleinden in de onderneming worden gebruikt; e) een beperking van de toegang tot de BOR en DSR tot reguliere aandelen met een minimaal belang van 5% in het geplaatste kapitaal; f) de dienstbetrekkingseis in de DSR vervalt; g) de BOR en DSR kunnen bij schenking slechts worden toegepast als de verkrijger minimaal 21 jaar is; h) een versoepeling van de bezits-en voortzettingseis in de BOR; en i) het aanpakken van constructies in de BOR (rollator-investeringen en dubbel-BOR). Voor een vervolgonderzoek over het eenvoudiger en eerlijker maken van (reële) bedrijfsopvolging en het tegengaan van oneigenlijk gebruik heeft het kabinet een aantal onderzoeksvragen geformuleerd.

NTFR 2023/1233 - Reisbureauregeling geldt ook voor diensten hotelbroker (C)

Aflevering 29, gepubliceerd op 19-07-2023 met annotatie van mr. P.F. Zijlstra
C is een Poolse vennootschap die actief is als ‘hotelbroker’. Zij biedt aan haar klanten de mogelijkheid om accommodatie te boeken in hotels in Polen en het buitenland. Aangezien C zelf geen accommodatie heeft, koopt zij op eigen naam en voor eigen rekening accommodatiediensten in bij andere belastingplichtigen en verkoopt zij die vervolgens door aan haar klanten. Soms levert C ook advies over de keuze van de accommodatie en helpt zij bij organisatie van de reis van de klant. In de meeste gevallen echter levert C slechts een accommodatiedienst. De verwijzende rechter vraagt zich af of de reisbureauregeling van toepassing is op de door C verrichte diensten.

NTFR 2023/1237 - Nota verslag wetsvoorstel wijziging Wet op de omzetbelasting (antiek en virtuele diensten)

Aflevering 29, gepubliceerd op 19-07-2023 geschreven door mr. drs. J. Gruson
Staatssecretaris Van Rij heeft de nota naar aanleiding van het verslag over het voorstel van wet tot wijziging van de Wet OB 1968 in verband met een aanpassing van de aanvullende regeling voor antiek, kunst- en verzamelvoorwerpen en virtuele diensten, naar de Tweede Kamer gezonden. Dit wetsvoorstel brengt geen verandering in de reikwijdte van het huidige verlaagde btw-tarief op leveringen van kunstvoorwerpen. Het is correct dat niet alle leveringen van kunstvoorwerpen onder het verlaagde tarief vallen. Het verlaagde tarief is momenteel van toepassing op onder meer leveringen van kunstvoorwerpen door de maker (kunstenaar), maar niet op leveringen van kunstvoorwerpen door bijvoorbeeld veilinghuizen. Nederland maakt hiermee gebruik van de volledige ruimte die de BTW-richtlijn 2006 op dit punt momenteel biedt. Dit wetsvoorstel implementeert alleen de verplichte onderdelen uit de BTW-tarievenrichtlijn. Deze richtlijn dwingt niet tot een aanpassing van de verlaagde tarieven. Onlangs is de evaluatie van het verlaagde btw-tarief, waaronder ook het verlaagde tarief op leveringen van kunstvoorwerpen, aan de Kamer verzonden. Het kabinet vindt het belangrijk om de resultaten en de aanbevelingen zorgvuldig te bestuderen en komt op Prinsjesdag met een inhoudelijke reactie op dit rapport waarbij ook wordt ingegaan op het verlaagde btw-tarief op culturele goederen en diensten, met inbegrip van kunstvoorwerpen.

NTFR 2023/1242 - Schending Unierechtelijk verdedigingsbeginsel reden voor vernietiging btw-naheffingsaanslagen

ECLI:NL:HR:2023:1053, datum uitspraak 07-07-2023, publicatiedatum 07-07-2023
Aflevering 29, gepubliceerd op 19-07-2023 met annotatie van mr. C.J.M. Perraud
Belanghebbende heeft in haar btw-aangiften leveringen van bloemen en planten met bestemming Hongarije als intracommunautaire leveringen verantwoord. Zij heeft btw in aftrek gebracht en teruggaaf verkregen. Nadien is een onderzoek gestart naar btw-fraude. Met verlof van de voorzieningenrechter heeft de ontvanger conservatoir beslag gelegd op banktegoeden van belanghebbende. De inspecteur heeft op 10 maart 2016 het conceptrapport van het onderzoek aan belanghebbende verstrekt met het voornemen btw na te heffen naar een tarief van 6%. De inspecteur heeft belanghebbende niet in de gelegenheid gesteld om binnen een bepaalde termijn te reageren op het conceptrapport.

NTFR 2023/1243 - Heffingsambtenaar is bevoegd WOZ-waarde ambtshalve te verminderen

ECLI:NL:HR:2023:1056, datum uitspraak 07-07-2023, publicatiedatum 07-07-2023
Aflevering 29, gepubliceerd op 19-07-2023 met annotatie van mr. E.C.G. Okhuizen
De heffingsambtenaar heeft een nog niet onherroepelijk vaststaande WOZ-waarde ambtshalve verminderd na telefonisch contact met belanghebbende. De gemachtigde van belanghebbende heeft daarna een bezwaarschrift ingediend. De heffingsambtenaar heeft bij uitspraak op bezwaar de WOZ-waarde niet verder verlaagd en geen proceskostenvergoeding toegekend. Hof Arnhem-Leeuwarden (ECLI:NL:GHARL:2022:1284, NTFR 2022/1316) heeft geoordeeld dat de heffingsambtenaar bevoegd is een WOZ-waarde ambtshalve te verminderen. Dit betekent dat in bezwaar de WOZ-beschikking na ambtshalve vermindering wordt bestreden. Aangezien dat gewijzigde besluit in bezwaar niet is herroepen, bestaat geen recht op een bezwaarkostenvergoeding. Het hof acht het beroep niettemin gegrond omdat de uitspraak op bezwaar een dictumfout bevat. Omdat het beroep slechts om een procedurele reden gegrond is, hanteert het hof een wegingsfactor 0,25 bij de proceskostenvergoeding voor beroep. De Hoge Raad onderschrijft deze oordelen van het hof. De bevoegdheid van de heffingsambtenaar tot het geven van een WOZ-beschikking impliceert dat hij die beschikking bij gebleken onjuistheid ambtshalve kan herzien, mits belanghebbende door die herziening niet wordt benadeeld. Daarom heeft het hof terecht geoordeeld dat de behandeling van het bezwaar niet heeft geleid tot herroeping van de WOZ-beschikking. En wat betreft de wegingsfactor heeft het hof terecht gewicht mogen toekennen aan het feit dat het beroep belanghebbende geen inhoudelijk voordeel kon brengen.

NTFR 2023/1244 - Posterieure erkenning door heffingsambtenaar dat onherroepelijke WOZ-beschikkingen onrechtmatig zijn, vormt geen grond voor schadevergoeding

ECLI:NL:PHR:2023:571, datum uitspraak 09-06-2023, publicatiedatum 07-07-2023
Aflevering 29, gepubliceerd op 19-07-2023 met annotatie van mr. P.G.M. Jansen
Belanghebbende verzoekt om vergoeding van schade bestaande uit het bedrag aan diverse belastingen die te veel zijn betaald als gevolg van te hoog vastgestelde WOZ-waarden voor de jaren 1995-2016. Rechtbank Noord-Nederland heeft het verzoek alleen toegewezen voor zover dat betrekking heeft op de WOZ-beschikkingen 2014-2016. Hof Arnhem-Leeuwarden (NTFR 2022/3447) oordeelde daarentegen dat ook met betrekking tot die jaren geen grond is voor schadevergoeding. Omdat de WOZ-beschikkingen 2014-2016 onherroepelijk vaststaan, moet op basis van het leerstuk van de formele rechtskracht in beginsel worden aangenomen dat deze beschikkingen rechtmatig zijn. Weliswaar heeft de heffingsambtenaar erkend dat die WOZ-beschikkingen onrechtmatig zijn, maar omdat dit is gebeurd nádat die WOZ-beschikkingen onherroepelijk zijn geworden, leidt deze erkenning volgens het hof niet tot een uitzondering op het beginsel van de formele rechtskracht. Belanghebbende is het met dit laatste niet eens.

NTFR 2023/1246 - Maatregelen tegen no-cure-no-pay-problematiek BPM en WOZ in Belastingplan 2024

Aflevering 29, gepubliceerd op 19-07-2023 geschreven door mr. E.D. Postema
Een drietal maatregelen tegen de no-cure-no-pay (ncnp)-problematiek bij de BPM en WOZ maakt deel uit van het Belastingplan 2024. Een belanghebbende uitsluiten van proceskostenvergoeding vanwege een professioneel gemachtigde die werkt met een ncnp-honorarium lijkt op dit moment een disproportionele oplossing. Dit schrijft staatssecretaris Van Rij in antwoord op Kamervragen.