NTFR 2023/1251 - Operatie ‘opschonen’
Aflevering 30-31, gepubliceerd op 01-08-2023 geschreven door prof. dr. P. KavelaarsHet jaar 2023 lijkt in fiscaal opzicht een ‘evaluatiejaar’: het regent onderzoeken naar de doeltreffendheid en de doelmatigheid van fiscale regelgeving, zowel wat betreft mogelijkerwijs in te voeren regelgeving als wat betreft bestaande regelgeving. Eerder dit jaar zijn er drie rapporten verschenen over fiscaal instrumentalisme, het toepassen van een gedifferentieerd tarief in de btw en de mogelijke invoering van een 0%-btw-tarief op groente en fruit. Die interessante onderzoeken laat ik hier onbesproken.1 Staatssecretaris Van Rij heeft hier op 7 juli 2023 een interessant ambtelijk onderzoek aan toegevoegd.2 Het onderzoek heeft betrekking op 116 fiscale regelingen en staat met name stil bij de doeltreffendheid, de doelmatigheid en verder met name de uitvoerbaarheid van de regelingen. Het zal fiscalisten weinig verbazen dat de uitkomst redelijk desastreus is: het overgrote deel van de regelingen is niet doeltreffend en/of niet doelmatig en/of nauwelijks uitvoerbaar. Dat daarnaast het fiscale stelsel er niet eenvoudiger van wordt, is in elk geval voor fiscalisten eveneens een open deur die wordt ingetrapt. Dat laatste moet overigens niet negatief begrepen worden. Integendeel, het is goed dat het wederom – er zijn diverse eerdere rapporten van vergelijkbare strekking, onder andere van de Algemene Rekenkamer en het hiervoor bedoelde onderzoek inzake instrumentalisme – uitgesproken wordt. Veel belangrijker is echter dat de staatssecretaris in de begeleidende brief uitdrukkelijk aangeeft concreet aan de slag te gaan om tot oplossingen te komen en dat hij op Prinsjesdag 2023 met een ‘plan de campagne’ komt. Jammer is alleen wel dat de bewindsman kennelijk op het moment van verzenden van de brief naar het parlement niet voorzag dat Rutte een paar uur later de handdoek in de ring zou gooien en de stekker uit zijn kabinet zou trekken. Te vrezen valt daarom dat de voortvarende aanpak die Van Rij voor ogen stond, onder druk komt te staan. Maar het kan ook omgekeerd zijn: als dit project niet het stempel ‘controversieel’ krijgt, kan het juist sneller gaan, want er zullen zeker andere projecten zijn die dat stempel wél krijgen – het project ‘reële heffing box 3’ bijvoorbeeld – waardoor er tijd vrijkomt voor een extra voortvarende aanpak van het onderhavige project. Ik maak daar hierna nog een opmerking over.In deze Opinie besteed ik aandacht aan enkele onderdelen van het onderzoek. Eerst plaats ik enkele algemene opmerkingen, waarna ik vervolgens stilsta bij enkele uitkomsten van de evaluatie.