NTFR 2024/1854 - Niet meetellen direct door UWV uitbetaalde WGA-uitkering voor arbeidskorting is discriminatoir; rechtsherstel is aan weggever
ECLI:NL:HR:2024:1657, datum uitspraak 15-11-2024, publicatiedatum 15-11-2024
Aflevering 47, gepubliceerd op 19-11-2024 met annotatie van mr. P.T. van ArnhemBelanghebbende is gedeeltelijk arbeidsongeschikt. Hij werkt in dienstbetrekking. Hij ontvangt, naast het loon van zijn werkgever, een werkhervattingsuitkering gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA-uitkering) als bedoeld in de Wet WIA. De werkgever neemt de WGA-uitkering niet in ontvangst op basis van een machtiging ex art. 67 Wet WIA en betaalt die uitkering dus niet tezamen met het loon uit aan belanghebbende. De WGA-uitkering wordt daarom rechtstreeks aan belanghebbende uitbetaald door het UWV. Nu de WGA-uitkering rechtstreeks van het UWV wordt ontvangen, wordt deze niet als loon betrokken in de berekeningsgrondslag voor de arbeidskorting. Dat gebeurt wel bij een WGA-uitkering die via de werkgever wordt betaald, waardoor in dat geval een hogere arbeidskorting wordt genoten. Volgens de Hoge Raad vindt deze ongelijke behandeling haar oorzaak in de wettelijke regeling van de arbeidskorting (hoofdstuk 8 Wet IB 2001) in combinatie met art. 9.4 URLB 2011. Dit onderscheid is, ondanks de ruime beoordelingsvrijheid die de wetgever toekomt, in strijd met de verdragsrechtelijke discriminatieverboden. Gelijke behandeling zou op verschillende manieren kunnen worden bereikt. Het maken van keuzes gaat echter de rechtsvormende taak van de rechter te buiten, zodat het aan de wetgever is om te voorzien in het geconstateerde rechtstekort, aldus de Hoge Raad.