Aflevering 42

Gepubliceerd op 17 oktober 2002

NTFR 2002/1483 - Box 3 failliet? Op naar een vermogenswinstbelasting?

Aflevering 42, gepubliceerd op 17-10-2002 geschreven door mr. P.J. te Boekhorst en mr. dr. J. Ganzeveld
Op 14 september 1999 werd bij de Tweede Kamer het wetsvoorstel voor een nieuwe inkomstenbelasting 2001 ingediend. Onderhand hebben wij enige (niet op alle fronten onverdeeld positieve) ervaring met de ingaande 2001 ingevoerde nieuwe inkomstenbelasting op kunnen doen. Inmiddels is de zogenoemde Veegwet III (Wetsvoorstel Vervolgwijzigingen in samenhang met de Belastingherziening 2001, nr. 28 487) ingediend bij de Tweede Kamer, waarin onder meer onvolkomenheden in de Wet IB 2001 worden gerepareerd. Onderdeel van die nieuwe inkomstenbelasting is de forfaitaire vermogensrendementsheffing van box 3 over – globaal omschreven – privé–vermogen. Uitgezonderd vermogen dat reeds in box 1 of 2 inkomen, al dan niet vrijgesteld, genereert (art. 2.14, lid 2, Wet IB 2001). Op twee peildata (1 januari en 31 december van een kalenderjaar) wordt het privé–vermogen gemeten. Het gemiddelde hiervan wordt geacht 4% rendement op jaarbasis op te leveren en is belastbaar tegen een tarief van 30%. Deze heffing vervangt (gedeeltelijk) de heffing op inkomen uit privé–vermogen onder de oude Wet IB 1964 en de oude Wet VB 1964. Zij boden veel mogelijkheden tot grensverkenningen en gingen ten onder aan gedetailleerde reparatiewetgevingDoor Van Dijck aangeduid als 'fietsbandreparaties' met als absoluut dieptepunt de Wet Tijdelijke genotsrechten (prof.dr. J.E.A.M. van Dijck, 'Vermogensrendementsheffing' (column), WFR 1999/6342, p. 705). om die grensverkenningen tegen te gaan. De opmerking van Freudenthal dat hij art. 24 uit de oude Wet IB 1964 mist, omdat het zijns inziens een toonbeeld was van een theoretisch voldragen systeem, kunnen wij dan ook (echt) niet delen. Dr. R.M. Freudenthal, 'Forfaits en ficties zijn gevaarlijk', Exposé, oktober 2002, p. 19.

NTFR 2002/1484 - Nieuwe regio-indeling Belastingdienst per 1 januari 2003

Aflevering 42, gepubliceerd op 17-10-2002
De Belastingdienst stapt per 1 januari 2003 over op een nieuwe regio-indeling van de kantoren. De organisatiestructuur wordt vereenvoudigd door de zogeheten doelgroepdirecties voor de onderdelen Particulieren, Ondernemingen, Grote ondernemingen en Douane te laten vervallen, waardoor de organisatie platter wordt. De huidige 65 afzonderlijke kantoren voor Particulieren, Ondernemingen en Grote ondernemingen worden met deze reorganisatie samengebracht in dertien grote belastingregio's. De huidige zeven douanedistricten worden samengevoegd tot vier douaneregio's. Met deze bestuurlijke

NTFR 2002/1487 - Rapport zwangere onderneemsters en het urencriterium

Aflevering 42, gepubliceerd op 17-10-2002
De staatssecretaris van Financiën heeft naar aanleiding van de nota 'Zwangere onderneemsters en het urencriterium' besloten een fictie in de wet op te nemen op grond waarvan zwangere onderneemsters worden geacht tijdens hun zwangerschapsverlof een normaal aantal uren te hebben gewerkt. De vormgeving wordt daarmee anders dan het nog niet in werking getreden amendement Giskes. Het amendement Giskes ging uit van een verlaging van het urencriterium van 1.225 tot 700 uur (in art. 3.6 Wet IB 2001) en van 625 tot 360 uur voor aftrek S&O (art. 3.77). De wetswijziging zal worden gerealiseerd door middel van een nota van wijziging op het wetsvoorstel Wijziging van belastingwetten c.a. (Vervolgwijzigingen in samenhang met de Belastingherizening 2001).

NTFR 2002/1498 - Privé-gebruik auto; bewijs 2,5%-bestelauto

Aflevering 42, gepubliceerd op 17-10-2002
De staatssecretaris van Financiën geeft in dit besluit via vijf vragen en antwoorden aan hoe moet worden omgegaan met de autokostenfictie voor de 2,5%-bestelauto en welke mogelijkheden er zijn om afspraken met de inspecteur te maken over de bewijsvoering. De 2,5%-bestelauto is in dit verband de bestelauto die in aanmerking komt voor de 10%-autokostenfictie waarvan blijkt dat deze (naast woon-werkverkeer) niet voor privé-doeleinden wordt gebruikt. Het besluit is een vervolg op de aankondiging in het besluit van 24 mei 2002, nr.DGB2002/2794M (NTFR 2002/780).

NTFR 2002/1501 - Antwoorden op kamervragen over groen beleggen

Aflevering 42, gepubliceerd op 17-10-2002
In antwoorden op vragen van de Tweede-Kamerleden Vendrik, Duyvendak en Van den Brand gaat de staatssecretaris van Financiën in op een aantal facetten van groen beleggen in de inkomstenbelasting. Hij erkent dat het groen beleggen sinds de introductie in 1995 een enorme vlucht heeft genomen. De conclusies uit een rapport over de milieu-effecten van het groen beleggen deelt hij niet onverkort omdat er meer (fiscale) stimuleringsregels van toepassing kunnen zijn geweest op een groenproject. De voorgenomen afschaffing van de heffingskorting van 1,3% (Belastingplan 2003, NTFR 2002/1370) zal volgens de staatssecretaris tot gevolg hebben dat alleen de gemotiveerde belegger groen zal blijven beleggen en dat de kosten voor een groenproject zullen stijgen. Hoeveel effect dit uiteindelijk zal geven kan hij niet zeggen. Op de vraag of hij bereid is het voornemen om de heffingskorting af te schaffen in te trekken, antwoordt hij dat eventuele alternatieven bij de behandeling van het Belastingplan 2003 aan de orde kunnen komen. Van een beperking van de groenprojecten tot donkergroene projecten onder handhaving van de heffingskorting verwacht hij niet veel. Bovendien zou er een onevenwichtige situatie ontstaan als de heffingskortingen voor sociaal-ethisch beleggen en cultureel beleggen wel zouden worden afgeschaft.

NTFR 2002/1508 - Brief staatssecretaris van Financiën over het beleid inzake co-ouders

Aflevering 42, gepubliceerd op 17-10-2002
In vervolg op zijn notitie over de fiscale positie van co-ouders (NTFR 2002/1002) meldt de staatssecretaris van Financiën in een brief aan de Tweede Kamer dat hij geen beleidsvoorstellen zal doen. In de notitie werd geconcludeerd dat de fiscale positie van de co-ouders niet tot grote problemen leidt. Wel werd een oplossing aangedragen voor de (aanvullende) kinderkorting en de (aanvullende) alleenstaande-ouderkorting. De toenmalige staatssecretaris heeft echter geen beleidsvoorstellen op dit punt gedaan; dat heeft hij aan zijn opvolger overgelaten. Deze meldt nu kort en krachtig in een brief van een pagina dat er geen beleidsvoorstellen zullen komen. Als reden geeft hij aan dat een oplossing op dit terrein niet binnen het beleid van de huidige regering past, welk beleid een efficiëntere en effectievere werking van het belastingstelsel inhoudt. Ook budgettaire ruimte ontbreekt.

NTFR 2002/1532 - Mededeling 38 (bewijs 0% intracomm.lev.) aangepast voor pleziervaartuigen

Aflevering 42, gepubliceerd op 17-10-2002
Het besluit van 10 november 1995, nr. VB 95/3447 (bekend zijnde als 'Mededeling 38'), inzake het bewijs dat nodig is voor toepassing van het nultarief bij intracommunautaire transacties, is uitgebreid met een paragraaf (4.5) en een bijlage 2. De uitbreiding ziet op de levering van een pleziervaartuig dat op eigen kiel naar een andere lidstaat wordt overgebracht. De tekst van de uitbreiding luidt als volgt: