Aflevering 41

na lang een lang gevecht met de inspecteur over de fors uitgevallen aanslag vennootschapsbelasting van uw cliënt ontvangt u, als gemachtigde, de uitspraak op het bezwaarschrift. De aanslag wordt gehandhaafd. Wat nu? Accepteren, of toch nog maar eens proberen bij de belastingrechter?

De minister van Financiën heeft de kamervragen beantwoord die zijn gesteld naar aanleiding van de Miljoenennota 2003, de begrotingshoofdstukken IX-A, IX-B en de Macro-Economische Verkenningen 2003. Naar aanleiding van de afschaffing van de feestdagenregeling vroeg de kamer onder meer hoe de Belastingdienst gaat controleren of werknemers een kerstpakket hebben gekregen en wat de waarde ervan is. De minister antwoordt dat de controle hiervan regulier deel uitmaakt van controles bij ondernemingen. In dat kader zal op naleving van de gewijzigde regels inzake feestgeschenken worden toegezien.

aanmeldingstermijn, cassatiemogelijkheid, energie-investeringsaftrek

ondernemingsvermogen

urencriterium, ureneis, zelfstandigenaftrek

besparingswaarde, buitenlandse reis

autostalling, kosten personeelsvereniging, vergoeding

integrale kostprijs

aftrekbare kosten, militair, reiskosten, verblijfplaats, woonplaats, woon-werkverkeer

aftrekbare kosten, opgenomen verlofdagen

commssiebetalingen, zwart loon

De commissie voor de verzoekschriften uit de Tweede Kamer heeft zich neergelegd bij het feit dat afdrachtverminderingen niet mogen leiden tot een negatieve aangifte.

alimentatie EU-ambtenaar

pensioenpremieaftrek, vaststellingsovereenkomst

De staatssecretaris van Financiën heeft de inspecteur van de Belastingdienst/Particulieren/Ondernemingen buitenland Heerlen gemachtigd om buitenlandse pensioenregelingen van tijdelijke werknemers onder voorwaarden aan te merken als een zuivere pensioenregeling in de zin van de Wet LB 1964.

kortingsregel, loon in natura

Startersregeling, WAZ-verleden

gelijkheidsbeginsel, schrappen toetsjaar, starter

één toetsjaar, onverbindend, ziekenfonds zelfstandigen

afwijken van IB-sfeer, bronkwalificatie, zelfstandige

discriminatie, doorwerking naar ZFW, toerekening inkomens

dienstbetrekking, staking onderneming, ziekenfondswet zelfstandigen

eigendomsrecht, politieambtenaar, ziekenfondswet zelfstandigen

De commissie voor de verzoekschriften uit de Tweede Kamer vindt niet dat de Belastingdienst onzorgvuldig heeft gehandeld in de volgende situatie.

De commissie voor de verzoekschriften uit de Tweede Kamer vindt het terecht dat de staatssecretaris weigert om sinds de invoering van het nieuwe belastingstelsel de betaalde hypotheekrente in box 1 in aftrek toe te laten indien een belastingplichtige slechts het vruchtgebruik van een woning heeft. De commissie overweegt onder meer dat ingevolge de eigenwoningregeling in de Wet IB 2001 de waarde van een woning, waarvan men slechts het vruchtgebruik heeft, als vermogensbestanddeel wordt belast in box 3 (met uitzondering van een krachtens erfrecht verkregen recht van vruchtgebruik van een woning, red.) . Dit betekent dat er geen sprake is van een in box 1 aftrekbare hypotheekrente, doch ook niet van een bijtelling van een forfaitaire huurwaarde. De gevolgen van deze regeling zijn door de wetgever voorzien en de wetgever heeft er bewust voor gekozen om geen overgangsregeling te treffen.

grove schuld, nieuw feit, renterenseignering

De commissie voor de verzoekschriften uit de Tweede Kamer heeft enkele verzoeken behandeld waarin belastingplichtigen zich erover beklaagden dat de staatssecretaris van Financiën niet bereid is om de opbrengst van de verkoop van een eigen woning die aan het eind van het jaar is verkocht, vrij te stellen van de vermogensrendementsheffing. De verzoekers hadden hun woningen eind 2001 verkocht. In één van de gevallen was de opbrengst bestemd voor een reeds gekochte, maar nog niet geleverde nieuwe woning. Hiervoor moesten met ingang van januari 2002 bouwtermijnen worden betaald. De opbrengst moest (als banksaldo) zowel in 2001 als in 2002 in de vermogensrendementsheffing worden betrokken. In andere gevallen was er geen vervangende woning gekocht. De commissie overweegt dat de wet geen betekenis toekent aan herkomst of bestemming van een vermogensbestanddeel in box 3 en dat de wetgever aan de systematiek en de werking van de vermogensrendementsheffing uitvoerig aandacht heeft besteed tijdens de behandeling van het wetsvoorstel. Ook overweegt de commissie dat de wetgever er bewust voor heeft gekozen om vanwege de eenvoud en doelmatigheid geen uitzonderingen te maken in de systematiek van box 3. Er is daarom geen sprake van een door de wetgever onbedoeld of onvoorzien gevolg waaraan de staatssecretaris op grond van de hardheidsclausule kan tegemoetkomen.

pleegkind

hulpmiddel

herleefde investeringsbijdrage, verliesverrekening

dadingsovereenkomst, Deelnemingsvrijstelling, schuldig gebleven koopsom

Dit besluit bewerkstelligt dat (ook) voor beleggingsinstellingen met een gebroken boekjaar alleen de wijzigingen op art. 28 Wet VPB 1969 die voortvloeien uit de Veegwet Wet IB 2001 van toepassing zijn en niet tevens de bepalingen uit de Invoeringswet Wet IB 2001. Dat betekent dat pas met ingang van het boekjaar dat aanvangt op of na 2001 moet worden getoetst of een beleggingsinstelling een aanmerkelijkbelanghouder (beleggingsinstelling) of een natuurlijk persoon met 25% of meer van de aandelen als aandeelhouder heeft (beursgenoteerde beleggingsinstelling of beleggingsinstelling met vergunning WTB).

De staatssecretaris van Financiën heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over zijn standpunt met betrekking tot het rapport van de werkgroep Modernisering successiewetgeving (werkgroep Moltmaker). Over dit rapport berichtten wij onder andere in NTFR 2000/397 en 2000/442. De staatssecretaris geeft te kennen dat hij van plan is om in de lijn van het door het vorige kabinet ingenomen standpunt (zie NTFR 2001/870) verder te werken aan een herziening van de successiewetgeving. Daarnaast is hij van plan om een aantal aspecten van de herziening, waaronder de door staatssecretaris Bos toegezegde rapportages over de familiestichting en algemeen nut beogende instellingen, in een bredere context te plaatsen. In de loop van 2003 zal de staatssecretaris de kamer hierover nader informeren.

De staatssecretaris van Financiën heeft in antwoord op kamervragen toegegeven dat in bepaalde gevallen bij het opleggen van naheffingsaanslagen overdrachtsbelasting ten onrechte geen heffingsrente in rekening is gebracht.

kwade trouw, nagekomen winst

ambtelijk verzuim, nieuw feit

ambtelijk verzuim, ambtshalve cassatie, navordering

navorderingstermijn

omkering bewijslast, ondeugdelijke administratie

brutering, identiteitsbewijzen

boete, navordering, nieuw feit, opzet, te kwader trouw

niet-tijdige uitspraak, schadevergoeding

aanslag, adres, domiciliekeuze, niet-ontvankelijk, verhuizing

discriminatie, wao, WAZ

In vervolg op de mondelinge behandeling op 26 september 2002 van het wetsvoorstel tot goedkeuring van het nieuwe belastingverdrag met België, komen in een brief aan de Tweede Kamer nog enige resterende puntjes aan de orde. Het gaat in de eerste plaats om antwoord op een drietal schriftelijke vragen die tijdens de mondelinge behandeling van het wetsvoorstel tot goedkeuring van het nieuwe belastingverdrag zijn gesteld. Deze zien op:

In dit besluit wordt ingegaan op de regeling van 25 juli 2002 tussen Nederland en Duitsland over de belastingheffing van winst uit onderneming van in Nederland wonende of gevestigde bloemenhandelaren met omzet in Duitsland. De regeling is als bijlage bij het besluit en in de Staatscourant gepubliceerd.

winstoogmerk

leaseauto, privégebruik

overheidstaak

Conform de toezegging aan de vaste commissie voor Financiën heeft de staatssecretaris de Kamer geinformeerd over de resultaten van het experiment met het verlaagde BTW-tarief op arbeidsintensieve diensten. De conclusie uit dit (derde) rapport luidt:

limonade, melkpermeaat, wei

energiepremie, schriftelijk EPA

Basisadministratie, Zalmsnip

bodemvoorrecht, omslag faillissementskosten