NTFR 2002/1766 - E-government
Aflevering 48, gepubliceerd op 28-11-2002 geschreven door dr. E.B. Pechlercommunicatie – berichtenverkeer – langs elektronische weg heeft in zeer korte tijd ingang gevonden en is, bijvoorbeeld binnen grote(re) organisaties, een normaal verschijnsel geworden. E–mailverkeer is efficiënt en vergt minder fysieke inspanning en kost minder tijd dan briefverkeer. Van "elektronisering" – wat een lelijk woord, of is het onwennigheid? – van het berichtenverkeer tussen bestuursorganen en burgers is in veel mindere mate sprake, in elk geval als het rechtshandelingen betreft. Aanslagen worden alleen "langs papieren weg" verzonden en als de burger bezwaar wil maken tegen een aanslag, doet hij dat langs papieren weg. Waarom gebeurt dat niet langs elektronische weg? De benodigde technologie is er en ik zou niet weten waarom die niet zou worden benut. Een inmiddels in het rechtsverkeer geaccepteerde vorm van elektronisch berichtenverkeer is die per fax. Zo is het mogelijk om per fax bezwaar te maken. Zie onder meer HR 20 december 2000, BNB 2001/72, NTFR 2000/1918. E–government staat echter nog in de kinderschoenen. Er zijn ook allerlei vragen. Is de betrouwbaarheid van elektronisch berichtenverkeer voldoende gegarandeerd? Hoe moet het als een burger niet over een internetaansluiting beschikt? In hoeverre moet de bestaande regelgeving worden aangepast? Op dit vlak zit er schot in de zaak. In april 2001 is het voorontwerp "Wet elektronisch bestuurlijk verkeer" ingediend. Dit voorontwerp is in juli 2002 gevolgd door de indiening van het wetsvoorstel "Wet elektronisch bestuurlijk verkeer", dat ik hierna zal aanduiden als het wetsvoorstel. Kamerstukken II 2001–2002, 28 483, nrs. 1–3. De meeste verwijzingen in mijn stuk hebben betrekking op de memorie van toelichting (MvT) bij het wetsvoorstel.