Aflevering 49

Sinds 1 september 1999 zijn de hoofdstukken 6, 7 en 8 Awb op de fiscale procedure van toepassing. De uitspraak in het fiscale bezwaar en beroep dient in overeenstemming te zijn met het daarvoor in de Algemene wet bestuursrecht bepaalde. Ingevolge art. 7:11 en 8:69 Awb wordt uitspraak gedaan op de grondslag van het bezwaar respectievelijk het beroepschrift, de overgelegde stukken, het verhandelde tijdens het vooronderzoek en het onderzoek ter zitting.

De Tweede Kamer heeft op 20 november 2003 ingestemd met de wetsvoorstellen:

kennis, scholingsaftrek

Belanghebbende is in 1997 notaris. Hij is een lening D aangegaan van f 600.000. De in de jaarrekening van het notariaat berekende winst over 1997 vermindert belanghebbende met f 90.000 aan rente en afsluitprovisie inzake de lening D. De lening kreeg de volgende bestemmingen: schadeclaim E f 30.000; F f 25.000; privé-besteding en reserve belasting f 205.000; betaalde rente en provisie D 90.000 en gedeponeerd f 250.000. De inspecteur is van mening dat de lening D voor ten hoogste f 55.000 aan zakelijke doeleinden kan hebben gediend en staat (in totaal) niet meer dan f 17.170 in aftrek toe. Belanghebbende is van mening dat de gehele schuld een bedrijfsschuld is. Het hof is van oordeel dat de lening D niet is aangegaan voor de financiering van het notariaat of daarvoor op enige andere wijze nodig was. Volgens het hof heeft belanghebbende dus zeker niet te weinig aftrek gekregen, het hof verklaart belanghebbendes beroep dan ook ongegrond. In cassatie komt belanghebbende niet verder. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond onder verwijzing naar art. 81 Wet RO. De hofuitspraak is gepubliceerd in NTFR 2002/1551.

26 juni 2000, heretikettering, landbouwvrijstelling, wetswijziging

feitelijk drijven onderneming, gebruikelijk loon, urenadministratie, zelstandigenaftrek

De staatssecretaris heeft beslist dat een ondernemer die voor de omzetbelasting gebruik maakt van de globalisatieregeling, de 'impliciete' omzetbelasting die op de voorraad drukt niet in aftrek mag brengen.

forfaitaire kostenaftrek, handel in auto''s

dienstbetrekking, onrechtmatig, schadevergoeding, stadium onderhandelingen

30%-bewijsregeling, 35%-vergoedingsregeling

De staatssecretaris van Financiën heeft een besluit met vragen en antwoorden uitgebracht over afdrachtverminderingen.

Belanghebbende is tandarts. Hij heeft voor zichzelf een arbeidsongeschikheidsverzekering afgesloten. De premie voor deze verzekering heeft hij steeds als persoonlijke verplichting in mindering op zijn inkomen gebracht. In 1994 raakt belanghebbende door een verkeersongeval gedeeltelijk arbeidsongeschikt. De verzekeringsmaatschappij keert uiteindelijk in 1998 f 86.996 uit. Belanghebbende merkt deze uitkering aan als winst uit onderneming, de inspecteur is van mening dat de uitkering een periodieke uitkering betreft in de zin van art. 25, lid 1, onderdeel g, Wet IB 1964. Het hof oordeelt, in navolging van HR 20 januari 1954, BNB 1954/75, dat de uitkering aangemerkt moet worden als een periodieke uitkering.

De staatssecretaris van Financiën heeft vragen van de Tweede Kamer in het kader van het Belastingplan 2004 (29 210), over de afschaffing van de fiscale faciliëring van VUT- en prepensioenregelingen beantwoord. Hierbij heeft hij ook, mede namens de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de in het verslag bij het wetsvoorstel levensloopregeling (29 208) opgenomen vragen van feitelijke aard beantwoord.

AWBZ, premieplicht

betalingsonmacht, handeling na melding, hoofdelijke aansprakelijkheid, kennelijk onbehoorlijk bestuur

gezag, kleinaandeelhouder, materiële indicaties, verzekeringsplicht, zelfstandig ondernemer

Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) heeft het Besluit gedifferentieerde premie, opslagen en kortingen WAO 2004 vastgesteld. Dit vervangt het Besluit gedifferentieerde premie WAO 2004 (zie NTFR 2003/1204). Het moet nog worden goedgekeurd door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Dit besluit geeft nadere invulling aan de vaststelling van de gedifferentieerde premie WAO voor individuele werkgevers over het jaar 2004 (alhoewel de toelichting spreekt over 2003, red.).

De staatssecretaris van Financiën heeft in overleg met de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een vraag- en antwoordbesluit uitgebracht over de ziekenfondsverzekering voor zelfstandigen.

fictieve rente, zakelijkheid

afschrijving, hotelvilla, kantoorruimte, opleiding, studie

levensonderhoud, ondersteuning in natura, schriftelijke bescheiden

Ziektekosten

afschrijving, computer

De Commissie voor de Verzoekschriften uit de Tweede Kamer heeft zich gebogen over een situatie waarin de inspecteur fiscale partners niet heeft toegestaan om terug te komen op hun keuze van verdelen van de bestanddelen van de rendementsgrondslag.

Een heffingskorting voor de inkomstenbelasting kan niet worden verrekend met de premie volksverzekeringen. In een besluit keurt de staatssecretaris van Financiën goed dat in situaties waarin de berekende inkomstenbelasting lager is dan de heffingskorting voor de inkomstenbelasting, het niet verrekende deel van de heffingskorting voor de inkomstenbelasting in mindering wordt gebracht op de verschuldigde premie voor de volksverzekeringen. Zo wordt de gecombineerde heffingskorting volledig verrekend met de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen.

activering, inbreng om niet, totaalwinst

statutaire vestigingsplaats, trustovereenkomst, vestigingsplaats

activiteiten, bestuur, feitelijke vestigingsplaats, nieuw feit, statutaire vestigingsplaats, trustovereenkomst

activiteiten, bestuur, feitelijke vestigingsplaats, statutaire vestigingsplaats, trustovereenkomst

uitdeling, verrekenprijzen

bedrijfsfusievrijstelling, fraus pacti

Het Hof overweegt in onderstaande ontvankelijkheidsbeslissing dat zowel het invoeren van belastingwetgeving zonder eerbiedigende werking als het invoeren van belastingwetgeving met terugwerkende kracht in beginsel niet strijdig zijn met art. 1 Eerste Protocol bij het EVRM. Waar het bij de beoordeling van strijdigheid met art. 1 Eerste Protocol volgens het EHRM steeds om gaat, is of in de specifieke omstandigheden van het individuele geval de terugwerkende kracht zodanig onredelijk belastend is dat het evenwicht ('fair balance') tussen de betrokken belangen zoek is.

Aan belanghebbende is op 25 februari 1993 een aangiftebiljet inkomstenbelasting voor het jaar 1992 uitgereikt. Hij heeft dit aangiftebiljet niet binnen de daartoe gestelde termijn geretourneerd. Daarop heeft de inspecteur aan belanghebbende ambtshalve een aanslag opgelegd naar een geschat belastbaar inkomen van f 100.000. In bezwaar heeft belanghebbende het uitgereikte aangiftebiljet alsnog bij de inspecteur ingeleverd. Het in de begeleidende brief vermelde totale inkomen bedroeg f 80.339. Belanghebbende verzocht daarbij de inspecteur dit bedrag te verrekenen met de compensabele verliezen van voorgaande jaren. Op 9 april 2000 heeft belanghebbende voorts een 'uitgebreide verdichte' winst- en verliesrekening opgesteld. De inspecteur heeft het bezwaar afgewezen. Hof Amsterdam was het met de inspecteur eens. Belanghebbende heeft niet de vereiste aangifte gedaan, hetgeen leidt tot 'omkering' van de bewijslast. Het is vervolgens niet gebleken dat de uitspraak op bezwaar onjuist is. Voorts kan van een onredelijke schatting van het inkomen niet worden gesproken, aldus het hof.

proceskostenvergoeding

mondelinge behandeling, proceskosten

boete, Intracommunautaire levering, nultarief

motiveringsgebrek, recht van inzage

omzetbelasting, uitleg buitenlands recht, vaststellingsovereenkomst

boete, voorwaardelijke opzet

autokostenforfait, vaststellingsovereenkomst

belastingvrijstelling, De Groot, persoonsgebonden aftrekposten

algemeenheid van goederen, overdracht onderneming, voortzettingsvereiste

ondernemerschap

dwangbevel, dwanginvordering

gebruiker, rioolrechten, werkelijk gebruik

huurauto, naheffingsaanslag, parkeerbelasting, valse naam

aanvraag, leges, verstrekte diensten

baatbelasting, gebaat zijn, voorziening

huurder, parkeerbelasting

Het wetsvoorstel tot aanpassing van de Kostenwet invordering rijksbelastingen is aangenomen door de Eerste Kamer. De wet treedt in werking met ingang van 1 februari 2004. De wet regelt dat de tarieven voor het invorderen van belastingschulden worden verhoogd. Deze aanpassing is nodig om de tarieven kostendekkend te maken. Wij besteedden aandacht aan dit wetsvoorstel in NTFR 2003/1069 (wetsvoorstel) en 2003/1519 (nota n.a.v. verslag).

busstation, openbare weg, wegenwet

busstation, gebruiker, openbare weg, wegenwet

ambtelijk verzuim, herziening, nieuw feit, onjuiste beschikking

OZB-waarden

herzieningsbeschikking