Aflevering 15

Gepubliceerd op 14 april 2005

NTFR 2005/449 - Winstdrainage in de VPB; een verslag voor 2004

Aflevering 15, gepubliceerd op 14-04-2005 geschreven door prof. dr. J.N. Bouwman
Ook het jaar 2004 heeft ons weer ‘verblijd‘ met nieuwe ontwikkelingen op het gebied van de bestrijding van winstdrainage (in de sfeer van de VPB). Winstdrainage blijkt een thema dat fiscus en belastingplichtigen bezig blijft houden. Beide groepen, zo lijkt het, blijven zoeken naar de grenzen van de toepasbaarheid van de regels rond deze problematiek. Uiteraard poogt de fiscus daarbij de hem welgevallige rechtspraak en wettelijke regels zo breed mogelijk toe te passen en trachten belastingplichtigen juist het tegenovergestelde te bereiken. In 2004 was vooral de rechter aan het woord. Ook de staatssecretaris van Financiën liet zich niet onbetuigd. Hij kwam met het besluit van 8 april 2004, NTFR 2004/ 592*. Een verbeterde versie van het besluit van 6 augustus 2002, NTFR 2002/1153. De arresten van 23 januari 2004, NTFR 2004/127* (met commentaar van Hemels) BNB 2004/142c* (met noot van G.T.K. Meussen)., 8 oktober 2004, NTFR 2004/1508* (met commentaar van De Vries) BNB 2005/51* (met noot van G.T.K. Meussen). en 17 december 2004, NTFR 2004/1863* (met commentaar van Hemels) V–N 2005/2.16., geven de nodige stof tot nadenken.

NTFR 2005/451 - Uitkomst verkenning naar horizontaal toezicht en proef mediation

Aflevering 15, gepubliceerd op 14-04-2005
De staatssecretaris van Financiën informeert de Tweede Kamer via deze brief over de verkenning van horizontaal toezicht binnen de Belastingdienst en over de resultaten van een proef binnen de Belastingdienst met mediation. De verkenning en de proef kondigde de staatssecretaris vorig jaar aan in een brief aan de Tweede Kamer. Aan de brief ontlenen wij het volgende.

NTFR 2005/456 - Vaststelling marktrente 2004

Aflevering 15, gepubliceerd op 14-04-2005
Het jaarlijkse besluit waarin de staatssecretaris aangeeft hoe de marktrente wordt vastgesteld, is weer verschenen. Het besluit beoogt een praktisch handvat te geven voor het bepalen van de te hanteren rekenrente bij het berekenen van de contante waarde van renteloze verplichtingen. Met renteloze verplichtingen worden bedoeld verplichtingen waarin tariefafspraken geen rol spelen, bijvoorbeeld omdat in het verleden geen koopsom of premies zijn ontvangen. De ‘marktrente‘ voor maanden vanaf 1 januari 2004 wordt gebaseerd op het U-rendement zoals dat maandelijks wordt gepubliceerd door het Verbond van Verzekeraars, Centrum voor Verzekeringsstatistiek. De ‘marktrente‘ voor de maanden voorafgaand aan 1 januari 2004 is vastgesteld op basis van het door het Centraal Bureau voor Statistiek gepubliceerde CBS-rendement.

NTFR 2005/461 - Regels unit linked-lijfrenten; gevolgen lijfrenten gesloten vóór 1 januari 1992

Aflevering 15, gepubliceerd op 14-04-2005
In dit besluit gaat de staatssecretaris in op de gevolgen van de invoering per 1 januari 2005 van art. 2a Uitv.reg. IB 2001 voor lijfrenten gesloten vóór 1 januari 1992 (pre–Brede–Herwaarderingslijfrenten). Via art. 2a is uitvoering gegeven aan de in art. 1.7, lid 3, Wet IB 2001 opgenomen mogelijkheid om bij ministeriële regeling regels te stellen voor lijfrenten waarvan de uitkeringen zijn ingegaan en waarvan de hoogte van de uitkeringen niet voor de gehele uitkeringsperiode in euro‘s is vastgesteld. Art. 2a geldt echter niet voor pre–Brede–Herwaarderingslijfrenten.

NTFR 2005/463 - Vaststelling eigenwoningwaarde bij in 2004 opgeleverde nieuwbouwwoningen

Aflevering 15, gepubliceerd op 14-04-2005
De staatssecretaris regelt in een besluit op welke wijze in 2004 het eigenwoningforfait kan worden bepaald bij nieuwbouwwoningen die in dat jaar zijn opgeleverd. Voor de toepassing van het eigenwoningforfait over 2004 geldt nog de WOZ-waarde naar de peildatum 1999 (WOZ-waarde 2001). Deze WOZ-waarde 2001 wordt echter bij nieuwbouwwoningen die in 2004 zijn opgeleverd niet meer vastgesteld; voor deze woningen wordt in 2005 een beschikking afgegeven naar de WOZ-waarde per peildatum 2003 (WOZ-waarde 2005). Bij gebrek aan een WOZ-beschikking voor dat tijdvak zal voor het bepalen van het eigenwoningforfait 2004 de WOZ-waarde moeten worden geschat. In plaats van de schatting mag de WOZ-waarde 2005 ook worden teruggerekend naar de WOZ-waarde 2001 door de WOZ-waarde 2005 te vermenigvuldigen met 100/149. Deze factor geeft de verhouding weer van het gemiddelde van de eigenwoningwaarden die betrekking hebben op het voorafgaande tijdvak (100) en het gemiddelde van die waarden die betrekking hebben op het nieuwe WOZ-tijdvak (149).

NTFR 2005/468 - Uitbetaling algemene heffingskorting mensen met verblijfstatus

Aflevering 15, gepubliceerd op 14-04-2005
Tweede–Kamerlid De Wit (SP) heeft vragen gesteld over het stopzetten van de uitbetaling van de algemene heffingskorting aan mensen met een verblijfstatus. De staatssecretaris van Financiën antwoordt dat de uitbetaling niet is gestopt. Wel is in het proces Automatische Voorlopige Teruggaaf met ingang van 2005 een controle ingebouwd op het hebben van een verblijfstatus. Ontbreekt deze, dan verleent de Belastingdienst geen automatische voorlopige teruggave 2005. Het kan zijn dat over 2004 wel een voorlopige teruggave (VT) is verleend omdat toen deze controle nog niet werd toegepast. In deze gevallen is het uitblijven van een VT over 2005 voor een aantal belastingplichtigen aanleiding geweest om te reageren. Gebleken is dat de GBA niet in alle gevallen up–to–date was. Deze belastingplichtigen kunnen alsnog een verzoek om een VT indienen.

NTFR 2005/476 - Hof mocht zesde verzoek om uitstel mondelinge behandeling weigeren

ECLI:NL:HR:2005:AT3431, datum uitspraak 01-04-2005, publicatiedatum 04-04-2013
Aflevering 15, gepubliceerd op 14-04-2005
Belanghebbende drijft een onderneming. Volgens de inspecteur heeft hij niet alle omzet verantwoord. Daarom heeft hij bij het opleggen van de onderhavige navorderingsaanslag de omzet met f 29.007 gecorrigeerd. Het daartegen gerichte bezwaar is door de inspecteur niet-ontvankelijk verklaard wegens het ontbreken van de gronden.