NTFR 2006/1190 - Nieuwe filantropen en de fiscus
Aflevering 34, gepubliceerd op 24-08-2006 geschreven door prof. dr. S.J.C. HemelsAan het begin van de zomer van 2006 haalde de 'Nieuwe Filantroop' twee keer de economiepagina van de zaterdagkrant. Steenbergen 'Nieuwe filantropen. Goededoelenorganisaties stellen eigen initiatief niet erg op prijs' in NRC 17 juni 2006, p. 27 en N. van Bemmel 'De Nieuwe Filantroop is doe-het zelver' de Volkskrant 1 juli 2006, p. 9. Overigens had het Financieele Dagblad op zaterdag 18 maart 2003 onder de titel 'Zakelijke hulpverlening' ook al aandacht besteed aan de 'moderne filantroop'. Deze berichten beschreven de nieuwe filantroop als een vermogende particulier die niet zomaar geld wil geven aan een goed doel om er vervolgens maar van uit te moeten gaan dat het geld goed wordt weggegeven. De nieuwe filantroop is volgens adviseur van vermogende particulieren Femke Laagaai in de Volkskrant van 1 juli jl. iemand die idealisme koppelt aan een zakelijke benadering en die ook graag betrokken wil worden bij de gang van zaken. 'Het zijn vaak succesvolle ondernemers die heldere doelen gewend zijn, meetpunten, precieze informatie en een exit-strategie'. Omdat de bestaande fondsen niet altijd aan deze eisen kunnen voldoen, richten nieuwe filantropen vaak hun eigen stichting op. Een zeer bekende is de Amerikaanse Bill & Melinda Gates Foundation, maar ook in Nederland zijn er dergelijke fondsen. De wijze waarop deze stichtingen ondersteuning bieden kan afwijken van die van de traditionele liefdadigheidsinstellingen. De nieuwe filantroop wil niet alleen maar geld geven en een afhankelijkheidsrelatie creëren. Hij zoekt ook naar mogelijkheden om mensen onafhankelijk te maken, hetgeen kenmerkend is voor de ondernemende achtergrond die de nieuwe filantroop vaak zelf heeft. Dit betekent bijvoorbeeld dat zij niet (alleen) doneren, maar ook investeren, bijvoorbeeld in de vorm van een (achtergestelde) lening tegen een lagere rente of een minderheidsdeelneming. Het relatief hoge risico dat door deze investeringen wordt gelopen, wordt gedeeltelijk niet financieel gecompenseerd. Het verschil tussen een marktconforme vergoeding voor het gelopen risico en de daadwerkelijke – lagere – vergoeding vormt mede het liefdadige element. Sinds prinses Máxima eind 2004 benoemd werd tot VN-adviseur voor microkrediet en zij zich in 2005 inzette in het kader van het Internationale Jaar van het Microkrediet heeft deze wijze van filantropie bedrijven meer bekendheid gekregen in Nederland. De mogelijkheden voor nieuwe filantropie gaan echter veel verder dan alleen het verlenen van microkredieten aan mensen in ontwikkelingslanden.