NTFR 2007/409 - Proceskostenvergoeding en bijzondere omstandigheden
Aflevering 11, gepubliceerd op 15-03-2007 geschreven door mr. M.J. HamerMet ingang van 1 september 1999 is hoofdstuk 8 Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing op het belastingrecht. Daarmee geldt sinds die datum ook art. 8:75 Awb voor het belastingrecht. In lid 1 van dat artikel is neergelegd dat de rechtbank (waaronder te dezen begrepen het hof) bij uitsluiting bevoegd is een partij te veroordelen in de kosten die een andere partij in verband met het administratief beroep redelijkerwijs heeft moeten maken.Een proceskostenveroordeling kan uitsluitend op basis van dit art. 8:75 worden toegekend. In het bijzonder is het zo dat op de gemaakte proceskosten niet als schade op de voet van art. 8:73 Awb kunnen worden gevorderd; zie Hof Den Haag van 29 maart 2005, nr. 04/02920, LJN: AT4633; zie ook M.W.C. Feteris, Formeel Belastingrecht, Kluwer, Deventer 2007, 2e druk, § X.4.19.6 sub c. Voorts is bepaald dat een natuurlijk persoon slechts in de kosten kan worden veroordeeld in geval van kennelijk onredelijk gebruik van het procesrecht. Bij algemene maatregel van bestuur worden, aldus dit lid 1, nadere regels gesteld over de kosten waarop een veroordeling in die kosten betrekking kan hebben en over de wijze waarop bij de uitspraak het bedrag van de kosten wordt vastgesteld. Het betreft het Besluit proceskosten bestuursrecht.