Aflevering 29

Gepubliceerd op 19 juli 2007

NTFR 2007/1256 - Vooringevulde aangifte

Aflevering 29, gepubliceerd op 19-07-2007 geschreven door dr. J.C.K.W. Bartel
In het Plan van aanpak vereenvoudigingsoperatie Belastingdienst, dat staatssecretaris De Jager op 8 juni 2007 heeft aangeboden aan de Tweede KamerTK 2006-2007, 31 066, nr. 2. De vooringevulde aangifte is eerder aangekondigd in de brief van 8 april 2005, nr. DGB2005/01109 (NTFR 2005/451) en de brief van 27 juli 2005 (TK 2004-2005, 29 362, nr. 43, NTFR 2005/1027), alsmede in de Beheersverslagen Belastingdienst 2005 en 2006., wordt een schets gegeven van het voornemen om de aangifte voor in te vullen. Onder het kopje ‘Burgers niet meer lastig vallen dan nodig is’ wordt het volgende opgemerkt:

NTFR 2007/1257 - Convenant Belastingdienst – Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Aflevering 29, gepubliceerd op 19-07-2007 geschreven door mr. E. Thomas
De Belastingdienst heeft met het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (V&W) een convenant gesloten voor de verplichte gegevensuitwisseling op grond van art. 55, lid 1, AWR. Dit convenant houdt tevens regels in hoe de ontheffing van de gegevensverstrekking door de Belastingdienst wordt ingevuld (art. 55, lid 2), met andere woorden, in welke gevallen V&W geen gegevens aan de Belastingdienst hoeft te verstrekken.

NTFR 2007/1258 - Convenant Belastingdienst – Nederlandse Mededingingsautoriteit

Aflevering 29, gepubliceerd op 19-07-2007 geschreven door mr. E. Thomas
De Belastingdienst heeft met de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) een convenant gesloten voor de verplichte gegevensuitwisseling op grond van art. 55, lid 1, AWR. Dit convenant houdt tevens regels in hoe de ontheffing van de gegevensverstrekking door de Belastingdienst wordt ingevuld (art. 55, lid 2), met andere woorden, in welke gevallen de NMa geen gegevens aan de Belastingdienst hoeft te verstrekken.

NTFR 2007/1259 - Reactie op het onderzoek van MKB Nederland en EIM naar lastenverlichting

Aflevering 29, gepubliceerd op 19-07-2007
De staatssecretaris van Financiën reageert mede namens de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op het onderzoek van MKB Nederland en EIM naar de administratievelastenverlichting die is gerealiseerd met de wetten Walvis/SUB en Paarse Krokodil. Beide wetten zijn ingevoerd om de structurele administratieve lasten voor het bedrijfsleven te verminderen. De effecten hiervan zijn gebaseerd op de situatie dat bedrijven ruime ervaring hebben met de maatregelen. Het onderzoek van MKB Nederland en EIM onderzoekt echter de stand van zaken begin 2007. De staatssecretaris merkt op dat dit een ander uitgangspunt is.

NTFR 2007/1260 - Besluit waardering woning bij onttrekking opnieuw uitgebracht i.v.m. arrest

Aflevering 29, gepubliceerd op 19-07-2007
De staatssecretaris heeft het besluit herzien dat gaat over de waardering van de woning bij onttrekking aan het ondernemingsvermogen. Het gaat zowel om de waardering bij een verplichte overgang naar het privévermogen (waardering tussen de 65%-75% van de waarde vrij) als bij een vrijwillige onttrekking (waardering tegen 80% van de waarde vrij). De herziening vindt plaats naar aanleiding van HR 10 november 2006, nr. 42.745, NTFR 2006/1592. Voortaan kan een belastingplichtige zich alleen nog op het besluit beroepen indien de belastingplichtige voor de regeling van het besluit kiest in de desbetreffende aangifte, dan wel uiterlijk in de bezwaarfase.

NTFR 2007/1272 - Verslag van een algemeen overleg over de loonketen

Aflevering 29, gepubliceerd op 19-07-2007
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de staatssecretaris van Financiën beantwoorden vragen over de stagnatie in de loonketen UWV-Belastingdienst. Deze vragen zijn opgekomen naar aanleiding van een brief van beide bewindslieden over de stand van zaken in de loonketen. Deze brief voegen wij als brondocument bij. Aan de orde komen de omvang, oorzaak en oplossing van de problemen, evenals de verantwoordelijkheid ervoor. De oplossing zal eerst worden gepresenteerd in een integrale probleemanalyse die de bewindslieden vóór Prinsjesdag aan de Tweede Kamer hebben toegezegd.

NTFR 2007/1275 - Beroep op gelijke behandeling met wethouders niet gehonoreerd

Aflevering 29, gepubliceerd op 19-07-2007
Belanghebbende claimt beroepskostenaftrek op basis van een gelijke behandeling met wethouders en gedeputeerden. De staatssecretaris van Financiën heeft zich in het besluit van 14 oktober 2005, nr. DGB2005/5489M, NTFR 2005/1389 uitgelaten over de arbeidsverhouding van wethouders en gedeputeerden. Blijkens dit besluit heeft voor wethouders in de periode 7 maart 2002 tot en met 31 december 2005 en voor gedeputeerden van 12 maart 2003 tot en met 31 december 2005 een fiscaal onjuiste kwalificatie van de arbeidsverhouding bestaan, te weten dat de beloning die zij voor hun werkzaamheden ontvangen gekwalificeerd dient te worden als resultaat uit overige werkzaamheden.

NTFR 2007/1276 - Distributiewerkzaamheden voor dagblad aangemerkt als fictieve dienstbetrekking

Aflevering 29, gepubliceerd op 19-07-2007
Belanghebbende distribueert dagbladen aan de bezorgers van deze dagbladen. Zijn opdrachtgever huurt hiervoor een loods ten behoeve van hem. Abonnemententransacties lopen via de opdrachtgever en deze bepaalt ook de afleveradressen. Belanghebbende wil ruim € 5.000 aan kosten in aftrek brengen en stelt dat hij ondernemer is. De rechtbank oordeelt dat dit niet het geval is, omdat hij slechts een opdrachtgever heeft, zijn beloning eenzijdig door zijn opdrachtgever wordt vastgesteld en hij geen debiteuren- of voorraadrisico loopt. Verder is de rechtbank ongemotiveerd van oordeel dat de werkzaamheden van eiser als fictieve dienstbetrekking dienen te worden aangemerkt. Een beroep op het vertrouwensbeginsel wordt verworpen, omdat geen sprake is van toezeggingen, doch slechts van inlichtingen.

NTFR 2007/1278 - Besluit over internationale socialezekerheidsregelingen

Aflevering 29, gepubliceerd op 19-07-2007
De staatssecretaris van Financiën heeft een besluit uitgebracht inzake het vaststellen van de verzekeringsplicht met betrekking tot de internationale socialezekerheidsregelingen. Het beleid is samengevoegd en geactualiseerd naar de heffingen waar de Belastingdienst met ingang van 1 januari 2006 voor bevoegd is: premie volksverzekeringen, premie werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet. Het besluit is afgestemd met de Ministeries van SZW en VWS, alsmede met de SVB, UWV en CVZ. In het besluit komen achtereenvolgens de beleidsregels met betrekking tot Verordening (EEG) nr. 1408/71, de bilaterale verdragen inzake sociale zekerheid, het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden werknemersverzekeringen en het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen aan de orde.

NTFR 2007/1284 - Verliezen van vóór 2001 kunnen niet worden verrekend met box 3-inkomen

ECLI:NL:PHR:2008:BA9224, datum uitspraak 25-01-2008, publicatiedatum 25-01-2008
Aflevering 29, gepubliceerd op 19-07-2007
Belanghebbende geniet in 2001 uitsluitend box 3-inkomen. Hij heeft nog een verrekenbaar verlies uit 1993. Volgens Hof Den Haag kan dit verlies op grond van onderdeel W Invoeringswet Wet IB 2001 slechts worden verrekend met box 1-inkomen. Belanghebbende heeft tegen de hofuitspraak cassatieberoep ingesteld. A-G Overgaauw merkt in zijn conclusie op dat de beperkte verliesverrekening door de wetgever uitdrukkelijk is aanvaard. Schending van art. 1, 1e Protocol EVRM is niet aan de orde, omdat niet kan worden gezegd dat de bij de invoering van onderdeel W gemaakte afweging ‘devoid of reasonable foundation’ is. De wetgever is aldus binnen de hem toekomende ‘wide margin of appreciation’ gebleven. De conclusie strekt tot ongegrondverklaring van het cassatieberoep.

NTFR 2007/1289 - Hof passeert bewijsaanbod ten onrechte

Aflevering 29, gepubliceerd op 19-07-2007 met annotatie van M.A.C. Elk
Belanghebbende heeft in 1999 een woon-werkpand verkocht. Belanghebbende heeft dit pand vanaf aankoop tot het privévermogen gerekend. De inspecteur is van mening dat sprake is van een splitsbaar pand en dat het deel waarin de onderneming werd uitgeoefend (de begane grond) verplicht tot het ondernemingsvermogen diende te worden gerekend, zodat de boekwinst in zoverre tot de winst uit onderneming behoort. Voor Hof Leeuwarden heeft belanghebbende aangeboden te bewijzen dat de ruimtes op de begane grond door allerlei verbouwingen niet meer voor de zaak bruikbaar waren. Het hof is aan dit bewijsaanbod voorbijgegaan. Volgens de Hoge Raad ten onrechte, omdat van dit bewijsaanbod niet zonder meer kan worden gezegd dat het niet van belang is voor de vraag of het pand splitsbaar was.

NTFR 2007/1290 - Uitstel voor indienen van aangifte voldoende kenbaar voor belastingplichtige

ECLI:NL:HR:2007:BA9336, datum uitspraak 13-07-2007, publicatiedatum 13-07-2007
Aflevering 29, gepubliceerd op 19-07-2007 met annotatie van mr. drs. A.J. Meijer
Aan belanghebbende is op 17 september 2004 een aanslag inkomstenbelasting 2000 opgelegd. In geschil is of deze aanslag tijdig, dat wil zeggen binnen de driejaarstermijn, is opgelegd. De inspecteur stelt dat elf maanden uitstel is verleend voor het doen van aangifte. Volgens Hof Amsterdam was het voor belanghebbende onvoldoende kenbaar dat uitstel was verleend, zodat de aanslag niet tijdig is opgelegd. De Hoge Raad casseert de hofuitspraak. Vaststaat dat belanghebbende om uitstel heeft verzocht. Verder heeft de inspecteur in een brief van 2 september 2003 meegedeeld dat ‘indertijd uitstel is verleend'. Deze brief moet volgens de Hoge Raad als een bekendmaking van het besluit tot het verlenen van het gevraagde uitstel worden gezien. Voor belanghebbende was derhalve voldoende kenbaar dat uitstel was verleend.

NTFR 2007/1291 - Geen cassatieberoep tegen uitspraak CRvB nu loonbegrip niet aan de orde is

Aflevering 29, gepubliceerd op 19-07-2007
De WAO-uitkering van belanghebbende is met ingang van 1 januari 1995 op nihil gesteld en per 1 januari 1997 ingetrokken. De Centrale Raad van Beroep heeft in hoger beroep dit besluit van het Landelijk instituut sociale verzekeringen geaccordeerd. Tegen de uitspraak van de Centrale Raad heeft belanghebbende beroep in cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft dit beroep ongegrond verklaard. Ingevolge art. 18c, lid 1, CSV (tekst t/m 2004) kon beroep in cassatie worden ingesteld tegen de uitspraak van de Centrale Raad ter zake van schending of verkeerde toepassing van het bepaalde bij of krachtens art. 1, lid 4 t/m 8, en art. 4 t/m 8 CSV. Belanghebbende stelt weliswaar dat de bestreden uitspraak schending van art. 4 CSV (het loonbegrip) inhoudt, doch de klacht keert zich in wezen tegen het oordeel van de Centrale Raad omtrent de toepassing van art. 44 WAO (het begrip ‘inkomsten uit arbeid'). Dat oordeel is niet gegrond op voormeld art. 4. De klacht kan derhalve niet tot cassatie leiden.

NTFR 2007/1293 - Geen cassatieberoep tegen uitspraak CRvB nu dit niet bij wet is bepaald

Aflevering 29, gepubliceerd op 19-07-2007
In een zaak die betreft de toepassing van het besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekspersoneel heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 januari 2004 uitspraak gedaan. Belanghebbende heeft om herziening van deze uitspraak verzocht. Bij uitspraak van 23 februari 2006 heeft de Centrale Raad dit verzoek afgewezen. Hiertegen heeft belanghebbende beroep in cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft dit beroep niet-ontvankelijk verklaard. Ingevolge art. 78, lid 4, Wet RO neemt de Hoge Raad kennis van het beroep in cassatie tegen uitspraken van de administratieve rechter voor zover dit bij wet is bepaald. De bestreden uitspraak is gegeven in een zaak die betreft de toepassing van het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekspersoneel. In de wetten waarop dat besluit berust, is geen beroep in cassatie opengesteld tegen een uitspraak van de Centrale Raad in een zodanige zaak. Het beroep in cassatie dient om deze reden niet-ontvankelijk te worden verklaard.

NTFR 2007/1295 - Procesbelang aanwezig door in bezwaar gemaakte proceskosten

Aflevering 29, gepubliceerd op 19-07-2007
Aan belanghebbende is een uitnodiging tot betaling van invoerrechten uitgereikt. Belanghebbende is daartegen in bezwaar gekomen en heeft daarbij verzocht om een proceskostenvergoeding. De inspecteur heeft het bezwaar afgewezen. Hangende het beroep is ambtshalve de uitnodiging tot betaling vernietigd. Hof Amsterdam verklaart het beroep niet-ontvankelijk vanwege het ontbreken van procesbelang. Belanghebbende heeft tegen de hofuitspraak cassatieberoep ingesteld. Volgens A-G De Wit heeft het hof belanghebbende ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard. Het hof heeft miskend dat ook een nevenvordering (in casu de vordering tot vergoeding van de bezwaarkosten) een materieel belang genereert. Er moet daarom worden verwezen naar het hof, zodat het hof zich een oordeel kan vormen omtrent de vraag of het beroep is gegrond en zich een oordeel kan vormen omtrent het verzoek tot schadevergoeding.

NTFR 2007/1302 - Duitse eigenwoningsubsidie (Eigenheimzulage) niet EG-proof

Aflevering 29, gepubliceerd op 19-07-2007
De Europese Commissie heeft bij het Hof van Justitie EG een infractieprocedure aangespannen tegen Duitsland. De Commissie is van mening dat de door Duitsland toegekende eigenwoningsubsidie (Eigenheimzulage) discriminerend is. Aanspraak op toekenning van de Eigenheimzulage bestaat in Duitsland voor onbeperkt belastingplichtigen die in Duitsland een woning verwerven. Personen die in Duitsland onbeperkt belastingplichtig zijn, maar buiten Duitsland wonen en daar een woning willen verwerven, wordt echter geen Eigenheimzulage toegekend.

NTFR 2007/1303 - Zeevervoer: EC stelt onderzoek in naar de door Denemarken voorgestelde steun

Aflevering 29, gepubliceerd op 19-07-2007
Dit onderzoek wordt ingesteld naar aanleiding van een verzoek van Denemarken om bagger- en kabelbedrijven te mogen laten profiteren van een subsidieregeling die tot nu toe is gereserveerd voor zeeschepen die zijn geregistreerd in het Deense Internationale Scheepsregister (DIS). De regeling stelt scheepseigenaren vrij van inkomstenbelasting en socialezekerheidspremies die zij moeten betalen voor zeelieden die zij in dienst hebben.

NTFR 2007/1307 - HvJ EG JP Morgan: 'Gemeenschappelijke beleggingsfondsen' uitgelegd

Aflevering 29, gepubliceerd op 19-07-2007 met annotatie van mr. dr. J.Th. Sanders
JP Morgan Fleming Claverhouse Investment Trust plc (hierna: Claverhouse) is een Investment Trust Company (een fiduciaire beleggingsmaatschappij, hierna: ITC) die voor het beheer van haar portefeuilles een beroep heeft gedaan op de beheersdiensten van een derde, namelijk JP Morgan Fleming Asset Management (UK) Limited (hierna: JP Morgan). Claverhouse is onderworpen aan btw voor de beheersdiensten die zij ontvangt, aangezien de Commissioners de vrijstelling weigeren. Claverhouse heeft dan ook een bedrag aan niet-terugvorderbare btw betaald. Claverhouse en The Association of Investment Trust Companies, een vereniging die op de Engelse markt actieve ITC’s vertegenwoordigt, hebben beroep ingesteld tegen de Engelse fiscus. Authorised Unit Trusts (hierna: AUT’s), die de vorm van een trust hebben, en Open-Ended Investment Companies (hierna: OEIC’s), die zijn geregeld bij statuten, zijn gemeenschappelijke beleggingsfondsen waarvan respectievelijk het aantal rechten van deelneming (units) en het aantal door de beleggers gehouden aandelen varieert naar gelang van de beleggingen. AUT’s en OEIC’s zijn fondsen met variabel kapitaal (open-endtype), die verplicht zijn om hun rechten van deelneming of hun aandelen terug te kopen van de beleggers die ze wensen te verkopen. ITC’s, die geregeld zijn bij statuten, zijn daarentegen fondsen met vast kapitaal (closed-endtype). ITC’s zijn collectieve beleggingsinstrumenten, opgericht als naamloze vennootschap en aan de beurs genoteerd. De belegger die zijn deelname aan dit laatste type fonds wenst te beëindigen, verkoopt zijn aandelen doorgaans via een effectenbeurs. De verwijzende rechter verklaart dat ITC’s, anders dan AUT’s en OEIC’s, geen toelating door de Financial Services Authority (autoriteit financiële dienstverlening) behoeven. Als beursgenoteerde vennootschappen worden zij echter gereglementeerd door de Financial Services Authority als Listing Authority (autoriteit inzake toelating tot de beurs). Bovendien moet het beheer van AUT’s en OEIC’s worden uitbesteed aan een externe beheerder, terwijl ITC’s beschikken over een raad van bestuur die de beleggingen kan beheren. Toch heeft 90% van de ITC’s het beheer van de beleggingen aan externe fondsbeheerders toevertrouwd. In Engeland zijn OEIC’s, waarvan het kapitaal variabel is, die instellingen voor collectieve belegging in de zin van de icbe-richtlijn vormen en verplicht zijn voor het beheer van hun fonds gebruik te maken van een derde, vrijgesteld van btw over de diensten die hun worden geleverd door hun externe beheerder, terwijl gesloten beleggingsmaatschappijen zoals ITC’s niet worden vrijgesteld. Op daaromtrent door de verwijzende rechter gestelde vragen verklaart het Hof van Justitie EG voor recht:

NTFR 2007/1309 - Besluit omzetbelasting en margeregeling

Aflevering 29, gepubliceerd op 19-07-2007
Dit besluit van de staatssecretaris van Financiën betreft een actualisering, samenvoeging en intrekking van eerder gepubliceerde beleidsbesluiten met betrekking tot de margeregeling. De samenvoeging heeft tot doel de toegankelijkheid van het bestaande beleid te vergroten. Het actualiseren is onder meer nodig in verband met wijzigingen in het beleid en de jurisprudentie van de Hoge Raad en Hof van Justitie EG.

NTFR 2007/1310 - Vragen over de heffing van douanerechten

Aflevering 29, gepubliceerd op 19-07-2007
De staatssecretaris van Financiën beantwoordt de vragen die zijn gesteld over de heffing van douanerechten bij het voorstel voor een gemoderniseerd douanewetboek. In het voorstel is de mogelijkheid tot het toepassen van gecentraliseerde vrijmaking opgenomen. Dit concept houdt in dat het voor bedrijven die aan bepaalde eisen voldoen, mogelijk wordt om al hun douaneaangiften op één centrale plek in te dienen, ongeacht waar de goederen in het vrije verkeer van de Europese Gemeenschap worden gebracht.

NTFR 2007/1311 - Besluit motorrijtuigenbelasting

Aflevering 29, gepubliceerd op 19-07-2007
Dit besluit is een samenvoeging van de beleidsstandpunten die zijn verschenen over de motorrijtuigenbelasting. Bij de samenvoeging zijn enkele verouderde passages geactualiseerd. De samenvoeging heeft volgens de staatssecretaris van Financiën niet de bedoeling de inhoud van de bij dit besluit ingetrokken beleidsstandpunten te wijzigen. De besluiten en de passages uit de besluiten die niet in dit besluit zijn overgenomen hebben een toelichtend karakter zonder dat daaraan een specifiek beleidsstandpunt ten grondslag ligt.