Aflevering 9

Gepubliceerd op 1 maart 2007

NTFR 2007/329 - De tbs-regeling van art. 3.92 Wet IB 2001 bij samenwerkingsverbanden

Aflevering 9, gepubliceerd op 01-03-2007 geschreven door dr. J. Doornebal
Het ter beschikking stellen van vermogensbestanddelen aan een samenwerkingsverband wordt door art. 3.91, lid 1, onderdeel b, en art. 3.92, lid 1, onderdeel b, Wet IB 2001 in bepaalde situaties als een werkzaamheid aangemerkt. In art. 3.92, lid 1, onderdeel b, Wet IB 2001 is dit het geval als een belastingplichtige die vermogensbestanddelen aan een samenwerkingsverband ter beschikking stelt (of een met hem verbonden persoon) een aanmerkelijk belang heeft in een vennootschap die ook in dat samenwerkingsverband participeert. Hierbij rijst de vraag wat onder een samenwerkingsverband moet worden verstaan. Is daarvan alleen sprake als de in het kader van het samenwerkingsverband verrichte activiteiten een onderneming of een werkzaamheid vormen? Of kan ook sprake zijn van een samenwerkingsverband zonder dat de verrichte activiteiten als onderneming of als werkzaamheid kwalificeren?

NTFR 2007/336 - Besluit over eindheffing en tabel bijzondere beloningen

Aflevering 9, gepubliceerd op 01-03-2007
De minister van Financiën heeft op 21 februari 2007 een besluit gepubliceerd over eindheffing en de tabel bijzondere beloningen. Het is een actualisering van het besluit van 1 november 2001, nr. CPP2001/2130M (over de tabel voor bijzondere beloningen) en het besluit van 10 juni 2004, nr. CPP2003/2041M (over eindheffingen). Het besluit bevat een goedkeuring voor de toepassing van de tabel voor bijzondere beloningen.

NTFR 2007/342 - Verhuurorganisatie betaalt onderhoudskosten niet namens eigenaar

ECLI:NL:RBARN:2007:AZ8721, datum uitspraak 18-01-2007, publicatiedatum 16-02-2007
Aflevering 9, gepubliceerd op 01-03-2007
Eiser is eigenaar van een vakantiewoning gelegen op een vakantiepark. De woning wordt verhuurd door B, de verhuurorganisatie van het park. B laat in 2000 onderhoudswerkzaamheden verrichten aan de woning. De diverse bouwbedrijven factureren aan B en B betaalt de facturen in 2000. Eiser voldoet deze kosten (deels) in 2001 aan B. In geschil is of die kosten in 2000 bij eiser aftrekbaar zijn. Volgens de rechtbank kunnen de betalingen door B aan de bouwbedrijven niet worden aangemerkt als betalingen voor rekening van eiser. Eiser kan de kosten die hij in 2001 aan B heeft betaald daarom niet in 2000 in aftrek brengen.

NTFR 2007/347 - Besluit tegemoetkomingen bij bijzondere gebeurtenissen

Aflevering 9, gepubliceerd op 01-03-2007
Dit besluit beschrijft de fiscale gevolgen van tegemoetkomingen bij bijzondere gebeurtenissen zoals oorlogen en rampen (Enschede en Volendam) en de fiscale gevolgen voor asbestslachtoffers. Het besluit vervangt het besluit van 28 oktober 2005, nr. CPP2005/2131M (NTFR 2005/1445). Ten opzichte van het voorgaande besluit zijn in onderdeel 2.1, vier stichtingen toegevoegd die zich bezig houden met het beheren en verdelen van gelden voor vervolgingsslachtoffers. Onderdeel 2.2 is uitgebreid met een vrijstelling voor schenkingsrecht bij uitkeringen tussen de in onderdeel 2.1 genoemde stichtingen. Onderdeel 6.2 (administratieve verplichtingen slachtoffers vuurwerkramp Enschede) is vervallen. Op sommige plaatsen is de tekst van het besluit aangepast.

NTFR 2007/348 - Antwoorden op Kamervragen over het Nederlandse belastingstelsel

Aflevering 9, gepubliceerd op 01-03-2007 geschreven door mr. M.H.C. Ruijschop
De minister van Financiën heeft enkele vragen van het Kamerlid Crone over het Nederlandse belastingsysteem na inwerkingtreding van de Wet werken aan winst beantwoord. De minister is het niet eens met de stelling dat Nederland een belastingparadijs is en is evenmin van mening dat de belastingdruk voor het internationale bedrijfsleven tot bijna het nulpunt is gedaald. Nederland zal volgens de minister wel als aantrekkelijker vestigingsland worden beschouwd. De effectieve belastingdruk is wel omlaag gegaan, maar de impact van de maatregelen zal per bedrijf verschillen. De rentebox is een defensief concurrerend regime en is opgenomen om te voorkomen dat bedrijven hun financieringsactiviteiten naar andere landen verplaatsen. De effectieve belastingdruk van multinationals in Nederland is niet onderzocht. Voor het grootbedrijf ligt de gemiddelde belastingdruk op 32,2% en voor het MKB op 33,6%.

NTFR 2007/349 - Overeenkomst van schenking vernietigd wegens dwaling van partijen over tarief

ECLI:NL:RBHAA:2007:AZ7209, datum uitspraak 18-01-2007, publicatiedatum 07-02-2007
Aflevering 9, gepubliceerd op 01-03-2007
Bij notariële akte heeft A gedurende vijf opeenvolgende jaren € 15.000 per jaar geschonken aan vereniging B. Daarbij is overeengekomen dat alle rechten en kosten voor rekening van de schenker komen. Enige tijd later heeft A aan B mondeling meegedeeld de schenkingsovereenkomst op grond van wederzijdse dwaling te vernietigen. Bij het aangaan van de overeenkomst was ten onrechte verondersteld dat schenkingsrecht verschuldigd zou zijn naar het tarief van 11%. De inspecteur legt een aanslag recht van schenking op, omdat naar zijn oordeel geen sprake is van dwaling, dan wel de dwaling voor rekening van partijen behoort te blijven.

NTFR 2007/360 - Kringloopwinkel niet vrijgesteld van omzetbelasting

Aflevering 9, gepubliceerd op 01-03-2007
Stichting C heeft als doel het bieden van hulp aan de Masai-stam in Afrika. Deze stichting heeft een stichting X opgericht, waarin een winkel in tweedehandsgoederen wordt geëxploiteerd. Het is de bedoeling via deze kringloopwinkel inkomsten te verwerven voor stichting C. In geschil is of voor de winkelactiviteiten een vrijstelling van omzetbelasting geldt. De rechtbank heeft geoordeeld dat dit niet het geval is. De kringloopwinkel kan geen beroep doen op art. 11, lid 1, onderdeel v, Wet OB 1968 omdat geen sprake is van prestaties die op grond van een ander onderdeel van art. 11, lid 1, Wet OB 1968, zijn vrijgesteld. Evenmin komt de kringloopwinkel in aanmerking voor een vrijstelling op grond van het Besluit van 5 november 2001, nr. CPP2001/2181M, omdat niet is voldaan aan de voorwaarde dat geen sprake is van doorlopend of langdurig verrichte diensten, aldus de rechtbank.