Aflevering 36

Gepubliceerd op 4 september 2008

NTFR 2008/1670 - Belastinglast: een lastig begrip

Aflevering 36, gepubliceerd op 04-09-2008 geschreven door prof. dr. H. Vording
In zijn advies over het concept-wetsvoorstel Belastingheffing Excessieve BeloningsvormenKamerstukken II, 2007-2008, 31 459, nr. 4. bepleit de Raad van State het hanteren van een nieuwe invalshoek bij beoordeling van fiscale wetgevingsproducten aan de hand van het begrip ‘belastinglast’. Ik vind dat geen goed idee, om twee redenen. In de eerste plaats gaat het om een hoogst onduidelijk begrip. In de tweede plaats kan het door de Raad van State beoogde doel ook worden bereikt door zijn gebruikelijke toetsing aan algemeen aanvaarde criteria voor wetgevingskwaliteit.De website van de Raad van State (zie raadvanstate.nl) geeft overzichtelijke informatie over het toetsingskader dat de Raad hanteert in zijn advisering.

NTFR 2008/1672 - Onderverhuur vakantiebungalow geen bron van inkomen

ECLI:NL:RBBRE:2008:BE8778, datum uitspraak 10-07-2008, publicatiedatum 20-08-2008
Aflevering 36, gepubliceerd op 04-09-2008
Belanghebbende huurt en onderverhuurt sinds eind 2000 een vakantiebungalow. Deze activiteiten zijn tot en met 2004 verlieslijdend geweest. Eind 2005 heeft hij de activiteiten gestaakt in verband met de negatieve resultaten. Voor het jaar 2003 is in geschil of het (negatieve) resultaat uit de onderverhuur winst uit onderneming is. Niet in geschil is dat belanghebbende deelneemt aan het economische verkeer en voordeel beoogt. De rechtbank oordeelt dat belanghebbende niet aannemelijk heeft weten te maken dat redelijkerwijs voordeel verwacht kon worden. De overgelegde gegevens, zoals de verhuurgegevens van de bungalow van vóór 2000 en mededelingen van de parkbeheerder die ook bungalows verhuurt, zijn onvoldoende.

NTFR 2008/1673 - Kasopnames door grootaandeelhouder vormen geen loon

ECLI:NL:GHARN:2008:BD9732, datum uitspraak 18-06-2008, publicatiedatum 08-08-2008
Aflevering 36, gepubliceerd op 04-09-2008
Belanghebbende is directeur en grootaandeelhouder van een bv. In 2002 heeft belanghebbende tot een bedrag van € 64.879 kasopnames bij de vennootschap gedaan onder de noemer 'inkomende vrachtkosten'. Voorts heeft hij door middel van verrekening in rekening courant een op de jaren 1999-2002 betrekking hebbende autokostenvergoeding genoten van € 50.022. De inspecteur heeft beide bedragen tot het belaste loon van belanghebbende gerekend en in verband hiermee de onderhavige navorderingsaanslag opgelegd. Rechtbank Arnhem (8 januari 2007, nr. 06/00677) heeft de inspecteur in het gelijk gesteld. In appel heeft belanghebbende gedeeltelijk succes. Het hof stelt voorop dat de bewijslast op de inspecteur rust. Met betrekking tot de autokostenvergoeding slaagt de inspecteur hierin. Voor de stelling dat sprake is van een vrije vergoeding heeft belanghebbende geen enkel bewijs bijgebracht. Wat de kasopnames betreft krijgt belanghebbende wel gelijk van het hof. De inspecteur maakt namelijk niet aannemelijk dat belanghebbende de gelden aan het vermogen van de bv heeft onttrokken.

NTFR 2008/1681 - Antwoord op Kamervragen over amateursportverenigingen

Aflevering 36, gepubliceerd op 04-09-2008
De staatssecretaris van Financiën beantwoordt Kamervragen over de status van amateursportverenigingen voor het schenkingsrecht. In zijn antwoorden meldt hij dat een amateursportvereniging geen algemeen nut beogende instelling (anbi) is en daarom schenkingsrecht is verschuldigd over schenkingen die hoger zijn dan de daarvoor geldende vrijstelling. Wel kondigt hij aan in het Belastingplan 2009 op dit punt wijzigingen in de Successiewet 1956 voor te stellen.

NTFR 2008/1686 - Poolse autoaccijns onder voorwaarden toegestaan

Aflevering 36, gepubliceerd op 04-09-2008 met annotatie van mr. dr. J.Th. Sanders
De Poolse belastingdienst heeft, het standpunt innemend dat accijns was verschuldigd ter zake van de verkoop in Polen van tweedehandswagens vóór de eerste inschrijving en dat ter zake daarvan aangifte moest worden gedaan, accijns nageheven van D. Krawczynski. Tegen deze beslissing heeft hij bezwaar gemaakt strekkende tot vermindering, aangezien hij ingevolge de Poolse wetgeving het verschuldigde bedrag zou mogen verlagen met het accijnsbedrag dat hij voor een belastbare verkoop of invoer had betaald op het tijdstip van de verwerving van niet-geharmoniseerde accijnsproducten, ook al had hij daartoe geen aangifte gedaan. Op de prejudiciële vragen van de rechter in de daarop gevolgde gerechtelijke procedure verklaart het Hof van Justitie EG voor recht dat art. 33, lid 1, Zesde Richtlijn zich niet verzet tegen een accijns in Polen op elke verkoop van personenwagens vóór de eerste inschrijving ervan op het nationale grondgebied en dat art. 90, eerste alinea, EG-Verdrag zich verzet tegen een accijns, voor zover het bedrag van de heffing op de verkoop van uit een andere lidstaat ingevoerde tweedehandsvoertuigen vóór de eerste inschrijving ervan groter is dan het residuele bedrag van deze heffing dat besloten ligt in de handelswaarde van gelijksoortige voertuigen die in de lidstaat die de heffing heeft ingevoerd, voordien reeds waren ingeschreven.

NTFR 2008/1692 - Geen aansprakelijkstelling ex art. 33 en 36 IW 1990 vanwege ontbreken vaste inrichting

ECLI:NL:RBBRE:2008:BE8801, datum uitspraak 22-05-2008, publicatiedatum 20-08-2008
Aflevering 36, gepubliceerd op 04-09-2008
Belanghebbende, woonachtig in België, staat ingeschreven als bestuurder van een Belgische nv. Op 18 november 2003 worden de aandelen van deze nv verkocht aan een bv. Aan de nv is een naheffingsaanslag LB met boete en rente opgelegd. Deze wordt niet betaald en belanghebbende wordt hiervoor aansprakelijk gesteld. In geschil is of belanghebbende terecht aansprakelijk is gesteld.