NTFR 2008/1723 - Geen aftrek voorbelasting voor 'eigen woning'
ECLI:NL:GHAMS:2008:BC9395, datum uitspraak 10-03-2008, publicatiedatum 15-04-2008
Aflevering 37, gepubliceerd op 11-09-2008 De dga X van belanghebbende (hierna: de bv) heeft op 2 september 1998 een landhuis aangekocht voor f 12.000.000. X brengt op 2 juni 1999 het landhuis in de hiervoor opgerichte bv in. In de jaren 1999-2002 wordt het landhuis drastisch gerenoveerd voor circa f 12.000.000. Voor het gebruik van het landhuis door X en zijn gezin wordt door de bv geen vergoeding gevraagd, de dga trekt de rente op de hypotheek als eigenwoningrente af. In april 2001 sluit belanghebbende een huurovereenkomst met bv2, waarvan X ook enig aandeelhouder is. De huurprijs bedraagt f 60.000. Bv2 heeft als doel het organiseren van congressen, seminars en dergelijke zakelijke bijeenkomsten. De huurovereenkomst ziet op het gebruik van gedeelten van het landhuis. In de bouwvergunning die is afgegeven, is het landhuis als woning aangemerkt. Volgens een taxatierapport van januari 2005 wordt het landhuis geheel als woning gebruikt. In de woning is geen aparte ruimte voor seminars ingericht.. Rechtbank Haarlem heeft het beroep ongegrond verklaard. Naar het oordeel van het hof heeft de inspecteur voldoende aannemelijk gemaakt dat de huurovereenkomst niet een juiste weergave van de werkelijkheid bevat en dat aan de overeenkomst geen reële betekenis kan worden toegekend. Het hof concludeert dat het landhuis, ondanks het bestaan van de bv en bv2, uitsluitend voor privédoeleinden van X en zijn gezin wordt gebruikt. Voorts heeft belanghebbende gesteld dat de uitzondering van art. 11, lid 1, aanhef en onderdeel b, onder 5, Wet OB 1968 van toepassing is, omdat sprake is van verhuur van afzonderlijke, afgescheiden ruimtes. Het hof oordeelt dat nu het landhuis geheel als woning wordt gebruikt de vrijstelling toepassing mist. Belanghebbende wordt aftrek van voorbelasting geweigerd.