NTFR 2010/237 - De schenkingsfictie van art. 15 Successiewet 1956: haastige wetgeving
Aflevering 5, gepubliceerd op 04-02-2010 geschreven door prof. dr. mr. P.G.H. AlbertDe wetgever wilde de herziening van de Successiewet 1956 per 1 januari 2010 budgettair neutraal laten verlopen. Ter compensatie van de wijzigingen die geld zouden gaan kosten – de verlaging van de tarieven, de afschaffing van het recht van overgang en de versoepeling van de bedrijfsopvolgingsfaciliteit – heeft de wetgever naar financieringsmaatregelen gezocht. Een daarvan is de introductie van de schenkingsfictie van art. 15 SW 1956 geweest (hierna: art. 15). Omdat de fictie in de praktijk tot veel verwarring blijkt te leiden, leek het mij nuttig er een beschouwing aan te wijden. De verwarring vloeit vooral voort uit de woorden ‘direct of indirect’ in het tweede lid, waarop ik hierna nader inga. Maar eerst roep ik een arrest van 24 jaar geleden in herinnering.