NTFR 2012/2199 - Aftrek bij uitsluitend gebruik voor belaste prestaties verloopt niet via de pro rata
Aflevering 38, gepubliceerd op 20-09-2012 met annotatie van mr. dr. J.Th. SandersPortugal Telecom, een moeiende holding, berekent haar, voor het moeien ter zake van diensten door consultants, gefactureerde bedragen verhoogd met btw door aan haar dochterondernemingen. Alle haar voor deze diensten berekende btw trekt zij af, nu zij deze gebruikt voor haar belaste technische beheers- en managementdiensten. De Portugese belastingdienst staat op het standpunt dat Portugal Telecom de btw over die diensten niet volledig in aftrek mag brengen, maar gebruik moet maken van de pro-rata-aftrek. Bijgevolg is Portugal Telecom een aanslag opgelegd, waarin het percentage van de aftrekbare voorbelasting op ongeveer 25% is vastgesteld. Op prejudiciële vragen van de rechter in het ontstane geding verklaart het Hof van Justitie voor recht dat art. 17, lid 2 en 5, Zesde Richtlijn zo moet worden uitgelegd dat een holdingvennootschap die bijkomstig bij haar hoofdactiviteit, bestaande in het beheer van deelnemingen in vennootschappen waarvan zij geheel of ten dele het maatschappelijk kapitaal in handen heeft, goederen en diensten verwerft die zij vervolgens aan deze vennootschappen in rekening brengt, het bedrag aan voorbelasting kan aftrekken op voorwaarde dat de in een eerder stadium verworven diensten rechtstreeks en onmiddellijk verband houden met economische handelingen in een later stadium waarvoor recht op aftrek bestaat. Wanneer deze goederen en diensten door de holding worden gebruikt zowel voor economische handelingen waarvoor recht op aftrek bestaat als voor economische handelingen waarvoor geen recht op aftrek bestaat, is aftrek slechts toelaatbaar voor het gedeelte van de btw dat evenredig is aan het bedrag van eerstbedoelde handelingen en mag de nationale belastingdienst een van de in art. 17, lid 5, Zesde Richtlijn opgesomde methoden voor vaststelling van het recht op aftrek toepassen. Wanneer deze goederen en diensten zowel voor economische activiteiten als voor andere dan economische activiteiten worden gebruikt, is art. 17, lid 5, Zesde Richtlijn niet van toepassing en worden de methoden voor aftrek en verdeling bepaald door de lidstaten, die bij de uitoefening van deze bevoegdheid rekening moeten houden met het doel en de systematiek van de Zesde Richtlijn en daarbij een berekeningsmethode moeten bepalen die objectief weergeeft welk deel van de in een eerder stadium gedane kosten werkelijk toe te rekenen is aan elk van deze twee activiteiten.