NTFR 2012/2248 - Hof van Justitie geeft aanwijzingen omtrent bewijspositie leverancier bij afhaaltransacties
Aflevering 39, gepubliceerd op 27-09-2012 met annotatie van mr. dr. J.Th. SandersMecsek-Gabona, een Hongaarse groothandel in graan, tabak, zaden en foerage heeft op 28 augustus 2009 aan Agro-Trade, een in Italië gevestigde vennootschap, een partij koolzaad verkocht. De afnemer zou zorgen voor vervoermiddelen en vervoer naar een andere lidstaat en heeft de kentekens meegedeeld van de vrachtwagens. Het koolzaad is in de CMR-vrachtbrieven vermeld na het wegen van de vrachtwagens en de vervoerders hebben de door hen geviseerde vervoersdocumenten overgelegd. Mecsek-Gabona heeft een kopie gemaakt van het eerste exemplaar van de vrachtbrieven en de vervoerders hebben het origineel bewaard. De veertig CMR-vrachtbrieven, met opeenvolgende serienummers, zijn vanaf het postadres van Agro-Trade in Italië per post teruggestuurd. Op 4 september 2009 zijn twee facturen uitgereikt zonder berekening van btw voor geleverd koolzaad. De eerste factuur is enkele dagen na de levering betaald aan Mecsek-Gabona door een natuurlijke persoon met de Hongaarse nationaliteit. De tweede factuur is niet betaald. Na inzage van het register van belastingplichtigen door Mecsek-Gabona op 7 september 2009 is gebleken dat Agro-Trade op die datum over een btw-identificatienummer beschikte. Tijdens de controle van de belastingaangifte van Mecsek-Gabona heeft de Hongaarse belastingdienst de Italiaanse autoriteiten om inlichtingen verzocht. Van Agro-Trade is geen spoor te vinden en het adres van de opgegeven zetel betreft een eengezinswoning waar geen vennootschap met de naam Agro-Trade is ingeschreven. Aangezien Agro-Trade nooit btw had betaald, kende de Italiaanse belastingdienst deze vennootschap ook niet. Op 14 januari 2010 is het Italiaanse btw-identificatienummer van deze vennootschap met terugwerkende kracht tot 17 april 2009 uit het register geschrapt. Omdat de Hongaarse fiscus Mecsek-Gabona niet geslaagd acht in het leveren van bewijs voor het nultarief is btw nageheven. Op vragen van de verwijzende Hongaarse rechter in de volgende procedure verklaart het HvJ voor recht dat het niet in strijd is met art. 138, lid 1, Btw-richtlijn dat de verkoper het nultarief van een intracommunautaire levering wordt geweigerd, mits aan de hand van objectieve elementen vaststaat dat deze verkoper de op hem rustende bewijsplicht niet is nagekomen of hij wist of had moeten weten dat de door hem verrichte handeling deel uitmaakt van fraude door de afnemer en hij niet alle hem ter beschikking staande redelijke maatregelen heeft genomen om te voorkomen dat hij zelf bij deze fraude betrokken raakte. De verkoper kan de vrijstelling van een intracommunautaire levering in de zin van art. 138, lid 1, Btw-richtlijn niet worden geweigerd op de enkele grond dat de belastingdienst van een andere lidstaat na de levering van het goed het btw-identificatienummer van de afnemer met terugwerkende kracht – tot vóór die levering – heeft geschrapt.