Aflevering 44

Gepubliceerd op 1 november 2012

NTFR 2012/2471 - Het Nederlandse verdragsbeleidsvoornemen over driehoekssituaties

Aflevering 44, gepubliceerd op 01-11-2012 geschreven door prof. mr. T. Bender
Triangular cases– of in goed Nederlands: driehoekssituaties – mogen zich in een grote belangstelling verheugen, getuige de hoeveelheid internationale literatuur over dit onderwerp. Dit wordt vermoedelijk deels veroorzaakt doordat belastingverdragen bilaterale oplossingen bieden, die niet altijd goed werken in de huidige multilaterale wereld. Bij de populariteit van het onderwerp onder fiscale auteurs speelt vermoedelijk ook een rol dat in gevallen waarin meerdere verdragen tegelijkertijd van toepassing zijn, het ontwarren van de kluwen van potentieel toepasselijke verdragsbepalingen een analytische benadering vergt die velen aanspreekt. Het zijn leuke puzzels.

NTFR 2012/2473 - Voortgang wetsvoorstel Belastingplan 2013

Aflevering 44, gepubliceerd op 01-11-2012
De staatssecretaris van Financiën heeft de nota naar aanleiding van het verslag uitgebracht over het wetsvoorstel Belastingplan 2013. Hierin gaat hij in op vragen van de Tweede kamer. Tegelijk verscheen een nota van wijziging. Deze nota van wijziging brengt enkele wijzigingen aan in de aftrek uitgaven voor levensonderhoud van kinderen, in de aftrek voor scholingsuitgaven, in de bepalingen ter zake van de constructiebestrijding bodemrecht en bodemvoorrecht en in de belastingtarieven in Caribisch Nederland. Daarnaast wordt een wijziging van meer technische aard aangebracht.

NTFR 2012/2475 - Vragen over vervanging verstrekking gegevens van huurders aan verhuurders door de Belastingdienst door een huurbelasting

Aflevering 44, gepubliceerd op 01-11-2012
Minister Spies (BZK) beantwoordt mede namens de staatssecretaris van Financiën vragen over huurverhoging op grond van inkomen en huurverhoging op grond van een tweede categorie huishoudinkomens. De vragen zijn gesteld door de vaste commissie van de Eerste Kamer voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en het Huis der Koningin. De vragen betreffen de technische uitvoerbaarheid van een huurbelasting als vervanger voor gegevensverschaffing aan verhuurders.

NTFR 2012/2477 - Antwoord op vragen over fiscale toezeggingen

Aflevering 44, gepubliceerd op 01-11-2012
De staatssecretaris stuurt een brief aan de Eerste Kamer naar aanleiding van vragen over enkele toezeggingen op fiscaal terrein. In de brief gaat de staatssecretaris in op vragen over de btw-verhoging voor podiumkunsten en beeldende kunsten en op het afschaffen van de notariële akte voor periodieke giften.

NTFR 2012/2479 - Beantwoording Kamervragen over uitvoeringsregeling Geefwet en anbi-register

Aflevering 44, gepubliceerd op 01-11-2012
De staatssecretaris stuurt zijn reactie aan de Tweede Kamer op vragen en opmerkingen van enkele fracties naar aanleiding van de brief over de publicatie uitvoeringsregeling Geefwet (Kamerstukken II, 2011-2012, 33 006, nr. 19), alsmede de brief inzake de uitvoering van de motie van de leden Omtzigt en Van Vliet over een anbi-register (Kamerstukken II, 2011-2012, 33 003, nr. 84). In zijn reactie geeft hij onder meer aan dat de Geefwet allesoverziend zeer gunstig uitpakt voor culturele instellingen. Het kabinet geeft aan daarom geen veranderingen te willen voorstellen. Met de Stichting Samenwerkende Brancheorganisaties Filantropie (SBF) wordt nader uitgewerkt welke gegevens anbi’s verplicht op hun website moeten gaan publiceren. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie komt met een wetsvoorstel waardoor anbi’s jaarlijks de balans en de staat van baten en lasten in het Handelsregister moeten deponeren.

NTFR 2012/2480 - Vergoeding van werkgever is geen ontslagvergoeding maar 'incentive': stamrechtvrijstelling is niet van toepassing

ECLI:NL:GHARN:2012:BX6724, datum uitspraak 28-08-2012, publicatiedatum 07-09-2012
Aflevering 44, gepubliceerd op 01-11-2012 met annotatie van drs. J.C. de Zeeuw
A is als ‘managing director’ in dienstbetrekking werkzaam bij belanghebbende, een bv die onderdeel is van een internationaal concern. In 2001 is in de arbeidsovereenkomst van A een riante ontslagvergoedingsregeling opgenomen. In 2009 heeft A een nieuwe – verbeterde – functie binnen het concern gekregen. In de nieuwe arbeidsvoorwaarden is het salaris aanzienlijk verhoogd. De ontslagvergoedingsregeling is echter aanzienlijk beperkt. Voorts is overeengekomen dat belanghebbende € 700.000 aan A zou betalen. Volgens belanghebbende is hierop de stamrechtvrijstelling van toepassing, omdat in wezen sprake zou zijn van een ontslagsituatie. De nieuwe arbeidsovereenkomst is volgens belanghebbende niet een voortzetting van de oude arbeidsovereenkomst. Het hof deelt dat standpunt van belanghebbende niet. Volgens het hof is geen sprake van een ontslagsituatie. Het bedrag van € 700.000 is niet verstrekt als compensatie wegens te derven inkomen vanwege ontslag, maar vormde een incentive voor A om te komen tot een nieuwe arbeidsovereenkomst. Daarop is de stamrechtvrijstelling echter niet van toepassing.

NTFR 2012/2482 - Bewoning door dochter is terbeschikkingstelling aan derde

Aflevering 44, gepubliceerd op 01-11-2012 met annotatie van mr. A.J.M. Arends
Belanghebbende is gehuwd en heeft twee dochters. Hij is eigenaar van een woning te Q (hierna: de woning). Hij bewoonde de woning sedert 1 december 1993 met zijn echtgenote en kinderen. Eind 1994 is belanghebbende verhuisd naar Nigeria en nadien naar het Verenigd Koninkrijk in verband met in die landen te verrichten beroepsmatige werkzaamheden. Zijn vrouw en kinderen zijn aanvankelijk meeverhuisd. Belanghebbende heeft de woning tot op heden aangehouden. Zijn oudste dochter heeft tot haar studietijd deel uitgemaakt van het gezin. In haar studietijd heeft zij op zichzelf gewoond, laatstelijk in R. Gedurende weekeinden en vakantieperiodes verbleef deze dochter regelmatig in de woning, zijnde haar ouderlijk huis. Na haar studietijd is deze dochter, die geen passende woonruimte kon vinden en in de woning nog steeds over haar voormalige kamer kon beschikken, teruggekeerd naar haar ouderlijk huis met als gevolg dat de woning sedert 15 maart 2007 door die dochter wordt bewoond. Belanghebbende kon, zowel in de periode voorafgaand aan 15 maart 2007 als nadien, op elk door hem gewenst moment van de woning gebruik maken en verbleef, bij terugkeer naar Nederland, ook feitelijk in de woning.

NTFR 2012/2483 - Nota n.a.v. het verslag en nota van wijziging wetsvoorstel 'Herziening fiscale behandeling eigen woning'

Aflevering 44, gepubliceerd op 01-11-2012
De staatssecretaris van Financiën stuurt de nota naar aanleiding van het verslag en een nota van wijziging inzake het wetsvoorstel Herziening fiscale behandeling eigen woning aan de Tweede Kamer. Als bijlage bij de nota is het concept gevoegd van de wijziging Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 in verband met informatieplicht bij schulden eigen woning bij niet-renseigneringsplichtigen.

NTFR 2012/2485 - Vergoeding voor verschuiving van winstrechten is een vervreemdingsvoordeel

ECLI:NL:HR:2012:BW4761, datum uitspraak 12-10-2012, publicatiedatum 12-10-2012
Aflevering 44, gepubliceerd op 01-11-2012 met annotatie van mr. A.J.M. Arends
Belanghebbende hield, evenals twee broers van hem, een aanmerkelijk belang in A bv. De overige aandelen waren in handen van B bv waarin de broers (in)direct het volledige belang hielden. Bij overeenkomst hebben de drie broers en B bv besloten de statuten van A bv te wijzigen. Deze wijziging houdt in dat de winstgerechtigdheid van de aan de drie broers toebehorende aandelen afneemt ter waarde van f 10 miljoen, en dat de winstgerechtigdheid van de aan B bv toebehorende aandelen in dezelfde mate wordt vergroot. In de overeenkomst is verder bepaald dat B bv als tegenprestatie een schadeloosstelling aan de drie broers verschuldigd is van in totaal f 10 miljoen. Hof Amsterdam (NTFR 2012/534) heeft de schadeloosstelling als vervreemdingsvoordeel in de zin van art. 4.12 Wet IB 2001 aangemerkt. De Hoge Raad onderschrijft in navolging van de advocaat-generaal dat oordeel.

NTFR 2012/2486 - Verkapte uitdeling voor aandeelhouder van autosloperij met valse inkoopfacturen

ECLI:NL:GHARN:2012:BX4961, datum uitspraak 03-07-2012, publicatiedatum 20-08-2012
Aflevering 44, gepubliceerd op 01-11-2012 met annotatie van mr. J. Zandee-Dingemanse
Belanghebbende is enig aandeelhouder/bestuurder van een bv die een autosloperij exploiteert. De bv en belanghebbende zijn strafrechtelijk veroordeeld. Volgens de strafrechter heeft de bv gebruikgemaakt van valse inkoopfacturen, tot aanzienlijke bedragen, waardoor omzet is verzwegen. In verband hiermee zijn navorderingsaanslagen vennootschapsbelasting aan de bv opgelegd en de onderhavige navorderingsaanslag IB/PVV aan belanghebbende. In de vennootschapsbelastingzaak (Hof Arnhem 3 juli 2012, nr. 11/00557 t/m 11/00562, NTFR 2012/2337) is het hof met de rechtbank ervan uitgegaan dat de bv aanzienlijke bedragen aan winst heeft verzwegen. In de onderhavige zaak is het hof van oordeel dat belanghebbende in zijn hoedanigheid van aandeelhouder bewust en opzettelijk deze winst aan de bv heeft onttrokken. Nu deze – absoluut en relatief bezien omvangrijke – verkapte uitdeling niet in de aangifte is verantwoord, heeft belanghebbende volgens het hof de vereiste IB/PVV-aangifte niet gedaan, hetgeen leidt tot omkering en verzwaring van de bewijslast. Hierin slaagt belanghebbende niet. Wat de redelijke schatting betreft, knoopt het hof aan bij zijn oordeel in de vennootschapsbelastingzaak.

NTFR 2012/2487 - Ontgaan overdrachtsbelasting door aangaan en ontbinden geregistreerd partnerschap geen fraus legis

Aflevering 44, gepubliceerd op 01-11-2012 met annotatie van prof. mr. dr. B.M.E.M. Schols
De belanghebbende en een andere natuurlijke persoon waren medegerechtigd tot tien onroerende zaken. Zij zijn een geregistreerd partnerschap aangegaan waarbij de goederengemeenschap slechts bestond uit die tien onroerende zaken. Eén dag later hebben zij hun partnerschap beëindigd en de volle eigendom van zes onroerende zaken aan de één en de volle eigendom van de vier andere onroerende zaken aan de ander toegedeeld. Omdat noch boedelmenging, noch verdeling van een aldus ontstane gemeenschap een belaste verkrijging is voor de overdrachtsbelasting is geen overdrachtsbelasting voldaan. De fiscus heeft aan beiden naheffingsaanslagen opgelegd. De fiscus meent dat sprake is van fraus legis. Rechtbank Arnhem is het met de inspecteur eens, maar volgens Hof Arnhem (NTFR 2012/2192) is geen sprake van wetsontduiking omdat de wetgever gewaarschuwd was en niets deed.

NTFR 2012/2491 - Onjuiste uitnodiging rechtbank is geen reden voor terugwijzing

ECLI:NL:HR:2012:BX7173, datum uitspraak 14-09-2012, publicatiedatum 14-09-2012
Aflevering 44, gepubliceerd op 01-11-2012 met annotatie van mr. dr. R.M.P.G. Niessen-Cobben
Belanghebbende is niet rechtmatig voor de zitting van de rechtbank uitgenodigd en is niet verschenen. In cassatie klaagt belanghebbende erover dat hij daardoor niet in de gelegenheid is geweest een ondernemingsplan aan de rechtbank te overleggen. Het hof had daarom de zaak moeten terugwijzen naar de rechtbank, aldus belanghebbende. De Hoge Raad volgt belanghebbende daarin niet. Het hof heeft immers in hoger beroep kennis genomen van het ondernemingsplan. De zaak hoeft daarom niet opnieuw voor feitelijk onderzoek door de rechtbank te worden behandeld.

NTFR 2012/2492 - Ingebrekestelling voor dwangsom kan per e-mailbericht

ECLI:NL:GHARN:2012:BX7754, datum uitspraak 11-09-2012, publicatiedatum 19-09-2012
Aflevering 44, gepubliceerd op 01-11-2012 met annotatie van mr. T.A.D. van Wordragen
De belastingdienst heeft de elektronische weg – onder voorwaarden – opengesteld voor het indienen van bezwaarschriften tegen naheffingsaanslagen OB. Op 5 maart 2010 heeft belanghebbende per brief bezwaar gemaakt. Per e-mailbericht van 3 juni 2010, gericht aan het persoonlijke adres van de ambtenaar bij de Belastingdienst, heeft belanghebbende de inspecteur in gebreke gesteld wegens het niet tijdig doen van de uitspraak op bezwaar. De rechtbank heeft ten laste van de inspecteur een dwangsom vastgesteld van € 1.020. In hoger beroep betoogt de inspecteur dat de ingebrekestelling niet op de juiste wijze heeft plaatsgevonden. Het hof is van oordeel dat het in gebreke stellen per e-mail mogelijk is, mits aan ‘de Gebruikersvoorwaarden digitaal bezwaar’ wordt voldaan. Dat is hier niet het geval. Niettemin krijgt belanghebbende gelijk. De inspecteur heeft namelijk bij belanghebbende het vertrouwen gewekt dat de ingebrekestelling rechtsgeldig met het onderhavige e-mailbericht kon geschieden.