Aflevering 18

herinvesteringsreserve

onderneming

toerekening baten en lasten, zakelijke gronden

ondernemingsvermogen, zekerheidsstelling

rentebetaling aan familie, verrekening met gift

contante stortingen, matiging boete, structurele onderbezetting hof, undue delay

De staatssecretaris heeft op 10 april een besluit afgegeven waarin is beschreven in welke gevallen het kasstelsel bij het bepalen van een resultaat uit een werkzaamheid kan worden toegepast. Het besluit is pas op 1 mei jl. vrijgegeven. Het besluit is van toepassing op resultaatgenieters waar het persoonlijk verrichten van arbeid centraal staat.

De staatssecretaris heeft in dit besluit een vraag beantwoord over een werknemer die in dienstbetrekking is bij een Nederlandse inhoudingsplichtige en bij een daarmee verbonden buitenlands lichaam. Er is sprake van een salary split. De Nederlandse inhoudingsplichtige kan in deze situatie geen vrijgestelde pensioenaanspraak toezeggen over het salaris van zowel de Nederlandse als de buitenlandse dienstbetrekking.

Door middel van een besluit heeft de staatssecretaris aangegeven wat voor de toepassing van de aanmerkelijkbelangregeling in de Wet IB 2001 onder 'beleggen of daarmee overeenkomende werkzaamheden' moet worden verstaan.

borgstelling, vermomd dividend

gelijkheidsbeginsel, periodieke uitkering, vertrouwensbeginsel

invorderingsrente

levensonderhoud, vertrouwensbeginsel, verwanten

Staatssecretaris Bos heeft wettelijke maatregelen tegen dividendstripping aangekondigd die met terugwerkende kracht tot 27 april 2001 zullen gelden. Van dividendstripping is sprake als degene die dividend ontvangt, niet de uiteindelijk gerechtigde (beneficial owner) is van dat dividend, omdat het als gevolg van een samenstel van transacties geheel of gedeeltelijk ten goede komt aan een ander, terwijl die ander het belang bij de aandelen waarop het dividend is uitgekeerd op directe of indirecte wijze behoudt. De maatregel houdt in dat in geval van dividendstripping de mogelijkheid van teruggaaf of verrekening van dividendbelasting wordt uitgesloten, als die ander een geringer recht heeft op vermindering of teruggaaf van dividendbelasting dan de dividendontvanger.

vergrijpboete, vrijwillige verbetering

periodieke uitkering, vertrouwensbeginsel

correct verzorgde aangifte, elders belast inkomen, nieuw feit

boete bij naheffing

ontvankelijkheid beroep, vergrijpboete

gepensioneerd Duits ambtenaar, premieplicht volksverzekering

premieplicht volksverzekering

farmaceutische specialité, geneesmiddel, verlaagd tarief

geen belaste prestaties, vertrouwensbeginsel

boeken en bescheiden, valselijk afgestempeld

De vraag of de handelingen van een gediplomeerd logopedist, die bestaan uit het onderzoeken en behandelen van patiënten bij wie sprake is van dyslexie, onder de vrijstelling van art. 11, lid 1, onderdeel g, Wet OZ valt, beantwoordt de staatssecretaris positief. In het Besluit opleidingseisen en deskundigheidsgebied logopedist, gebaseerd op de Wet BIG, worden de handelingen genoemd die tot de deskundigheid van een (gediplomeerd) logopedist behoren. Het betreft het behandelen van spraakgebreken die een gevolg zijn van stoornissen in stem, taal, spraak, gehoor en primaire mond- en keelfuncties. Dyslexie is zo'n stoornis. De behandeling door een logopedist valt derhalve onder de vrijstelling.

De factuur is een van de belangrijkste documenten voor de BTW. Het maakt controle mogelijk en verstrekt de afnemer het aftrekrecht. In het Besluit van 26 april 2001 worden regels gesteld rond de elektronische facturatie die gericht zijn op controle, maar ook gericht zijn op vereenvoudiging, modernisering en harmonisering. In de inleidende paragrafen van het besluit wordt opgemerkt dat de factuur moet voldoen aan de eisen van de Wet OB. Vervolgens wordt opgemerkt dat wanneer de factuur luidt in buitenlandse valuta, het BTW-bedrag ook in Nederlandse guldens of euro's moet worden opgenomen (punt 4 van onderdeel B). Uit het daarop volgende punt, waarin expliciet wordt gesteld dat de daarna volgende aanwijzingen voor het elektronisch verzenden van facturen gelden, kan worden afgeleid dat deze extra (nieuwe) verplichting ook voor papieren facturen geldt. De vraag rijst hoe een dergelijk besluit, geplaatst op internet op 1 mei 2001 en ingaande op 1 mei 2001, wel een basis heeft in de Wet OB.

In het besluit van 10 september 1991, nr. VB 91/1972 (Infobulletin 1991/611) werd goedgekeurd dat beheersvergoedingen aan agrariërs op grond van overeenkomsten met het Bureau Beheer Landbouwgronden (hierna: het BBL) niet in de heffing werden betrokken, indien hun normale prestaties onder artikel 27, eerste lid, Wet OB zouden vallen. De regeling was bedoeld om de landbouw in probleemgebieden te stimuleren/handhaven. De arresten van het Hof van Justitie van 29 februari 1996 – nr. C-215/94, de zaak Mohr (BNB1997/32c) – en 18 december 1997 – nr. C-384/95, de zaak Landboden (VN1998/5.17) – maakten dit besluit overbodig. De bevoegde nationale autoriteit (het Ministerie van LNV dan wel het BBL) genoot voordelen uit de beheerswerkzaamheden en konden dus niet als verbruikers van een dienst worden beschouwd. Er was dus geen verbruik dat met BTW kon worden belast, zodat het besluit uit 1991 geen belang (meer) had. Reden om deze nu (pas) in te trekken.

kostentoedeling, omslagklasse, plassencontract

ingangsdatum, WOZ-beschikking

duplexwoningen, leges, samenvoegen woonruimten

nieuwbouw woning, peildatum

De Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 is met terugwerkende kracht naar 1 januari 2001 aangepast. De aanpassing bewerkstelligt dat de kinderkorting en de aanvullende kinderkorting niet meer worden betrokken bij het vaststellen van de betalingscapaciteit van degene die kwijtschelding vraagt. Als gevolg van de terugwerkende kracht naar 1 januari 2001 kan opnieuw een verzoek om kwijtschelding worden gedaan als men op of na 1 januari 2001 al een verzoek heeft ingediend en in aanmerking komt voor kinderkorting of aanvullende kinderkorting. De wijziging was reeds aangekondigd bij persbericht van 10 april 2001 (NTFR2001/645). Daarbij werd tevens bekend gemaakt dat het voornemen bestaat om ook de jonggehandicaptenkorting niet meer bij de berekening van de betalingscapaciteit te betrekken. Die wijziging is nog niet doorgevoerd.