NTFR 2015/2571 - Waarde maatschapsaandeel van echtgenote van erflater terecht berekend op liquidatiewaarde
ECLI:NL:GHARL:2015:3194, datum uitspraak 29-04-2015, publicatiedatum 22-05-2015
Aflevering 40, gepubliceerd op 01-10-2015 met annotatie van mr. D. van BeelenErflater, die in algehele gemeenschap van goederen was gehuwd, dreef samen met zijn echtgenote in maatschapsverband een agrarisch bedrijf. Hij is op 9 mei 2006 overleden. Krachtens testament zijn de echtgenote en zijn zes kinderen (waaronder belanghebbende), ieder voor een zevende deel, tot erfgenamen benoemd. Er is sprake van een ouderlijke boedelverdeling. In de maatschapsovereenkomst is een voortzettingsbeding opgenomen. Hiervan heeft de echtgenote gebruikgemaakt. Aan belanghebbende is een aanslag in het recht van successie opgelegd, die door hem wordt bestreden. Het hof zet uiteen dat erflater onder meer was gerechtigd tot de waarde van het maatschapsaandeel van zijn echtgenote, zodat de stelling van belanghebbende dat bij het bepalen van de omvang van de nalatenschap de waarde van het aandeel in het ondernemingsvermogen van de echtgenote niet relevant is, wordt verworpen door het hof. De waarde van het maatschapsaandeel wordt volgens het hof beïnvloed door een in de maatschapsovereenkomst opgenomen verblijvings- of overnemingsbeding. De waarde van het maatschapsaandeel van erflater is door de inspecteur berekend op de overnamewaarde van € 340.425. De stelling van belanghebbende dat de waarde van het maatschapsaandeel van de echtgenote ook op die overnamewaarde moet worden gesteld en niet op de door de inspecteur gehanteerde liquidatiewaarde van € 708.675, acht het hof niet juist. Nu de maatschap door het overlijden van erflater is ontbonden, dient volgens het hof te worden uitgegaan van het waarderingsvoorschrift ex art. 21, lid 4, SW 1956. Naar aanleiding van een klacht van belanghebbende over de redelijkheid en billijkheid van de SW 1956 wijst het hof erop dat het de rechter niet vrijstaat om formele wetgeving te toetsen op haar innerlijke waarde en billijkheid.