Aflevering 13

Gepubliceerd op 26 maart 2025

NTFR 2025/514 - Vijftien jaar art. 7 OESO-Modelverdrag 2010: geslaagde governance?

Aflevering 13, gepubliceerd op 26-03-2025 geschreven door prof. dr. I.J.J. Burgers
In 2008 bereikten de OESO-lidstaten overeenstemming over de vervanging van de ‘separate entity approach’ door de ‘functionally separate entity approach’, nader uitgewerkt in de AOA, de ‘Authorised OECD Approach’. Vrijwel alle interne transacties die worden uitgeoefend door een grensoverschrijdende onderneming worden daardoor op dezelfde wijze beloond als dat bij verbonden ondernemingen het geval is, ook als het functies betreft die niet direct leiden tot wat de Duitsers treffend ‘Aussenumsatz’ noemen (een begrip waarvoor geen goede Nederlandse vertaling bestaat). Maar het gaat niet zover dat de vaste inrichting bij wijze van fictie geacht wordt een dochteronderneming te zijn. Deze benadering komt overeen met wat ik in mijn in 1991 verdedigde dissertatie The allocation of fiscal profits of internationally operating banking enterprises. Issues concerning the allocation of fiscal profits to branches situated outside the country of residence: Banking versus other enterprises1 heb aangeduid als de ruime functionele benadering.

NTFR 2025/515 - Stand van zaken Belastingdienst

Aflevering 13, gepubliceerd op 26-03-2025
De staatssecretaris van Financiën - Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane informeert de Tweede Kamer over de stand van zaken bij de Belastingdienst. Als bijlage bij de brief is onder meer een overzicht opgenomen met de stand van zaken van actuele onderwerpen.

NTFR 2025/519 - Schijnzelfstandigheid bij UHT

Aflevering 13, gepubliceerd op 26-03-2025 geschreven door mr. A.L. Mertens
Staatssecretarissen Palmen-Schlangen en Van Oostenbruggen hebben vragen van de Tweede Kamer beantwoord over schijnzelfstandigheid bij de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT).

NTFR 2025/528 - Ierse group-reliefregeling staat liquidatieverliesneming niet in de weg

ECLI:NL:HR:2025:417, datum uitspraak 21-03-2025, publicatiedatum 21-03-2025
Aflevering 13, gepubliceerd op 26-03-2025 met annotatie van mr. F. van Horzen
Belanghebbende, een Nederlandse nv, hield alle aandelen in twee Ierse vennootschappen, een plc en een Ltd. In 2013 zijn de plc en de Ltd. geliquideerd en zijn hun vermogens vereffend. Bij de plc resteerde een verlies, bij de Ltd. een overschot. De plc heeft tijdens haar bestaan gebruikgemaakt van de Ierse group-reliefregeling. Op basis hiervan heeft de plc € 115 miljoen van haar verliezen overgedragen aan Ierse groepsvennootschappen. Ten tijde van haar ontbinding beschikte de plc nog over € 110 miljoen aan niet-verrekende, in Ierland onverrekenbare verliezen. Het gezamenlijke liquidatieverlies van de plc en de Ltd. bedroeg € 202 miljoen. Belanghebbende heeft dit bedrag als liquidatieverlies ex art. 13d lid 1 Wet Vpb 1969 in aftrek gebracht. Hof Den Haag (NTFR 2021/3771) heeft belanghebbende in het gelijk gesteld. Volgens het hof staat de toepassing van de Ierse group-reliefregeling er niet aan in de weg dat belanghebbende het liquidatieverlies in aanmerking kan nemen. Volgens de Hoge Raad is die beslissing juist. Na een uiteenzetting van het juridische kader, oordeelt de Hoge Raad daartoe als volgt.

NTFR 2025/542 - Waterzuiveringsheffing voor tweepersoonshuishouden naar drie vervuilingseenheden is niet discriminatoir

ECLI:NL:HR:2025:416, datum uitspraak 21-03-2025, publicatiedatum 21-03-2025
Aflevering 13, gepubliceerd op 26-03-2025 met annotatie van mr. drs. C.M. Dijkstra
Alle woningen worden voor de waterzuiveringsheffing aangeslagen naar drie vervuilingseenheden. Alleen voor eenpersoonshuishoudens geldt een uitzondering: zij worden aangeslagen naar één vervuilingseenheid. Belanghebbende, die een tweepersoonshuishouden voert, vindt dat discriminatoir. Tweepersoonshuishoudens worden volgens haar stelselmatig aangeslagen naar te veel vervuilingseenheden. Voor alle andere meerpersoonshuishoudens is dat niet zo. Belanghebbende wil dat haar heffing wordt gebaseerd op twee vervuilingseenheden. De feitenrechters hebben belanghebbende in het ongelijk gesteld. Ook bij de Hoge Raad krijgt zij nul op het rekest. De Hoge Raad overweegt daartoe als volgt.

NTFR 2025/544 - A-G Pauwels: Met verplicht invullen e-mailadres heeft belanghebbende niet kenbaar gemaakt op dit mailadres bereikbaar te zijn

ECLI:NL:PHR:2025:277, datum uitspraak 28-02-2025, publicatiedatum 14-03-2025
Aflevering 13, gepubliceerd op 26-03-2025 met annotatie van mr. V.A. Burgers
Belanghebbende heeft via een onlineformulier bezwaar gemaakt tegen twee naheffingsaanslagen parkeerbelasting. In geschil is of de uitspraak op bezwaar op de voorschreven wijze is bekendgemaakt door verzending per e-mail. Rechtbank Den Haag is van oordeel van wel. Zij heeft daartoe in de kern geoordeeld (i) dat belanghebbende kenbaar heeft gemaakt (art. 2:14(1) Awb) op het opgegeven e-mailadres bereikbaar te zijn en (ii) dat belanghebbende geen concrete omstandigheden heeft genoemd op grond waarvan kan worden gesteld dat hij de per e-mailbericht verzonden uitspraak op bezwaar niet zou hebben ontvangen.

NTFR 2025/552 - Geen dubbeltelling Duits inkomen en evenmin sprake van een vaste inrichting aldaar

ECLI:NL:GHDHA:2024:2635, datum uitspraak 29-10-2024, publicatiedatum 05-03-2025
Aflevering 13, gepubliceerd op 26-03-2025 met annotatie van dr. M. van Dun
voortvarendheid, Verdrag Nederland-Duitsland, geen vaste inrichting, vrijstelling PVV, navorderingsaanslagen, derdenonderzoek, op de zaak betrekking hebbende stukken, navorderingstermijn, geen voorkoming dubbele belasting, compensatie van heffingen, converteren