Aflevering 48

Gepubliceerd op 25 november 2004

NTFR 2004/1704 - Verkoop aandelen door moeiende houdster: een prestatie!

Aflevering 48, gepubliceerd op 25-11-2004 geschreven door prof. dr. H.W.M. van Kesteren
In deze opinie verdedig ik de stelling dat de Hoge Raad ten onrechte in de zaken HvJ EG 26 juni 2003, C–442/01 (KapHag) Zie NTFR 2003/1146. en 29 april 2004, C–77/01 (EDM) Zie NTFR 2004/669, BNB 2004/285, een bevestiging ziet van zijn beslissingen van 14 maart 2003Nr. 38 253, zie NTFR 2003/526, BNB 2003/197 en 9 juli 2004Nr. 38 026, zie NTFR 2004/1068, V–N 2004/35.21.. De beslissing dat de verkoop van aandelen door een moeiende houdstervennootschap c.q. door een fiscale eenheid een onbelastbare activiteit is, wordt niet door deze twee Europese zaken gedragen of bevestigd. Ik deel derhalve niet de opvatting van Van Hilten in haar noot onder HR 9 juli 2004, BNB 2004/363 die zich afvraagt of dat arrest comfortabel past in de voorhanden jurisprudentie van het HvJ EG en concludeert dat dat wel het geval is sinds de arresten van het HvJ EG in de zaak KapHag (HvJ EG 26 juni 2003, nr. C–442/01; V–N 2003/34.14) en de zaak EDM (HvJ EG 29 april 2004, nr. C–77/01; BNB 2004/285). Dit zijn arresten die werden gewezen voordat A–G Wattel zijn conclusie schreef bij het arrest van 9 juli 2004. Inmiddels is volgens Van Hilten gevoeglijk duidelijk dat het afstoten van een deelneming geen economische activiteit is in de zin van art. 4, lid 2, Zesde Richtlijn, zodat aan toepassing van de vrijstelling voor handelingen inzake aandelen van art. 13, letter B, onderdeel d, onder 5°, Zesde Richtlijn niet wordt toegekomen. De staatssecretaris die tot voor kort in de Europese jurisprudentie geen aanleiding zag om het arrest van de Hoge Raad van 14 maart 2003 te volgen (zie het besluit van 11 augustus 2003, nr. CPP2003/1951MIn het besluit van 11 augustus 2003, nr. CPP2003/1951M, NTFR 2003/1412, V–N 2003/39.20, werden inspecteurs geïnstrueerd om geen aftrek toe te staan en lopende bezwaarprocedures aan te houden in afwachting van het arrest van de Hoge Raad in de hiervoor genoemde vergelijkbare zaak van 9 juli 2004.) heeft inmiddels na de zaak EDM en het arrest van de Hoge Raad van 9 juli 2004 de strijdbijl begraven (besluit van 3 augustus 2004, nr. CPP2004/1709M, V–N 2004/47.13) en zijn beleid aangepast. Zie voor reacties op dit besluit ook: A. van Dongen, ‘Handelingen in aandelen en andere waardepapieren‘, BtwBrief nr. 10 2004, p. 3–8 en H. Hop en S.L. Kastelein, ‘BTW–gevolgen bij verkoop van aandelen door een holding‘, BTW–bulletin 2004/9, p. 1–4. Het siert de staatssecretaris dat hij de ontstane controverse op deze wijze heeft opgelost (belastingplichtigen verdienen zekerheid), maar naar aanleiding van de zaak EDM had de staatssecretaris inhoudelijk gezien het beleid niet hoeven aan te passen.

NTFR 2004/1711 - Nota n.a.v. tweede nader verslag inzake VUT, prepensioen en levensloop

Aflevering 48, gepubliceerd op 25-11-2004
De staatssecretaris van Financi$#235;n en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid hebben een Nota naar aanleiding van het tweede nader verslag, inzake het wetsvoorstel Aanpassing fiscale behandeling VUT/prepensioen en introductie levensloopregeling, naar de Tweede Kamer gestuurd. In deze nota gaat hij nader in op het zogenoemde 40–deelnemingsjarenpensioen, de levensloopregeling en de levensloopverlofkorting.

NTFR 2004/1718 - Besluit sociaal-ethisch beleggen herzien

Aflevering 48, gepubliceerd op 25-11-2004
De staatssecretaris van Financi$#235;n herziet het besluit van 29 maart 2004, nr. CPP2004/249M, over sociaal–ethisch beleggen in de inkomstenbelasting. Het besluit wordt opnieuw uitgebracht in verband met een goedkeuring inzake de ingangsdatum van de aanwijzing als sociaal–ethisch fonds. Volgens de normale regels kan een fonds op zijn vroegst per datum van de indiening van het verzoek worden aangewezen. De goedkeuring is opgenomen bij onderdeel 5.2.1 van het herziene besluit en houdt in dat de fondsen die zich v$#243;$#243;r 1 december 2004 aanmelden voor aanwijzing als sociaal–ethisch fonds deze aanwijzing desgewenst krijgen per 1 januari 2004.

NTFR 2004/1722 - Commissieverslag over aftrek kosten levensonderhoud Rwanda

Aflevering 48, gepubliceerd op 25-11-2004
De Commissie voor de Verzoekschriften uit de Eerste Kamer (de Commissie) stelt in zijn verslag de Eerste Kamer voor om de staatssecretaris van Financi$#235;n uit te nodigen een adressant tegemoet te komen in een geval waarin deze de kosten van levensonderhoud voor de kinderen van zijn in Rwanda vermoorde schoonzus niet in aftrek kan brengen.

NTFR 2004/1723 - Toerekening vergeten aftrekposten

Aflevering 48, gepubliceerd op 25-11-2004
Vooruitlopend op wetgeving keurt de staatssceretaris van Financi$#235;n goed dat fiscale partners vergeten (gedeelten van) persoonsgebonden aftrekposten naar keuze onderling verdelen. Voor de toepassing van de goedkeuring gelden de voorwaarden dat de partners gezamenlijk kiezen voor de gewenste verdeling en dat de gekozen verdeling leidt tot een volkomen verdeling van de vergeten aftrekpost.

NTFR 2004/1728 - Renteaftrek op hybride lening in securitisatiestructuur

Aflevering 48, gepubliceerd op 25-11-2004
In een besluit wordt ingegaan op de fiscale gevolgen van een specifieke zogenoemde securitisatiestructuur. De casus luidt grof samengevat als volgt. Een bank gebruikt een afzonderlijk opgericht lichaam om daarin het kredietrisico op haar hypotheekportefeuille onder te brengen. Het desbetreffende lichaam heeft rentedragende obligaties uitgegeven. Het daarmee verkregen geld wordt bij de bank op deposito gezet. In de obligatieovereenkomst is een zogenoemde ‘loss absorption‘–clausule opgenomen. Die clausule houdt in dat een door het lichaam geleden verlies uit hoofde van het overgenomen risico op de hypotheekportefeuille van de bank kan worden afgeboekt op de uitstaande obligatielening. De vraag is met name of de ‘loss absorption‘–clausule ertoe leidt dat de rente wordt getroffen door de aftrekbeperking van art. 10, lid 1, onderdeel d, Wet VPB 1969. Dit is niet het geval, aldus de staatssecretaris. Letterlijk stelt hij goed te keuren, voorzover nodig, ‘dat de opname van een ‘loss absorption‘–clausule in een obligatielening welke onderdeel is van de hier beschreven securitisatie–structuur en waarop voor het overige een vaste niet–winstafhankelijke rente wordt vergoed als zodanig niet tot gevolg heeft dat sprake is van een winstafhankelijke vergoeding voor de toepassing van artikel 10, eerste lid, onderdeel d‘.

NTFR 2004/1729 - Ruilverkaveling en overdrachtsbelasting

Aflevering 48, gepubliceerd op 25-11-2004
In dit beleidsbesluit beantwoordt de staatssecretaris van Financi$#235;n vijf vragen over art. 15, lid 1, onderdeel l, Wet BRV. In dat artikel is geregeld dat de verkrijging van onroerende zaken krachtens de Landinrichtingswet van overdrachtsbelasting is vrijgesteld.

NTFR 2004/1738 - Protocol belastingverdrag VS; goedkeuring door senaat VS

Aflevering 48, gepubliceerd op 25-11-2004
Op 18 november jl. is bekend geworden dat de Amerikaanse senaat goedkeuring heeft verleend aan het nieuwe belastingverdrag met Nederland. Nu de parlementaire goedkeuringsprocedures in beide landen zijn afgerond, kan het belastingverdrag tussen Nederland en de Verenigde Staten in werking treden. De belangrijkste wijzigingen betreffen een verlaging van de bronheffing op deelnemingsdividenden van 5% naar 0% (onder strikte voorwaarden), en een vereenvoudiging en versoepeling van de in het belastingverdrag opgenomen complexe en omvangrijke ‘limitation on benefits‘–bepaling.